7e Zondag van Pasen
Schriftlezingen:
Handelingen 7,55-60
Apokalyps 22,12-14.16-17.20
Johannes 17,20-26
‘Wezenzondag’.. heet deze zondag in de kerken van de reformatie.
Ik vind dat een mooie naam.
Het geeft iets weer van onze stemming
zo tussen Hemelvaart en Pinksteren in.
De Heer heeft ons verlaten
en we moeten nog even wachten
op de bemoediging van de Heilige Geest.
En die hebben we nodig.
Steeds weer berichten dat mensen er weinig of niets van maken
in Azië, Afrika, waar al niet. En dan al die verkiezingen
en een Brexit aan de overkant van het kanaal.
Het is om moedeloos van te worden.
Het is bijna zover dat we als mensen het zouden gaan opgeven.
Maar wees eens eerlijk ?
Was de situatie na Jesus’ dood niet precies zo ?
Jesus’ zending leek eigenlijk mislukt:
wat had Hij nu teweeg gebracht ?
Jeruzalem was hem al weer vergeten
zijn tragische dood was een trauma voor de zijnen,
een ramp waar ze wel nooit overheen zouden komen..
en nu was Stefanus ook nog vermoord.
Stefanus was een jonge kerel die wel wat wilde veranderen.
Hij ergerde zich aan verkalkte toestanden in de vrome stad Jeruzalem.
Hij was lid geworden van een nieuwe gemeenschap: de christenen.
Dat zou een groep worden die fris en vrolijk
het aanschijn der hele aarde zou gaan vernieuwen.
De kerk van Jeruzalem was een bonte gemeenschap.
Er waren veel joden bij maar ook veel niet joden,
er waren allochtonen bij die helemaal geen hebreeuws verstonden
alleen maar een beetje Grieks
het Engels van die dagen.
Binnen die bonte christengemeenschap had de jonge Stefanus de taak
de armen van de kerk te verzorgen.
Hij organiseerde de diaconie,
hij organiseerde acties en collectes.
Toen ontdekt hij iets vervelends.
Hij merkte dat de collectes in Jeruzalem voor het eigen volk
meer geld opleverde dan de acties voor de allochtonen
en daar ging hij goed tegenaan.
Hij zij iedereen grondig de waarheid
hij ging de straat op net als de studenten in Indonesië
en protesteerde tegen alle onrecht dat hij aantrof.
Dat valt niet goed en
hij wordt aangeklaagd door een aantal
mensen die het niet met zijn optreden eens zijn
en die hem gevaarlijk vinden.
Hij wordt beschuldigd door allemaal brave mensen
die het met zijn aandacht voor de allochtonen niet eens zijn
en in een straatrelletje bij de oostelijke poort van de stad
met stenen bekogeld. Een aantal fanatiekelingen
van het eigen volk eerst –daar hoort ook een zekere Saulus toe
die later Paulus zal gaan heten- stemmen met zijn steniging in.
Saulus is zelfs zo vriendelijk even op de jassen te passen van
de mensen die met stenen willen gooien:
‘ze legden hun mantels neer aan de voeten van een jongeman
die Saulus heette’ staat er in de eerste lezing heel onschuldig.
Later zal Saulus ontzettende spijt krijgen van deze actie.
Stefanus zelf sterft. Maar vlak voor zijn dood krijgt hij een mooi visioen
hij ziet de hemel open en ziet Jesus aan de rechterhand Gods
en hij zegt: ‘Heer Jesus ontvang mijn geest’
en hij voegt daar aan toe:
‘Heer reken hun deze zonde niet aan.’
De veertigste dag, afgelopen donderdag,
waarop wij ons hier met velen verzamelden:
was een dag waarop we vierden
dat er een spaak gestoken is in het grote wiel van de tijd
dat doordraaien wil alsof er niets aan de hand is.
Want Hij is tot koning uitgeroepen
of -zoals het in de geloofsbelijdenis staat:
‘Hij is opgestegen ten hemel
zittend aan de rechterhand van de Vader’.
Voor velen blijft het een beetje onbegrijpelijk geloofsartikel,
voor de goede verstaander is het een hele duidelijke
geloofsboodschap van de jonge kerk.
Jesus, door de mensen als oud vuil verwijderd
is volgens Lucas die nieuwe Messiaanse koning
die met kracht gaat regeren.
Jezus die niet zomaar wat leefde
maar die zijn kracht putte uit het leven
in de intimiteit met de Vader.
Zoals hij dat op het moment van de grootste benauwenis
waarin hij met de zijnen aan tafel zit,
wetend wat hem te wachten staat
en hoe al zijn vrienden hem zullen verlaten
duidelijk uitspreekt:
‘ik ben niet alleen’
‘de Vader is met mij.’
Dat is de kern van ons geloof
dat er een Vader is
die met zijn werkelijke kracht
heel de schepping vervult.
Hemelvaart was de dag waarop we vierden
dat dat wat Jesus Messias betreft .. gelukt is:
nu de de rest nog … oneerbiedig gezegd.
En daarover zal Pinksteren gaan,
het feest waarop we ons samen hier voorbereiden.
Jesus is verheven aan de rechterhand van de Vader
maar het is niet zo dat wij stom verbaasd het nakijken hebben
want Jesus’ volgelingen zullen dankzij Hem
de kracht ontvangen om te volharden.
Je hebt anderen nodig om je voor te bereiden op dat grote nieuwe gebeuren.
Je hebt hun geloof nodig om
-een beetje gek gezegd misschien-
een beetje te leunen.
Samen door de kracht van Gods Geest
eensgezind en sterk;
moedig en volhardend ….. samen één.
‘Dat zij allen één zijn’ bidt Jesus:
dat is een bijzondere eenheid.
Eenheid niet als een machtsblok.
Wij zijn geroepen tot de eenheid
van de zorgzaamheid voor elkaar.
Niet de eenheid zoals je die in het verhaal van Babel vond:
een eenheid als een machts-samenklontering:
wij samen Babel Babel über alles
of vult u maar iets anders in:
wij talrijke katholieken,
de grootste kerk op aarde, 1.2 miljard volgens de nieuwste cijfers.
Wij zijn er niet als wij alleen maar een grote kerk zijn:
er moet nog heel wat gebeuren
aan goed maken van fouten van het verleden bijvoorbeeld ,
aan luisteren naar de vragen van vandaag en ga maar door.
Het gaat om de eenheid zoals die er was
tussen Jesus en de Vader.
Jesus die met heel zijn wezen
wilde dienen en voor de plannen van God werkelijk koos.
Het gaat om een eensgezindheid
in dienstbaarheid, in barmhartigheid
in bescheidenheid en vredelievendheid:
in trouw, zorgzaamheid: IN LIEFDE.
Zo’n eenheid zou er moeten komen
rond Jeruzalem, in het Midden Oosten, in de wereld.
Het gaat dan niet meer over de overwinning van één partij:
moslims, joden, christenen.
Dat is uit de tijd:
niet meer roomsen dat zijn wij,
niet meer ‘geen God dan onze Allah’
als een politieke machtuitspraak misbruiken.
Al dat misbruik van de godsdiensten
heeft zijn tijd gehad.
Een nieuwe mensheid wil God helpen vormen:
Gods Geest wil het aardrijk vervullen:
Jesus bidt:
‘dat zij SAMEN (niemand belangrijker dan anderen)
dat zij SAMEN één zijn zoals wij Vader, U en Ik.’
Een nieuwe stad is het waar wij
met Johannes de afgelopen weken
lezend in zijn boek van de Openbaring, van droomden.
Een nieuwe stad, een nieuwe wereld
waar ware vrede en liefde is.
Een nieuw Jeruzalem waar de poorten dag en nacht open staan.
Ieder mens kan in die stad van God binnengaan:
voor ieder mens staat zijn liefde open:
ieder mens mag binnenkomen.
Wij worden uitgenodigd
die nieuwe toekomst naar ons toe te roepen
door hartstochtelijk en werkelijk gemeend te bidden:
AMEN, HEER JESUS KOM.
Wat ons allemaal bindt
is eenheid met elkaar en eenheid met God.
Mensen die geloven in een visioen
een wereld van licht en vrede
waar mensen als zusters en broeders samenleven.
Zo zijn wij één met elkaar
met Jesus, met God.
Tenslotte: wat lief dat Jesus
bij de afscheidswoorden die we vandaag hoorden
niet alleen bad voor zijn vrienden van toen
maar uitdrukkelijk zei: ‘ik bid ook voor allen
die na jullie in mijn woord zullen geloven.’
Dat proberen wij toch?
God sterke ons allen
Hein Jan van Ogtrop, pastor