Een bijzondere vloer

De vier Urbanuskerken van ons bisdom.

In Ouderkerk staat een vroege Cuypers uit 1865, gewijd aan de heilige Urbanus, Paus. Hij slaagde erin vele belangrijke adelijke families voor het christendom te winnen en werd om die reden hard door keizer Severus aangepakt. Ja: hij werd gefolterd en in 230 vermoord. Een kloeke heldhaftige man! In latere tijden, toen de Hollanders met de bisschop van Utrecht (een krijgsman in die dagen) vochten moest deze echt heilige paus de grensstreek van het land van de heren van Aemstel tegen de gewijde belager uit Utrecht beschermen. Vandaar dat er sinds de 12e eeuw in de buurt maar liefst vier kerken aan hem werden gewijd: Duivendrecht, Nes aan de Amstel, Ouderkerk en Bovenkerk. De (helaas onlangs officieel geschrapte) heilige bleek een goede beschermer van Holland, want deze kerken vallen nog steeds niet onder het bisdom Utrecht, maar liggen allemaal binnen het bisdom Haarlem-Amsterdam. Drie van de vier kerken zijn Cuyperskerken, twee van Pierre Cuypers (die van het Centraal Station en het Rijksmuseum) en één (Nes aan de Amstel) van zoon Jos, die samen met pa de Haarlemse Bavo bouwde. De Duivendrechtse Urbanus is geen Cuyperskerk, maar een mini-kathedraaltje (met twee torens!) van architect Asseler.

De eerste Jos Cuyperskerk

Nes aan de Amstel is vermoedelijk in de 12e eeuw ontstaan op een landtong (Nes) aan de oostoever van de Amstel. Deze drassige landtong werd later een eiland en slibde vervolgens vast aan de westoever. Nes wordt het eerst genoemd in 1639. Er was toen een buitenplaats en een schuurkerkje uit 1774 (de muur met de eerste steen staat nu nog in de pastorietuin). In 1889 wordt dat vervangen door de forse driebeukige basilicale kruiskerk met een driezijdig gesloten koor en een zware vieringtoren met balustrade, hoektorentjes en spits. Deze grote kerk van Nes is de eerste kerk van de hand van Jos Cuypers. Vanaf 1884 is Jos werkzaam als zelfstandig architect. Van 1889–1891 is hij werkzaam in Nes aan de Amstel. Mgr. Callier die kwam kijken was zo tevreden dat het bisdom de bouw van de grote Bavo aan de Leidsevaart aan deze architect toevertrouwde. Ook die kerk heeft een brede middentoren (in de vorm van een koepel), het zangkoor links van het hoogkoor (en niet achter in de kerk) en een harmonieuze atmosfeer. Ook de kerk van Nes aan de Amstel is (net als de Haarlemse Bavo) heel hardnek­kig op het oosten gericht en ligt haaks op het water. Zo moet je om de kerk binnen te gaan voor je gevoel aan de achterkant naar binnen gaan. De westgevel wordt verlevendigd door de raampartij die iets naar voren uitspringt met daarboven een klimmend keperfries. Vader Cuypers zal wel tevreden geweest zijn want de kerk van zoonlief is een fraai geheel van bouw en aankleding, waar­bij alle kunsten (architectuur, beeldhouwkunst, glazenierkunst, glazuur- en schilderkunst) in harmonie verenigd zijn. Vader Cuypers sprak dan van één ziel. Jos is nog een beetje onder de invloed van zijn vader. Net als de Urbanuskerk van Ouderkerk heeft deze kerk een houten tongewelf en net als in Bovenkerk is er groot Martelaren van Gorkumraam in het zuidelijke transept. Eigenwijs is wel dat Jos de spits op de vierkante middentoren op een achtkantig tussenstuk plaatst. Dat zou vader nooit gedurfd hebben. Bij de Amsterdamse (helaas gesloopte) Willibrord van vader Pierre mocht Jos later ook een middentoren bouwen.

Het interieur

Binnen in de kerk vallen de genoemde houten gewelven op en de ramen in vroeg gotische vormen. In het schip zijn ze smal, in het koor zeer groot en met flinke rozetten bovenin. Hier denken we weer aan een groot project van vader Pierre: de S. Catharina in Eindhoven.

Het interieur is zeer kleurrijk en toch niet kakelbont. Er zijn de gekleurde bakstenen bandver­sieringen langs de bogen in de kerk en de ramen, de glas-in-loodramen zelf, de kruisweg­staties van gebakken gekleurde tegels en geglazuurde bijbelse taferelen in de doopkapel (een ark van Noach met een complete kerk als kajuit). In de vloer is ook zeer kleurrijk de lofzang van Daniël 3 verbeeld. Als commentaar op Daniël 3,82-90 worden al in 1891 door de voorstelling van Sem, Cham en Jafet (de stamouders van Joden, Saracenen en Christenen broederlijk naast elkaar), alle mensen geroepen tot de lofzang en tegelijkertijd alle volkeren uitgenodigd tot een interreligieuze dialoog. In die context is ook het vloerpaneel van Paus en Hogepriester (vs.84-85) in een goed joods/christelijk gesprek vermeldenswaard. De communiebank met aandoenlijke engeltjes die aan de wijnpers draaien is nog afkomstig uit de schuurkerk. Het Cuypersatelier leverde een hoofaltaar uit 1894, een preekstoel uit 1904, een doopvont en de eerder genoemde als tegeltableaus uitgevoerde kruisweg uit 1905.

Het orgel

De koortribune in het noordertransept draagt een welluidend Adema-orgel. Net als in de Haarlemse Bavo kan dat orgel worden bezichtigd zonder dat je je hoeft om te draaien.

De plaatsing op een tribune in het noordertransept hebben Nes en Haarlem gemeen met de Gentse kathedraal en de Mechelse O. L. Vrouw over de Dijle. Het Adema-orgel van 1893 vervangt een klein barokorgeltje van de vroegere kerk, dat niet meer hier paste. Zeer bijzon­der is het dat het kleurrijke front ook door Jos Cuypers is ontworpen en uitgevoerd. Heldere, knappe (op linoleum geschilderde!) engelen kijken je aan. Het front is veel stralender dan het wat strakke orgelfront van de hulparchitect bij de bouw van de Haarlemse kathedraal Jan Stuyt. Een restauratie in de jaren 90 van de vorige eeuw heeft het orgel in Nes in oude glorie van klank en uiterlijk hersteld.

Een fier baken

Wat deze kerk extra bijzonder maakt is zijn opvallende ligging. Het lage polderlandschap van Amstelland (gelukkig nog niet te veel bebouwd) draagt er toe bij dat je de kerk van alle kan­ten goed kunt zien. En natuurlijk is het zicht van de overkant van de rivier helemaal top.

De kerken van de jonge Cuypers hebben wat meer massa dan die van vader Pierre. Sommige van de torens van pa zijn wat aan spichtige kant. Daarmee wil ik Bovenkerk en Ouderkerk niet kleineren, maar ik wil toch wel zeggen dat de kloeke middentoren van Nes het erg goed doet. Jammer dat binnen het ruimtelijke effect teniet wordt gedaan door een vlak glazen (helaas niet doorzichtig) plafond. Een pluspuntje is dat de kerk heel vaak open is en talrijke passanten er inkeer zoeken en vinden.

Over de kerk: T. Visser & H. Luyten, St. Urbanuskerk Nes aan de Amstel, Amstelveen 1981; zie ook het hoofdstuk over het oeuvre van Jos Cuypers in het boek over de Haarlemse Bavo ‘Getooid als een bruid’. Over het orgel: ‘Een Adema aan de Amstel’ van Ton van Eck & Victor Timmer, Nes 2007

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.