Duistere (of vrome?) praktijken
In 1094 horen we vertellen dat de Utrechtse bisschop een reeks kapellen behorende bij de kerk van Schoorl ‘cadeau gaf’ aan de kapittelheren van Sint Jan in zijn stad ‘opdat daar gebeden worde voor mijn zielenheil’. Vijf jaar later wordt de bisschop vermoord. En dan zeggen de mensen nog dat we tegenwoordig in rare tijden leven. Parochies werden in die vroege middeleeuwen als ‘melkkoetjes’ van de ene naar de andere kerkelijke of wereldlijke autoriteit overgedragen. Weinig verheffend. Verslagen van die transacties leren ons nauwkeurig welke dorpen en kerken er toen bestonden.
De Langedijk
De lange reeks kapellen of kerkjes van Oudkarspel tot Broek op Langedijk hebben altijd min of meer bij elkaar gehoord. De oudste kerken waren in ons bisdom meer westelijk in de duinen te vinden. Later kwam er ook kerken in de gebieden tussen de meren die overal waren en geleidelijk aan werden drooggelegd. De Langedijk ligt tussen een lange waterloop (de Rekere genaamd, bijna het huidige Noord Hollands Kanaal) aan de westkant en aan de oostkant het enorme meer ‘de grote waard’ genaamd. De Langedijk is een soort straat (meerdere malen verlegd) die een lange strook drooggelegde perceeltjes met slootjes omgeven verbindt. De huidige St.Janskerk van Noord Scharwoude wordt aan de westkant begrensd door die ‘dijk’, aan de oostkant door een sloot. De kerk zit een beetje in de knel maar is daardoor lekker breed en dat komt de bruikbaarheid erg ten goede.
De middeleeuwen en daarna
Het is duidelijk dat Oudkarspel de oudste rechten als parochie heeft, de naam zegt het. Noord en Zuid Scharwoude volgden ras. Het pastoraat bedrijven was geen vetpot. Pastoors waren arme mensen. Het werd voldoende geacht als hij een aantal Latijnse gebeden uit zijn hoofd kende. Kroeghouder en dorpspastoor was een veel voorkomende combinatie. In 1396 werd dat verboden. Later werd pastoor- en schoolmeester-zijn gecombineerd. Het intellectuele peil steeg zodat Erasmus trots kon melden dat er nergens zoveel mensen onderwijs genoten hadden als in de Nederlanden. Misschien dat daardoor de reformatie, die ook profiteerde van de uitvinding van de boekdrukkunst, hierdoor kon opbloeien. Om die reformatie te keren werden in het aartsbisdom Utrecht vijf sub-bisdommen ingesteld: Haarlem, Middelburg, Deventer, Leeuwarden en Groningen. Haarlem had de rijke abdij van Egmond onder zich en ook de oude proosdij van West Friesland. De reformatie zette toch door. Hoewel Willem van Oranje verdraagzaam was waren zijn helpers, vooral Diederik Sonoy, berucht. Op de Langedijk werden meerdere priesters vermoord. De pas opgerichte bisdommen bleven in naam bestaan maar maakten deel uit van de Hollandse Zending die vanuit Leuven en Keulen geleid werd. Op het platteland bleef men door de band genomen toch de katholieke kerk trouw. In Noord Scharwoude waren ze zeer vasthoudend en we horen over een schuurkerk rond 1600. Na veel geharrewar over mogelijke teruggave van oude katholieke kerken in de Bataafse Republiektijd (vanaf 1795) gaf men uiteindelijk de kerk van Oudkarspel op en werd alle energie gericht op nieuwbouw in Noord Scharwoude. Het wachten was op het goede moment.
De kathedraal van het noorden
In april 1903 besloot het kerkbestuur tot nieuwbouw. Komisch is het verhaal over de postbode die de bouwtekeningen op het station van Heerhogowaard had laten liggen omdat het regende. De pastoor deed nerveus navraag maar hij was ze gewoon vergeten. Architect Bekkers (1859-1918) was de bouwheer. Geboortig uit Amsterdam, leerling van Cuypers. Geen genie maar een goed bouwer. Van zijn hand is ook de Boomkerk in Amsterdam die op de monumentenlijst staat. De St.Jan van Noord Scharwoude is keurig georiënteerd. Indrukwekkend zijn de 20 granieten zuilen die helemaal uit Zweden hier naar toe werden gehaald. Het zijn zes blauwgrijze rond het hoofdaltaar die de hemel symboliseren en veertien rode, naar het bloed van Christus verwijzend, in de rest van de kerk. De eerder genoemde gedrongen ligging (geklemd tussen dorpsweg en achtergracht) heeft tot gevolg dat de kerk bijna een centraalbouw werd. Zoals de Liebfrauenkirche in Trier, de Vondel in Amsterdam en de St.Petrus Banden van Oisterwijk. De detaillering van de kerk is fraai. Er is binnen en buiten veel vakwerk te genieten. Op 29 april 1907 werd de kerk van ‘St.Joannes Geboorte’ (door iedereen: St.Jan de Doper genoemd) ingewijd.
Patroonheiligen van de Langedijk
Achter het altaar zijn naast het middelste raam met het laatste Avondmaal de patroonheiligen van de voormalige parochies van de Langedijk te zien. Sint Maarten (van Oudkarspel), Sint Jan (van Noord Scharwoude), St.Pieter (van Zuid Scharwoude) en St.Pontianus (van Broek op Langedijk). De laatstgenoemde onderging in 169 de marteldood. Pikant detail is dat in de tijd dat de kerk van Broek gesticht is (rond 960) zijn relieken uit Milaan gestolen zijn, in Utrecht opdoken en aan verschillende nieuwe kerken werden gegeven (ze zijn pas eind 20e eeuw teruggegeven aan het bisdom Milaan). Ook leuk is dat men in Noord Scharwoude de verkeerde Pontianus afbeeldde (een later levende Paus die naar hem genoemd was) omdat niemand meer wist wie Pontianus was. De leeuwen die de martelaar doodden kloppen wel maar de tiara niet. De ramen komen uit het atelier van Schmolz en Schneiders uit Keulen. Heel anders, zeer krachtig van stijl zijn de ramen met de twee aartsengelen Michaël en Rafaël van Jan Mannen. De kunstcommissie van toen had er moeite mee maar ik vind ze wel passen bij de stoere Langedijkers die in de jaren 40-45 van de vorige eeuw heel wat vluchtelingen hebben gehuisvest.
De toekomst tegemoet
De Kerk staat er nu honderd jaar. Je ziet hem al van verre liggen. Hij laat zich goed bekijken vanaf de voetbalvelden en de dorpsstraat. De naam ‘kathedraal van het noorden’ is iets te aanmatigend misschien, maar als dat betekent dat deze parochie een gastvrij huis wil zijn voor zeer, zeer velen in de toekomst, heb ik er vrede mee.