De hoofdkerk
De stad Hoorn dankt haar ontstaan aan de uitmonding in de Zuiderzee van een binnenwater, de Gouw, daar waar de geografische situatie een natuurlijke havenkom vormde. Volgens de traditie zouden de eerste bewoners zich gevestigd hebben bij de sluis waardoor de Gouw onder de zeedijk werd geleid. Op de dijk die zich aanvankelijk westwaarts in rechte lijn tot Schardam uitstrekte werden de oudste straten het West en het Oost gebouwd. Het Noord ontstond op een verbindingsweg met het binnenland. De vroegste vermeldingen van de stad komen in de XIVe eeuw voor. De stadsrechten werden in 1357 naar het voorbeeld van die van Medemblik verleend dus: Hoorn is nu ruim 650 jaar stad! De natuurlijk havenmond werd in 1341 een werkelijke haven en zo had in de XIVe eeuw de stad zich tot een belangrijke havenplaats ontwikkeld. Lakennijverheid ontstond en bierbrouwerijen en kloosters werden gebouwd. Uit het feit dat de Proost van West Friesland zich in die tijd in Hoorn vestigde blijkt het belang van de stad. De kerk (toen nog een kerkje van hout en riet) werd in 1339 aan Cyriacus, een van de veertien noodhelpers, gewijd. De devotie tot hem was door nieuwe inwoners uit Duitsland ingebracht. In 1369 wordt een steviger kerk op een veiliger plek (binnendijks) herbouwd ter plaatse van de huidige grote kerk.
Maria’s in Hoorn
De haven ontwikkelde zich voorspoedig maar de stormvloeden lieten zich niet onbetuigd. Even meer naar het zuiden lag het veel ouder en vroeger veel welvarender dorp Scharwoude waar men met angst om het hart de stormen op zich af zag komen. Uit veiligheidsoverwegingen brachten ze met paard en wagen klokken, beelden en kandelaars naar de kerk van Hoorn. Net op tijd want in 1391 breekt de dijk door en gaat de Scharwoudse kerk ten onder. Het Mariabeeld (waarschijnlijk een Romaanse ‘Sedes Sapientiae’) kreeg een ereplaats op het hoofdaltaar in Hoorn. Kort daarna horen we spreken over het wonder van Hoorn. Het gaat over de molenaar Klaas Geraedts, die in 1445 een visioen krijgt van Maria die op de plek van zijn huis een kapel wil. Daar voelt hij niet zo voor. Tezelfdertijd is een schipper op weg met een Mariabeeld om het naar een van de kloosters in Friesland te vervoeren. Maar hij krijgt bij Hoorn zoveel tegenwind dat hij besluit aan land te gaan. Als er een ontmoeting plaatsvindt van Geraedts met de schipper, herkent hij in het beeld de trekken van de vrouw die hij in zijn visioen gezien had. Maria krijgt onderdak in de kerk die nu, weinig romantisch, Noorderkerk heet maar eigenlijk Mariakerk is. Het beeld, bekend als Maria van Hoorn, zal zeer wonderdadig blijken. Met de reformatie raakt het zoek maar in de huidige Cyriacuskerk staat het hele verhaal van Maria’s omzwervingen afgebeeld. Een gotische piëta die men later verwierf is ten onrechte voor Maria van Hoorn aangezien. De echte Maria (in het Utrechtse vervaardigd rond 1430) is onlangs in Amerika teruggevonden en staat nu in het Westfries Museum. Heel attent van de museumdirectie: er staan een paar bidstoelen bij. Ontroerend was hoe Maria van Hoorn prijkend op de maansikkel onlangs op visitatie was in de katholieke parochie enkele huizen verder (zie de foto).
Van Mariakapel naar nieuwe Cyriacuskerk
Uiteraard kwamen in de reformatie de katholieken in schuilkerkjes terecht. Knus maar weinig monumentaal. Een mooi moment was toen de katholieken de oude Mariakapel aan de Korte Achterstraat, toen in gebruik als arsenaal, als kerk mochten gaan benutten. Men huisde daar van 1825-1877. Een brand in 1877 bespoedigde de bouwplannen voor een nieuwe grotere kerk die weer terecht zou komen op het terrein van de in 1825 verlaten schuilkerk. De kerk zou weer Cyriacus gaan heten. Met Franciscus als co-patroon als herinnering aan de oude Franciscaanse statie. Voor de bouw werd de Hoornse architect Bleys uitgenodigd. Naar het Hoornse model zou hij later de Nicolaas in Amsterdam gaan bouwen. Het is interessant om ze met elkaar te vergelijken. Het is oneerbiedig om van een ‘kladje’ te spreken, maar wel is het zo dat de architect later bepaalde verbeteringen heeft aangebracht in zijn ontwerp voor de Nicolaas in Amsterdam. Dat is te zien aan de vorm van de koepel en vooral aan de torenbekroningen die in Hoorn wel erg zielig zijn uitgevallen. Maar laat ik gauw de pastoor die in het jubileumboekje van 1932 (het 50 jarig bestaan) de loftrompet steekt over‘zijn’ kerk aan het woord laten: het betreft de latere bisschop J.P. Huibers die jubelt over het gebouw ‘waarin de parochianen hun God en Heiland waardig kunnen ontmoeten’. Het wapen van deze beroemde pastoor/deken treft men aan boven de binnendeur van het noordportaal. De gebrandschilderde ramen boven het liturgisch centrum trekken sterk de aandacht. Ze zijn uit het atelier van Nicolas in Roermond. Melkisedek treffen we aan maar aparter is de ramenserie met het levensverhaal van Cyriacus, diaken in het oude Rome waar men de thermen van Diocletianus op kan zien. Op de achtergrond is de bouw van de huidige kerk afgebeeld en de prediking van Cyriacus in het Perzische rijk. De latere kerkgeschiedenis treffen we ook aan. In het linkertransept de Martelaren van Gorkum en rechts het Mirakel van Amsterdam. Binnenin de koepel zijn de acht planeten afgebeeld. Boven de galerijen de vier hoofddeugden. Bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de kerk werd Maria wat meer in het zonnetje gezet door haar verheerlijking af te beelden onder het orgel. De kritische waarnemer zal zich misschien storen aan de betonnen schoren in de kerk. Ze zijn niet mooi maar behoeden sinds 1934 de kerk, die op zeer drassige bodem staat, voor instorting. Laat ze dus maar staan.
Hoorn 650 jaar stad en verder
De Cyriacuskerk prijkt nu al 125 jaar met zijn bijna 50 meter hoge koepel majestueus boven de stad Hoorn uit. Wie devoot het torenportaal van de oude Grote Kerk binnengaat wordt teleurgesteld. Men komt dan in een winkelcentrum bekroond met appartementen terecht. Dat lot zal de Cyriacus zeker bespaard blijven als de parochie even actief blijft als ze nu is. Maria van Hoorn mag de gemeenschap een beetje steunen.