Aan de Vienne
Limoges is een bedrijvige stad. Fraai gelegen op verschillende heuvels aan de Vienne-rivier. De bisschop heeft het mooiste uitzicht: zijn paleis ligt boven op de heuvel, die het dichtst bij de rivier ligt. Zijn deftige paleis in het park tegen de helling is nu het (wat stoffige) bisschoppelijk museum. We lezen bij Van der Meer in zijn boek ‘Onbekende kathedralen van Frankrijk’ dat daar driehonderd Limousijnse émails: twaalfde-eeuwse ‘champlevé’s’ (of ‘cloisonné’s’) te zien zijn. Waren moet ik helaas zeggen, onlangs is er ingebroken en het zijn er minstens vijftig minder. De kleine Romaanse crucifixen, kromstaven, losse panelen, hooggedekselde en meest kleine, reliekschrijnen zijn te gemakkelijk te vervoeren.
Martialis in the pisture
Op een van de schrijnen is de marteling van Stephanus afgebeeld met die van Martialis, de apostel van Aquitanië. Laatstgenoemde lag in de bovenstad begraven (twee heuveltjes verder) samen met zijn beroemde bekeerlingen Valeria, van wie de legende vertelt dat zij naar haar onthalzing zelf haar hoofd naar bisschop Martialis bracht; een tafereel dat met graagte en vaak afgebeeld wordt zoals u zult begrijpen. Niet zo vreselijk lang geleden, in 1960, heeft men tot ieders verrassing bij de aanleg van een parkeergarage aan de noordkant van de stad, de fundamenten van de grafkerk van Martialis ontdekt en diep onder het plaveisel van de Place de la République, een vloermozaïek gevonden voorstellende twee vogels die uit een kelk drinken. Het bleek deel uit te maken van de vloer van die kerk. Sinds kort is deze vondst te bezichtigen. De toegang tot deze mooie resten lijkt op een ingang van een openbaar ondergronds toilet. Bij een hekje beneden zit een slaperige werkstudent. Hij raakte erg uit zijn humeur toen ik om vijf minuten voor twaalf nog naar binnen wilde. ‘Als ik alles moet vertellen duurt dat twee uur’ zei hij. Hij was te vermurwen en ik mocht toch kijken. Het was de moeite waard! Daar waren de fundamenten zichtbaar van een gigantisch heiligdom. Even bijzonder als de grote abdijkerk van Cluny, de eveneens verdwenen St. Martin in Tours of de oude St. Pieter van Rome.
Het scriptorium van St.Martial
De abdij van St.Martial had mijn aandacht getrokken door de vermelding van zijn ‘scriptorium’ (schrijf-zaal), de wieg van vele Romaanse handschriften. Meer dan 450 handschriften zijn hier vervaardigd of verzameld. Sinds de 13e eeuw konden de kopiisten en illustratoren over brillen beschikken (zie boven in de afbeelding). In de roman ‘in de naam van de roos’ is er een zoek. De namen van sommige schrijvende monniken zijn bewaard gebleven: Bonebertus, de schrijver van de eerste Bijbel van St.Martial (het boek ligt nu in Parijs) en Pierre del Castra (van de Bijbel van St.Yrieix). Prachtig is de miniatuur van de God van Israël en Mozes. Voor het gemak wordt God maar als Jesus afgebeeld. Geraffineerde theologische onderscheidingslijnen werden niet getrokken. God was overal en altijd aanwezig en Jesus ook. De abdij heeft ook grote betekenis gekend voor de muziek. Het muziekschrift voor de kerkelijke en wereldse muziek is hier met zorg uitgeschreven, zo niet uitgevonden. Het belang van deze abdijkerk gebouwd over de tombe van de eerste bisschop van Limoges was overduidelijk, en drommen pelgrims kwamen er langs. Tot ergernis van de bisschop en de zijnen lager in de stad. Toen het de abdij wat minder goed ging hebben zij haastig de relieken van de grote abdijkerk naar een nabij gelegen parochiekerk laten brengen en toen was het gedaan met de abdij.
Jesus en Mozes
De prachtige miniatuur van de God van Israël (of zijn gezant Jesus) en Mozes is ons overgebleven en doet ons dankbaar denken aan de vrome monniken die schreven en schreven en schreven. Ze hebben ons onze huidige cultuur geschonken en ons levensverhaal helpen verbinden aan dat van Gods lieve heiligen en zijn volk Israël. Terug uit de crypte heb ik nog geprobeerd een beeld te krijgen van de kerk van vroeger. Verbaasd werd ik aangestaard door moeders met boodschappentassen en jachtige zakenlieden op zoek naar hun auto in de parkeergarage. Er is boven niets te zien van de verborgen glorie beneden.