De bisschop ontsnapt in een roeiboot

Een grote en een kleine kerk

Wie Monnikendam nadert kan niet anders dan onder de indruk komen van de majestueuze oude (Sint) Nicolaaskerk (met toren!). Even verderop staat een (eveneens oude) toren: de speeltoren genaamd. Wie nog beter kijkt ziet nog een kerk, een neogotische kerk met de apsis westwaarts (verkeerd om dus) naar de provinciale weg gekeerd: de huidige parochiekerk van de Nicolaas en Antoniusparochie. In april 1985 zakte men (ondanks de restauratie van 1970) er nog door de vloer heen. Dankzij de ijver van vele vrijwilligers was alles in december 1986 weer in orde.

Het oude Waterland

Het landschap langs de toenmalige Zuiderzee was een aaneengesloten rijk bebost gebied: wie weet er nog dat de naam Holland oorspronkelijk van Hout-land komt. Kleine waterstroompjes voerden het water af naar de zee. In de delta van de stromen en stroompjes aan de oostkant van Holland zou Monnikendam gebouwd worden. Een groot probleem zou ontstaan door het wegkappen van het hout in de binnenlanden waardoor de grond inklonk en overstromingen aan de orde van de dag waren. In die dagen werd Marken een eiland.

De monniken, de graaf en de Utrechtse bisschop

De Friese monniken van Hallum en Lidlum vestigden ook in het Hollandse kloosters. In 1235 stichtten zij op Marken (de naam is een afkorting van Maria-kerke) twee uithoven en later ook bij het huidige Monnikendam. Kort daarna ontstond een heel geharrewar wie de pastoor daar mocht benoemen. De Hollandse graaf (die bezig was het gezag van de Friese monniken over te nemen) of de bisschop van Utrecht. In 1297 was er een complete zeeslag tussen de Hollandse graaf en de vloot van de Friezen en de bisschop van Utrecht die samen Monnikendam wilden her/veroveren. De graaf won en de bisschop van Utrecht kon het vege lijf redden door haastig in een roeibootje te stappen en via de Eem de aftocht te ondernemen.

De oude kerken

De eerste parochiekerk stond op de plek van de huidige speeltoren. In de 15e eeuw werd de grote St.Nicolaaskerk gebouwd en daarna raakte de kleine oudere kerk in onbruik. De toren bleef staan en werd als wachttoren gebruikt om de zee in de gaten te houden. Een tijd lang werd de kleine kerk als raadhuis gebruikt maar het bouwsel was (op de toren na) het bewaren niet waard en verdween. De grote St.Nicolaaskerk werd een glorieus gebouw. Altaren ter ere van de apostel Thaddeus en Maria Magdalena sierden de kerk. Het koorhek uit 1562 staat er nog steeds.

Wendelmoet Claesdochter

Bij het huwelijk van een Luthers geworden priester was de Monnikendamse Wendelmoet Claesdochter als getuige opgetreden. Bij degelijke katholieken had dat kwaad bloed gezet en om een voorbeeld te stellen (!) werd ze in 1527 opgepakt en naar de brandstapel verwezen. Zo kreeg Monnikendam een martelares die helaas niet op onze heiligenlijst voorkomt. Dat zou wel het geval hebben kunnen zijn bij de rk. gebleven pastoor Johan Pippo Hendrikszoon die de kluis en de heilige vaten in de Monnikendamse kerk verdedigde en door de Geuzen werd opgepakt en in het water gesmeten. Met een bootshaak werd hij voortgesleept en uiteindelijk doodgeschoten.

Vertrek monniken en daarna

Monnikendam ging over op de nieuwe leer. In 1573 werden de kloosters binnen de stad opgeheven en de goederen kwamen aan het stadsbestuur. Het enige leuke daarvan is dat er in 1597 van de opbrengsten op de speeltoren een nieuwe spits werd gebouwd. De grote kerk werd van haar schilderingen ontdaan en de katholieken gingen, zoals overal elders in de provincie, ondergronds. Ondertussen vond men toch nog tijd voor ordinaire pastoorsruzies want.. een kerk zonder ruzie is vaak een vroom ideaal. Na een eerste schuilkerk in de grote Noord ging men aan het Noordeinde goed aan de gang. Het huidige katholieke kerkgebouw is op die locatie. De Monnikendamse katholieken waren goed katholiek en leverden zelfs twee zoeaven aan de Paus. Dat later hier door de energieke pastoor Smeeman de congregatie van de zusters Ursulinen werd gesticht past in de oude kloostertraditie van het stadje.

De nieuwe kerk

Het stadsbestuur van Monnikendam was rond 1900 antipaaps. Maar dankzij de sympathie van één CHU-gemeenteraadslid kon er toch tot de bouw van een ‘echte’ parochiekerk worden overgegaan. Architect Tonnaer, een leerling van Cuijpers, tekende ervoor. Paus Leo XIII gaf al in 1899 toestemming Antonius als extra patroon te nemen. In 1900 werd de kerk geconsacreerd en sindsdien kijken Melchisedek en Elia vanaf het altaar tevreden toe naar alle vrome activiteiten in de stad. In 1902 completeerden glas in loodramen uit het atelier Nicolas uit Roermond het geheel.

De zielzorg werd dapper voortgezet. Ook uit Marken kwam er één parochiaan. Toen die aan bed gekluisterd lag thuis de communie kreeg in 1948 was dat de eerste keer dat, na vele eeuwen, de Eucharistische gaven naar het eiland werden gebracht. Rampzalig was de watersnood van 1916 waarbij het kerkhof onderliep. Een zorg van andere orde was later het functioneren van de geluidsinstallatie in de kerk. Maar toen de pastoor die testte door plotseling te zeggen dat de parochianen op zijn rekening een pilsje konden halen in café de Zwaan had iedereen het toch goed gehoord. Tijdens de restauratie van de kerk in 1970 werd gastvrijheid genoten in de oude hervormde grote kerk. In 1980 werd de toren onderhanden genomen en in de jaren 1985-1986 de fundamenten nog een keer.

Wachtend op de dingen die komen gaan

Een keurig gerestaureerd kerkje wacht de nieuwe toekomst. Als liefhebber van de oude gotiek vraag ik mij af of men, toen men er in 1970 toch was, niet beter in de oude St.Nicolaaskerk had kunnen blijven. Maar wie ben ik om de Monnikendammers die met zoveel zorg hun eigen, veel intiemere kerk, koesteren dat te suggereren.

Gebruik is gemaakt van het jubileumboek uit het jaar 2000 van de hand van de heer Dick Brinkkemper: ‘Van Monnikenwerk naar Parochiekerk.’

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.