Een dorp ‘In the middle of nowhere’ zullen buitenstaanders zeggen. Voor de bezoekers van de schuin tegenover het oude gemeentehuis gelegen kroeg: ‘’t Springend Paard’ is dit dorp echter ‘het middelpunt van de wereld.’
Ligging
Hensbroek ligt tussen Obdam met zijn rijzige toren, het verstedelijkte Heer Hugowaard (zie Samen Kerk zomer 2017), Oterleek (gebouwd op een oud stukje land in het meer). Een aardig protestants kerkje uit 1925 staat daar met in de toren een oude klok. Verder aan de dijk liggen Rustenburg (met de unieke molens!) en Ursem (met het rode dak). De naam Hensbroek horen we al in 1120: ene Hein bezat hier een drassig landje (een ‘broek’).
De kerk in het midden
Als men het dorp vanuit de zuidkant (vanuit Ursem nadert) ligt het als een volmaakt geheel voor je. Het dorp is op de huidige plek ontstaan in de late middeleeuwen, nadat een wat westelijker gelegen ontginning was verlaten. Westelijk van het dorp ligt nu de achtkantige molen uit 1866 die de polder bemaalde. De kerk ligt midden in het dorp. Eerst aan het kerkepad, bescheiden tussen de boerderijen. Na de sloop van een hoeve in 1960 kwam er een paarkeerplaats vrij die na de restauratie van de kerk in 1987 werd omgebouwd tot een fraai kerkplein met herinneringsstenen aan dijkgraven uit 1729, een oud stoomgemaal uit 1879 en een sluizencomplex uit 1899.
De oude kerk
De waarschijnlijk 15e eeuwse kerk (herbouwd in 1520) brandde in 1579 af. Een oud rijm in het archief bewaard vertelt daarover. Men redt zich dan in de open lucht tot 1587. Dan wordt er (net zoals de katholieken dat in 1964 zouden doen) een noodkerk gebouwd waar men zich zo’n 70 jaar mee redt. In 1657 wordt in vrij korte tijd een stenen kerk geheel in gotische stijl opgetrokken. Dit bouwproject geschiedde op initiatief van ambachtsheer Jacob van Wassenaar van Duivenvoorde en zijn vrouw Agnes van Renesse. Een cartouche binnen (tegen de oostwand van de toren) herinnert daar aan. Er wordt gezegd dat de kerk gebouwd werd ter nagedachtenis aan hun twaalf jaar oude zoontje. De kleine David op het psalmbordje lijkt aan hem te herinneren. Het werd een zes traveeën diepe kerk met een ingebouwde toren met ranke spits. De kerk heeft een gedrukt tongewelf met trekbalken. In 1988 is de kerk gerestaureerd en ‘verzakvrij’ gemaakt. In de toren hangt een klok uit 1637 van de Enkhuizense klokkengieter Everardus Splinter. Het klokje van het tegenover de koorpartij van de kerk gelegen stadhuis doet aandoenlijke pogingen met zijn gepingel die te evenaren. Dat ‘stadhuis’ met zijn grappig torentje naar ontwerp van A,T. van Wijngaarden is de moeite van het bekijken waard.
De gedachtenis van Marcus
De middeleeuwse kerk schijnt aan de heilige Marcus te zijn toegewijd. Als men aan de overkant van het koor van de kerk, even naast het gemeentehuis de burgemeester Kooimanweg inloopt passeer je (ja loop er niet voorbij) het schuurvormige katholieke Marcuskerkje. De katholieken hebben eerst in een klein kerkje bij een kerkhof in de buurt gekerkt. Toen dat gesloopt werd en rond 1965 de nieuwe (toch nog een) noodkerk werd gebouwd genoten zij gastvrijheid in de oude protestantse dorpskerk. Daarna wilde men weer bij de oude geschiedenis inhaken. Een oud Marcusbeeld dat –naar men zegt- uit de oude middeleeuwse kerk afkomstig is werd teruggekocht. Marcus is als een wat knorrig kijkende oudere man afgebeeld. Het is een kostelijk geheel. Het kerkje is nieuw dus, een noodkerk zoals de protestanten in de 17e eeuw ook hebben gehad. Dat stond er zo’n 70 jaar. Hoe lang zal dit aandoenlijke (nood) kerkje bewaard blijven? Een lief klein klokje (het derde klokje van het dorp) aan een stenen schoorsteen bevestigd roept de mensen bijeen. De parochie bezit een mooi rood kazuifel met daarop een pelikaan, symbool van de Christus die zijn Bloed voor ons welzijn offerde. Belangrijk dat hier een levendige gemeenschap in Zijn naam aanwezig kan zijn. Paul Vlaar was hier ooit pastoor en de gedachtenis aan vicaris Geukers die hier graag kwam wordt in ere gehouden.
Gegevens zijn ontleend aan de boeken van Monumentenzorg over Noord Holland. De zwart wit foto’s komen uit het jubileumboek dat in 2005 uitkwam b.g.v. het 40 jarig bestaan van de kerk.
Allereerst, het Marcus is al die jaren bewaard gebleven in de Sint Victorie in Obdam en in bruikleen afgegeven aan de Marcusparochie. De noodkerk is in 1964 gebouwd en in oktober van dat jaar in gebruik genomen. Het klokje waar u over spreekt komt uit het raadhuis.