Bonifacius en Sint Maarten

Ons reisdoel laat zich het beste bezoeken middels het onvolprezen stoomtreintje dat in Hoorn start. Fraai slingerend door het West-Friese land bereikt het treintje na veel gepuf en gefluit de oude zeedijk in Medemblik. Links een oude molen, rechts plotseling een klein Lourdesgrotje dat hier landschappelijk een Fremdkörper lijkt. Daarnaast het oude katholieke kerkhof met treurende engelen aan de poort die lange tijd vleugelloos waren, maar zeer onlangs vliegvaardig werden gemaakt. Daarachter een mooie ouderwetse pastorie en daarnaast de Martinuskerk van de katholieke parochie. Het treintje stopt daar niet. We rijden door en passeren dan de oude Bonifaciuskerk. De oude toren staat sinds de inpoldering van de Wieringermeer behoorlijk scheef, maar toch nog fier overeind. Wonderlijk dat men er ook onderdoor kan lopen. Hebben ze hier zo’n behoefte aan afstekertjes? Het treintje tuft door en we stoppen bij het fraaie stationnetje bij het monumentale Krophollerstadhuis, nu in de steigers.

De stad Medemolaca

Medemblik is ontstaan in de eerste helft van de 8ste eeuw op een vanaf Abbekerk lopende kreekrug. Bij de huidige Kerksteeg en de Oosterstee ontwikkelde zich op de landtong een langgerekte woonterp met ten noorden daarvan de tot Oude Haven afgedamde kreekrest, de Middenleek, die de stad haar nam gaf. De eerste vermelding (Medemolaca) dateert uit 985. De dam in de Oude Haven bevond zich ter plaatse van het huidige plein voor het raadhuis. De bebouwing ten noorden van de Oude Haven verdween door het opdringende water en door de in de 13e eeuw daartegen aangelegde Westfriese omringdijk. Aan de zuidzijde van de haven­mond liet graaf Floris V in 1288 de dwangburcht Radboud bouwen. Als vergoeding van dat ongemak gaf hij Medemblik stadsrechten. Grote Pier, de beroemde West-Friese plunderaar, hield in 1517 in Medemblik huis. In 1572 werd de stad Staats en kwam zij tot bloei. Rond 1590 werd de Oosterhaven aangelegd en kwam er een omwalling die ook het kasteel omsloot. Het kasteel Radboud werd al gauw een ruïne. Een klein gedeelte werd tot kerk ingericht en daarop verrees een aardig torentje. Cuypers, die het kasteel ging restaureren, sloopte dat helaas en maakte er het strenge geheel van dat er nu nog staat.

De oude Bonifaciuskerk en het Weeshuis

Na de akelige dwangburcht gauw naar een wat plezieriger bouwwerk: de oude kerk. Het gebouw wordt in 1118 voor het eerst vermeld. Oorspronkelijk was de kerk aan Bonifacius en later aan St. Maarten toegewijd. In 1517 en 1555 teisterden zware branden het bouwwerk. Bij de herbouw kreeg de kerk zijn wat kort uitgevallen hallekerk-karakter en zijn merkwaardige driehoekige sluiting. Rond die tijd (de kerk was nog als katholieke kerk in gebruik) trouwde hier de beroemde Jan Pieterszoon Sweelinck, organist van de Oude kerk in Amsterdam, met een Medemblikse. De toren met gemetselde achtzijdige spots, houten koepel en smeedijzeren peer mag er zijn. Hij is gerestaureerd in 1969-1970. Binnen in de kerk zijn de muren helaas somber grijs geschilderd. Gelukkig zijn er wat kleuriger gebrandschilderde ramen in de zuiderzijbeuk uit 1670. Een kerkengek is ook een beetje een orgelgek. Zo was mij vroeger al het oude orgel opgevallen uit 1671. Het was, toen ik er een langspeelplaat van kocht, nog niet gelijkzwevend gestemd! Een unieke sound was het resultaat. Glashelder en strak. Helaas, helaas; bij een restauratie werd het instrument aangepast aan het Wohltemperierte Klavier en nu is voor mij het plezier om er naar te luisteren weg. Jammer. Deze eerbiedwaardige Bonifaciuskerk (hij voert nog steeds de oudste patroon) heeft naast het prachtige antieke orgel ook mooie oude zware klokken, maar wilde zich, getuige het bronzen bord aan de noordkant, nog meer laten horen. Een carillon werd aangebracht in 1998. Als we onder de toren door lopen passeren we op rechts de toegang tot een uniek fraai hofje. Kinderen in weeskleertjes en reliëf fleuren het geheel op. Als we verder lopen en dan rechtsaf slaan komen we aan het einde van een aardig grachtje plotseling bij de katholieke kerk. Hij is aan Martinus gewijd, de latere patroon van de oude kerk. Zo zijn de heiligen aardig verdeeld.

Sint Martinuskerk

Naar ontwerp van architect T. Slinger werd in 1902 gestart met de bouw van de neogotische kerk. Een oudere kerk uit 1782 (die weer op de plaats stond van een schuilkerk uit 1662) werd gesloopt. Men zag af van oriëntering omdat de ingang dan helemaal van de bewoonde wereld afgekeerd zou zijn. De inwijding van de nieuwe kerk geschiedde op 14 juli 1904 door Mgr. A.J. Callier. De architect was vaak ziek geweest en schrijft aan zijn vriend Pierre Cuypers dat hij niet tevreden was over de z.i. ‘lomp uitgevallen toren’ op de hoek van het gebouw. Hij was boos op zijn opzichters, maar als ik de oude foto’s bekijk vind ik die lompheid wel meevallen. Kennelijk wilde hij een wit voetje halen bij de befaamde vader Cuypers die erg van lange, dunne spitsen hield. De open structuur van de torenspit werd in 1948 helaas veranderd. Wel zijn terug­gevonden uurwerkmarkeringen bij de restauratie van de toren in 2001 weer in de originele staat hersteld. De kerk is een 40 meter lange en bijna 20 meter brede driebeukige kruiskerk. Het schip telt vijf traveeën en een niet erg breed transept vormt de overgang naar het koor. Schip en dwarspand hebben houten gewelven (die zijn niet zo zwaar), de rest is in baksteen over­welfd. Grappige (soms heel chagrijnig kijkende) wezentjes loeren vanaf de rand onder het gewelf naar beneden. De zuilen hebben zandstenen kapitelen, de bogen zijn van rode gladde profielsteen, de schalken en cordonbanden zijn geel. De firma Dunselman decoreerde de triomfboog en de preekstoelschelp (die onlangs weer gerestaureerd is). De kruiswegstaties zijn in 1923-1926 geschilderd door J. Windhausen.

Van later datum zijn de ramen achter het altaar. Links boven bezoekt de koningin van Sjeba de vredeskoning Salomo, daaronder zien we het vredeskind van Bethlehem. Midden boven offert Melchisedek brood en wijn, daaronder viert Jesus zijn Laatste Avondmaal. Rechts boven ontvangt Mozes de tien geboden en rechts onder geeft Jesus onderricht aan zijn leer­lingen. De kerk herdacht in 2004 haar honderdjarig bestaan. Op 3 juni van dit jaar gaat men vieren dat de restauratie van kerk en bijgebouwen na zeventien jaar noeste arbeid, ook van vele vrijwilligers, voltooid is. De kerk zal zich dan weer veel kleurrijker openbaren dan hij was en er zullen dan ook nieuwe schilderingen worden ingewijd van actuele heiligen, waar­onder Moeder Theresa en Titus Brandsma.

Afscheid

Medemblik is een stadje dat echt de moeite waard is. Verontrustend is wel dat de schoon­heidscommissie de bouw van een paar afschuwelijke woontorens aan de zuidrand van de stad heeft toegelaten. De mensen die de flats bewonen hebben overigens wel een prachtig uitzicht. Ze zien aan de zuidwestkant de schattige kerkjes van Opperdoes en Twisk liggen, waar het degelijke reformatorische woord weerklinkt. Aan de zuidoostkant lonkt de ‘kathedraal’ van Wervershoof en dan mag ook nog de merkwaardige art-deco kerk van Andijk genoemd worden, de enige echt mooie en opvallende gereformeerde kerk van onze provincie. Aan de oostpunt van de landtong het onvolprezen Enkhuizen met zijn reusachtige gotische kerken en midden in de streek de grote Cuyperskerk van Lutjebroek, waar de Nederlandse zouaven vandaan kwamen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.