De dorpen van Stede Broeck
Langs de Streek, de ontginningsas tussen Hoorn en Enkhuizen, ontstonden vanaf de 12 eeuw aardige dorpen. In 1363 gingen de vrijheid van Groote-Broec en die van Boeven-Kerspel (kerspel – later verbasterd tot karspel – is het oude woord voor parochie) samen tot de Stede van Broeck en later kwamen daar Lutjebroek (1402) en Hoogkarspel (1403) nog bij. Dit ‘steden’-verband werd pas opgeheven in 1807. De in 1581 aangelegd straatweg over de ontginningsas van Enkhuizen naar Hoorn werd in 1671 verhard (Zesstedenweg). Bescheiden als men hier is wordt die ‘het achtste wereldwonder’ genoemd.
Grootebroek
Het hierboven genoemde Grootebroek groeide en bloeide tot het te lijden had onder twee dorpsbranden in de 17e eeuw (1651 en 1665) en nog een keer een eeuw later (in 1750). Vanaf de 19e eeuw vond er veel grove tuinbouw plaats, waartoe in 1892 een veiling werd gesticht die in 1976 als gevolg van een ruilverkaveling werd gesloten. De vaandels van de Land- en Tuinbouworganisaties waar later de LTO uit voortkwam worden nu nog zorgvuldig bewaard. Het 100-jarig bestaan van de verenigingen van Grootebroek, Lutjebroek en Bovenkarspel is in 2014 gevierd. De pastoors waren de Geestelijk Adviseurs.
De kerktorens
Van verre vallen de twee torens op: een dikke en een wat dunnere. De gezette, gezellig kromme toren is van de oude Johanneskerk (nu protestants). Het is een eenbeukige kerk met recht gesloten koor en een indrukwekkende toren van vier geledingen met balustrade en achtzijdige naaldspits. De in de kern 15e-eeuwse toren werd na blikseminslag in 1884 ingrijpend vernieuwd en voorzien van een nieuwe bovenste geleding en spits. De andere toren die nu het dorpssilhouet bepaalt is van de katholieke St. Johanneskerk van 1929. Toen de oude kerk bij de Reformatie protestants werd moesten de katholieken kerken in een schuur (die op de plek van het huidige kerkplein stond) en in twee preekplaatsen. De Oosterpreekplaats was gevestigd in een tuinhuis dat nu in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen staat. De Westerpreekplaats was gevestigd in het gebouw van de openbare school. In 1848 kwam een echter kerkje tot stand ter vervanging van de voorgangers uit 1694 en 1750. Dat werd weer vervangen door een kerkje van Th. Molkenboer uit 1861 in de zgn. gipsgotiek. Het werd iets imposanter na een uitbreiding in 1904 door architect Bruning. Het werd minder imposant toen in 1910 de spits moest worden gesloopt. Gelukkig nam het aantal kerkgangers steeds toe en in 1923 deed Grootebroek zijn naam eer aan door de oplossing groots aan te pakken. De oude hybridische kerk werd in 1923 gesloopt. Men begon meteen een flinke pastorie te bouwen en daarna de kerk, recht tegenover het oude Weeshuis (met boven de voordeur een mooi reliëf van twee kinderen).
De huidige katholieke kerk
De Zaandamse architect S.B. van Sante zette in de jaren 1924-27 een bouwwerk neer dat er wezen mag. Hij bouwde in de stijl van de beroemde Benedictijnse monnik-architect Paul Bellot een majestueuze driebeukige basilicale kruiskerk met op de linkerhoek een flinke en toch ranke toren. De (bijna 50 meter hoge) toren is onlangs gerestaureerd en de fraai betegelde wijzerplaat is weer geheel vochtvrij. Als hoofdingang een breed portaal met expressionistische versiering. Boven de deuren in een groen tegeltableau (fa. Goedewaagen te Gouda) de tekst: Deo Optimo Maximo (vaak afgekort tot D.O.M.). Neen dat is geen hoogmoed, maar het betekent ‘Aan God de grootste eer’. Binnen maakt de kerk een aangenaam ruime indruk. De kerk heeft een buitengewoon symboolrijke inventaris. Alle voorstellingen zijn onopvallend in de architectuur opgenomen. In de viering prijken voorstellingen met angstwekkende dieren. Een draak (het kwaad), een olifant (staat voor zachtmoedigheid), een nogal eng uitgevallen vis en een hemelse adelaar. Op de muren van de dwarspanden bijna abstracte ramen van het Haagse atelier Asperslagh, helder blauw en geel gekleurd. We zien (links) het Oliebusje van de Ziekenzalving, de opgeheven slang uit de woestijn, het offer van Isaac, een zandloper, een pelikaan en een duif (met vlam, H. Geest met vuur!). Aan de andere kant eucharistische symbolen (brood en vis) en o.a. een levensboom (staat voor het huwelijk!). Uit de oude kerk kwam het neogotische hoofdaltaar met voorstellingen uit het leven van de patroonheilige. De beelden boven het Maria-altaar zijn uit de bouwtijd van de nieuwe kerk. Maria wordt omringd door stevige pelgrims in 20e-eeuwse kostuums. Communiebank en preekstoel zijn ook uit de bouwtijd van de huidige kerk. In 1934 werd een (veel oudere) kruisweg, afkomstig uit de Petruskerk in Leiden, aangekocht. In de oorlog werden de twee klokken, die nog uit de oude kerk kwamen, gestolen. Na de oorlog kwam er drie nieuwe voor in de plaats. Het Van Pels-orgel (9+8 manuaal- en 2 pedaalregisters) uit 1928 is sinds 2010 weer bespeelbaar.
Afscheid
Vanaf het kerkhof heeft men een mooi zicht op de koorpartij met gebeeldhouwde top. Na een grappig kapelletje in traditionele vormen gepasseerd te hebben valt het oog op de kruisweggroep uit 1915 bij het priestergraf. Een slotopmerking: interessant dat de kerken van Lutjebroek en Grootebroek twee totaal verschillende stijlen representeren. Volgens mij zou de oude Pierre Cuypers, die de kerk in het Zouavendorp bouwde, toch met welgevallen naar deze kerk van het buurdorp gekeken hebben. Dat men met platschuiten hielp bij de Waternoodramp van 1953 zou hij ook goedkeuren. Of hij de liturgievieringen met zang in de Westfriese spreektaal, die hier in navolging van Westwoud gehouden worden, ook zou waarderen weet ik niet. Serieus: het Pastoraal Beleids-en Werkplan van 2010 van de parochies in de buurt ‘Ik zal er zijn’ getuigt van de inzet van de mensen hier voor het grote bevrijdingsplan van God met de mensen: met Pasen zal het daar weer over gaan!
Het 64e deel van de Haarlemse bijdragen, bouwstoffen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem bevat op blz. 305-402 veel historische gegevens over de parochies van Lutje- en Grootebroek, Boven- en Hoogkarspel.
Ter gelegenheid van het parochiejubileum in 2002 is een boek verschenen van de hand van G.A. Sijm. Fred Slijkerman Megelink schreef in 2011 een korte (zeer volledige!) rondleiding met looproute.