3 februari: Een nieuw licht straalt!

Als Jesus in de synagoge van Nazareth binnenkomt
brengt dat heel wat te weeg.
Opschudding, veel volk.
Hij wordt enthousiast binnengehaald,
zoals een bruidegom en bruid
bij hun huwelijksinzegening.
Hij laat van zich horen, net zoals zij dat doen als ze hun jawoord uitspreken:
en zegt:

‘De Geest des Heren is over mij gekomen:
Hij heeft mij gezonden om aan armen
de Blijde boodschap te brengen,
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden dat zij zullen zien,……….
om verdrukten te laten gaan in vrijheid
en een genadejaar af te kondigen van de Heer’.

Het is een heel programma.
Het heeft te maken met troost bieden, hoop geven
en de liefde doen.

Jesus zelf staat voor dat programma en zegt heel duidelijk:
‘dat woord is in mij in vervulling gegaan’.
Dat zegt Hij niet triomfalistisch
in de trant van zie je wel, kijk mij nou,
maar meer in de Geest van de dienstbaarheid.
‘Ik wil voor dat programma van Gods Koninkrijk staan,
Ik wil Hem dienen en liefhebben.

Mensen reageren eerst enthousiast:
‘Mooi wat Hij zegt’
maar de vreugde is van korte duur.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen
dat Jesus de mensen ook een beetje uitdaagt:
‘jullie willen zeker wonderen
maar bedenk dat die ook bij de profeten vroeger, niet vanzelf komen.’
En dan slaat de stemming om.
Ze voelen zich bekritiseerd
en veranderen van bewonderaars van hun grote plaatsgenoot
in mensen die niet van nieuwe dingen houden.’
Na het aanvankelijke ‘wat een heilig man’
klinkt al vlug het: ‘wat een opschepper,
en dat wordt zelfs: Hij is gevaarlijk, een revolutionair.’

Mensen die de echte vernieuwing maar onnodig vinden
zijn talrijk en ze hebben veel macht.
Mensen zijn nu eenmaal traag en vaak ook heel benepen.

Dat zal later ook nog vaak gebeuren wanneer er vernieuwers opstaan.
Roddelcampagnes gaan van start en er vallen slachtoffers:
net als Jesus van Nazareth dat geworden is aan het kruis.
Ook in de kerk werden en worden mensen verdacht gemaakt.
Een troost is dat ze dan vaak later heilig worden verklaard.
Franciscus is daarvan een mooi voorbeeld.

Wil je als mens een bijdrage leveren
aan een nieuwe wereld dan hoort daar ook
de erkenning van je fouten bij.
Onze kerk heeft dat gedaan
schuld erkend
1.aan de kortzichtigheid van het christelijke antisemitisme,
2.de schuld van ons westerlingen aan het kapitalisme

Dat er profeten waren zoals Abbé Pierre in zijn dagen
en onze Paus Franciscus treedt in zijn voetspoor.
Vandaag gaat hij zelfs naar de Islamitische Emiraten!
Binnenkort begint de synode in Rome over het misbruik.
Dat de grote kerk haar fouten erkent
is voor sommigen misschien verontrustend
maar het is goed om fouten te erkennen
die er in het verleden gemaakt zijn.
Niet omdat het fijn is als je in het stof kruipt
maar uit eerbied voor de talloze slachtoffers
die, terwijl velen niets anders konden doen dan toekijken
totaal onschuldig zijn gevallen.

De vorige zondag was de dag
waarop 70 jaren terug het kamp Auschwitz werd bevrijd.
De Paus heeft er aandacht aan besteed,
en van de Verenigde Naties komt het idee
die dag uit te roepen tot een blijvende gedenkdag van de slachtoffers
van de Holocaust en anderen die toen vermoord zijn.
Het is een soort dag van het geweten geworden,
een dag waarop mensen van vele landen en godsdiensten
bijeen willen zijn en samen zeggen:
‘we willen weten wat er fout ging.’
De oude wijze rabbijnen zeiden al:
‘vergeetachtigheid leidt tot ballingschap,
men weet niet meer wat er kan gebeuren,
men wil het niet meer weten en zie
het gebeurt en de ellende is daar…’

Het omgekeerde geldt ook:
Het van de feilen willen leren
is de weg naar de verlossing.

De tijden van het benepen Nazareth
of het bange Duitsland van toen, mogen niet terugkomen.

Jesus zelf ontsnapte aan die kleinheid.
Er staat geschreven aan het eind van het evangelie
dat ze een soort aanslag op hem willen plegen (van de rotswand af):
‘Hij ging midden tussen hen door voorbij.’
Hij ontsnapt aan de kleinheid en de benepenheid van mensen
Hij gaat Zijn weg vervolgen en zal de wil van de Vader gaan.
Wat is nu de kracht die die ontsnapping mogelijke maakte?
Paulus getuigt daarvan als hij het Hooglied van de liefde aanheft
hij het dan vooral over Hem.
Hopelijk krijgen wij er allemaal iets van mee!

Zullen wij horen bij de achterblijvers
die knorrig eensgezind blijven zitten waar ze zitten
of durven wij Hem volgen op Zijn weg?

Iedere generatie opnieuw zal moeten kiezen
voor de Heer, en voor de navolging waartoe Hij ons oproept.
We moeten onze eigen bijdrage leveren:
ieder op zijn/haar eigen wijze.
‘We hebben allemaal verschillende gaven’
zegt Paulus: ‘niet allemaal zijn we profeten,
niet allemaal spreken wij in talen.’
We zijn niet allemaal bollebozen we zijn niet allemaal genieën.

Paulus vertelt over de gave bij uitstek
die van de liefde.
‘Al kende ik alle geheimen en alle wetenschap
maar ik had de liefde niet
ik was niet meer dan een galmend bekken of een schelle cymbaal.’
Ook met ons geloofsgelijk mogen we niemand om de oren slaan:
‘al het ik een geloof dat bergen verzet
maar ik heb de liefde niet het dient mij tot niets.’

De liefde is mild, vriendelijk, vergevend
trouw. Ze rekent het kwade niet aan
is niet blij met onrecht
maar hoopt en vertrouwt.
God is liefde!
Hij manifesteert zich niet in koude drukte,
Hij is wars van het geweld
Hij overrompelt ons met Zijn warmte en Zijn troost
als wij Hem toelaten in ons leven

De liefde is mild en geduldig
is verheugd om het goede en de waarachtigheid.

Die liefde is een stille sterke kracht
die ons leven kan richten
die het aanschijn de aarde kan veranderen.

Gisteren vierden we Maria Lichtmis (2 februari),
eigenlijk heet het feest: ‘presentatie van de Heer’
Jesus wordt, zo klein als Hij is, aan de Heer opgedragen.
Dat hoorde zo, 40 dagen na de geboorte van ieder kind
en het is een bevestiging van het feit
dat iedere nieuwgeborene geen kopie is van vader en moeder,
maar een unieke mens, geroepen om op de eigen wijze
beelddrager te zijn van God, met een eigen opdracht.

Een kind en dit kind in het bijzonder, kan het beste in mensen losmaken.
De dag daarna, vandaag is het 3 februari,
feest van de heilige Blasius.
Aan het einde van de viering
zullen dan de kaarsen, lichtdragers, op de hals worden gelegd
bij de Blasiuszegen.
We worden er zo aan herinnerd
dat wij als getuigen van dit licht
verder zullen gaan.
We mogen weten dat ons geloof in de God
die in den beginne zei: ‘er zij licht’ ons niet bedriegt
we mogen weten dat diezelfde God het prille licht
van de hoop zoals die in Jesus zichtbaar werd
en in allen die hem volgen, beschermt.

Een moderne dichter zegt:
‘Wie denken durft dat deze droom het houdt
een vlam die kwijnt maar niet zal doven.
Wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt
al komt de onderste steen boven.
Die zal kreunen onder zorgen,
die zal vechten in ‘t verborgen,
die zal waken tot de morgen dauwt –
hij zal zijn ogen niet geloven.’

Hein Jan van Ogtrop, pastor

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.