De houten kathedraal

Kerk wij allen samen

In de jaren zestig van de vorige eeuw werd de beleidsnotitie geschreven ‘Kerk wij samen.’ Nog steeds heet ons bisdomsblad zo. Het betekent dat wij samen verantwoordelijkheid dragen voor onze kerk vanuit onze roeping als gelovige. In Suriname nemen ze dat nog serieuzer: ‘kerk wij allen samen.’ Dat is het moto van het eeuwfeest van de kathedraal aan de Gravenstraat in 1985. Dat ‘wij allen’ trof mij omdat je in Suriname, meer nog dan elders, leeft in unieke gemeenschap met werkelijk mensen van allerlei tongen en talen en verschillende geloofsgemeenschappen. Wandel je vanuit de Gravenstraat van het centrum weg dan kom je onmiddellijk bij een lage houten witte synagoge. Wandel je een beetje meer de andere kant op dan kom je bij een grote moskee terecht, een grotere synagoge en vlak daarbij een hindoetempel. Economisch mag Suriname geen voorbeeldfunctie worden toegedicht, maar wat de omgang van de wereldgodsdiensten betreft kan Suriname de wereld veel, alles leren!

Het christendom in Suriname

Toen Suriname van Engels in Hollands bezit veranderde (na de ruil in de 17e eeuw met Nieuw Amsterdam, het huidige New York) en Paramaribo werd omgedoopt tot ‘Nieuw Middelburg’ werd Suriname door de Hollandse dominees en kooplieden bewerkt. Een herinnering is de Domineesstraat in het zakelijke centrum van de stad. Nederland was immers een protestantse modelnatie en Suriname zou dat dus ook worden. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De eerste gouverneur Cornelis van Aersen van Sommelsdijck nam, tegen de bedoelingen van anderen in, enkele priesters mee op zijn eerste reis naar de kolonie. Ze deden kerkdiensten voor Europese katholieke eigenaars en handelaars, legden kontakten met Indianen maar de tijd was te kort voor echte katholieke kerkopbouw ter plekke. De octrooien en bepalingen kozen voor de uitbreiding van de gereformeerde religie.

In de achttiende eeuw, toen de scherpe scheiding tussen protestanten en katholieken wat geminderd was konden enkele priesters in de kolonie echt aan kerkopbouw werken. Met tussenpozen hebben rond 1800 verschillende priesters (met veel gezondheidsproblemen) in Suriname gewerkt. In 1817 werd de priester Wennekers in Paramaribo tot prefect van de missie benoemd. Hij moest meemaken dat het kleine katholieke kerkje aan de Wagenweg bij een grote stadsbrand verbrandde. Wonder boven wonder hielpen de verschillende kerken elkaar en een praktische oecumene begon.

De mama-kerki van Suriname

Aan de Gravenstraat was een vervallen Joods theater dat ‘De Verrezene Phoenix’ heette. Zeer toepasselijk na een brand. In 1824 was het in een kerk omgetoverd. De pastorie was ingebouwd. Pas later zou de grote pastorie aan de Gravenstraat (nu muziekschool) worden geopend. Het missiewerk in de kolonie werd krachtig ter hand genomen. Mensen in de districten werden bezocht en Indianen, slaven en vrijen, Bosnegers en anderen konden kennismaken met het evangelie en de katholieke gemeenten. Een belangrijke figuur was de priester Grooff die heen en weer reisde tussen Oost en West Indië (de wat vreemde naam van Suriname in die dagen). In de Oost ging het helemaal fout (ruzies met de regeerders) maar teruggekomen in Suriname ging het uitstekend. Hij deed veel voor de melaatsen in het Surinaamse Batavia (Coppename), een soort Peerke Donders voor dat die kwam. In 1865 werd de missie in Suriname toevertrouwd aan de Redemptoristen. Alle geestelijken in de West heten dan ook ‘pater’. Waarom alle geestelijken in de Oost (in Indonesië) ‘pastoor’ worden genoemd is mij een raadsel. Het zij zo.

Een nieuwe kathedraal

Het voormalige theater aan de Gravenstraat kreeg in 1858 een nieuwe voorgevel, de oude pastorie werd bij de kerk getrokken. Echter, in 1882 kreeg men een aanmaning omdat de kerk te bouwvallig werd. Een nieuwe kathedraal zou ras gebouwd worden over de oude heen. Economisch was het in Suriname geen vetpot: met zuinigheid en vlijt werd er onder leiding van frater Frans een hoogst originele kerk gebouwd, een houten Romaanse kathedraal. Jammer dat er in 1901 wat sprieterige ‘gotische’ spitsjes op de torens werden geplaatst. In het eeuwfeestboek wordt gezegd dat de stijl van de kerk niet origineel is. Ik bestrijd dat: er is sprake van een bouwwerk in een geheel eigen stijl, al is het alleen maar door de materiaalkeuze. Paramaribo bezit in de houten Petrus en Pauluskathedraal een uniek bouwwerk dat inmiddels ook op de wereldranglijst van bijzondere Zuid Amerikaanse architectuur prijkt.

De inrichting

Er is prachtig houtsnijwerk te genieten in de kathedraal. De kapitelen van de zuilen in het schip, het hek van de doopkapel, de triomfboog met het mooie kruis, alles heeft de mysterieuze donkerbruine kleur van het gebruikte cederhout. Het kerkschip was ooit een stevig organisch houten geheel. Helemaal fout ging het in 1977. Men zegt dat men bij de goed bedoelde ‘restauratie’ houten steunbalken in de kap gewoon doorzaagde zodat het strakke verband in de ruimte losging en binnen de kortste keren het hele gebouw scheefzakte. Wat daarvan zij: met grote moeite en met veel geld is men vanaf 1995 bezig de kerk stabiel te maken en dat lukt. Van binnen nu nog veel steigerwerk. Maar dat zal verdwijnen. De kerk heeft een flink (door diefstal gehavend) orgel van Maarschalkerweerdt uit Utrecht (gerestaureerd door Vermeulen uit Weert) en kloeke oude klokken uit 1885! (sol-si-re) gegoten door Petit en Fritzen in Aarle Rixtel. De kerk heeft een bijzondere betekenis als moederkerk (mama-kerki) van het bisdom Paramaribo en als band met het verleden is er ook het graf van pater Petrus Donders (1810-1887, in 1982 zalig verklaard) die Suriname niet in de steek zal laten.

Een jubileum

Op 7 mei 1958 vond de verheffing van het Apostolisch Vicariaat tot bisdom Paramaribo plaats. Uiteraard ging men dat vieren. Bij de priesterwijding in augustus 2007 begon het jubileumjaar. In augustus 2008 is de echte restauratie van de kathedraal voltooid. Een hele prestatie zal dat zijn. Meer bewondering nu al wekt het als men ziet hoe wakker er in alle 30 parochies en 116 missiestaties gewerkt wordt. Van Nickerie tot Albina. Ook in het binnenland zijn de katholieke geloofsgroepen (met woord- en communiediensten of gebedsdiensten werkend) centra van hoop en leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.