Enkhuizen in zicht
Als men op weg naar de dijk naar Lelystad Enkhuizen nadert ziet men in de verte al het geboomte op de oude wallen en het silhouet van de Pancratiustoren. Het huidige Enkhuizen is een samenvoeging van het aloude Gommerskerspel (karspel/kerspel= parochie) met het toenmalige kleine Enkhuizen dat zich in vroeger dagen een flink stuk in de huidige zee uitstrekte. Na de samenvoeging van de twee parochies werden er twee enorme kerken gebouwd. De een vervaarlijk breed (de Westerkerk aan St. Gommarus gewijd) en de andere lang en dun (de Zuiderkerk aan St.Pancratius gewijd). De eerstgenoemde heeft alleen maar een in 1519 gebouwd ‘klokhuis’, een klokkenstoel met een 19e eeuwse houten klassicistische hoes erom (wat oneerbiedig beschreven). Op dit moment geniet de katholieke parochie daar gastvrijheid. Vandaag slaan wij echter eerder af en gaan naar Bovenkarspel. Het maakt deel uit van Stede Broec waarvan men dit jaar het 650 jarig bestaan viert.
Actief en modern, Bovenkarspel
In 1363 gingen de vrijheid van Grootebroec en die van Boeven-Kerspel samen tot de Stede van Broeck en later kwamen daar Lutjebroek (1402) en Hoogkarspel (1403) nog bij. Dit ‘steden’- verband werd pas opgeheven in 1807. Nadat de Stede in 1415 het recht op een haven had gekregen, kwam in 1449 de Broekerhaven gereed aan het einde van de haaks op de ontginningsas staande Broekerhavenweg. De in 1581 aangelegde straatweg over de as werd in 1671 verhard (Hoofdstraat). Vanaf de 19e eeuw vond in dit gebied veel grove tuinbouw plaats en later ook bloembollenteelt. De in 1919 gestichte Westfriese Flora heeft in 1958 een nieuw gebouw gekregen maar is sinds de ramp in 1999 elders actief. Het dorp is na de Tweede Wereldoorlog fors uitgebreid.
De kerken
Hier niet zo’n indrukwekkende oude toren als in Grootebroek. Er was ooit een grote middeleeuwse kerk. Zijn opvolger uit 1855 was de in 1976 gesloopte Hervormde Kerk (Hoofdstraat 2). Daarvan resteert alleen de later met hout omklampte toren met koperen tentdak bij het gebouw ‘De Driesprong.’ Het torentje bevat een hele mooie, door Geert van Wou en Johannes Schonenborg gegoten klok uit 1518. Om een flinke toren met betonnen bovenbouw te zien moeten we naar de katholieke kerk, een ruime moderne aan St. Maarten gewijde zaalkerk van de hand van J. A. en H.H.J. Lelyveld uit Rotterdam. De in 1966 gebouwde kerk vervangt een ouder bouwwerk van architect Asseler, op 22 juli 1872 geconsacreerd door Mgr. Wilmers. In 1906 werd die uitgebreid door Eduard Cuypers. Het oude priesterkoor werd afgebroken en aan het zes traveeën lange oude schip werd een ruim, transept en presbyterium met omgang gekoppeld. De kerk zelf was zo heel indrukwekkend maar kennelijk niet op de eeuwigheid berekend. Een belangrijk moment moeten wij nog noemen: Mgr. Jo Willebrands celebreerde hier op 27 mei 1934 zijn eerste H. Mis. We zien hem als neomist op de foto met zijn trotse ouders bij de ouderlijke woning naast het postkantoor. Hij was van grote betekenis voor de Oecumene, het Tweede Vaticaanse Concilie en de Nederlandse Kerkprovincie.
De nieuwe kerk
Vlak naast de hoofdingang zien we de eerste steen in de muur gemetseld zitten met als opschrift: ‘deze steen, die als een gedenksteen is opgericht, zal een Godshuis worden.’ (Gen.23.22). Zo geschiedde. Binnen herinnert een gedenkplaat eraan dat de eerder genoemde Mgr. Jo Willebrands deze kerk op 16 januari 1967 consacreerde. De kerk zelf is een aangenaam ruim godshuis geworden. Het Vermeulen-orgel (net als twee van de drie klokken in de toren) komt nog uit de oude kerk. David speelt op zijn nieuwe locatie rechts achter het altaar rustig op zijn harpje verder. Hij wordt geflankeerd door Gregorius en Ambrosius (met zijn bijenkorf). Links een oud Willibrordusbeeld. Jan Elders te Hoorn, oud inwoner van Bovenkarspel, maakte het siermeedwerk (tabernakel en doopvont). Maar het meest geliefde onderdeel bij kinderen en volwassenen is de wand met het glas-in-betonraam van de het Zondvloedverhaal. Het is van de hand van de bekende glazenier Daan Wildschut. De ark (beeld van de kerk) biedt ruimte aan mens en dier en leidt hen door alle ellende heen. Dat doet ons denken aan een andere ramp die in de veilinghal schuin tegenover de kerk ruim 25 jaar geleden (in februari 1999) plaats vond. Tweehonderd twee en veertig mensen werden op de Westfriese Flora met de Legionella-bacterie besmet. Tweeëndertig mensen overleden. Een tegenstem is de tekst onder de gedachtenisboom aan de wand: ‘Toen toonde de engel mij de levensstroom en op haar oevers stond het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt en zijn loof brengt de volken genezen (Openb. 22,1).’ Onlangs kwam de kerk nog in het nieuws doordat de liedteksten middels een beamer op een scherm worden geprojecteerd. Met opgeheven hoofde kunnen de kerkgangers zo des te geconcentreerder zingen! Dat deden ze nog begin april met meerder koren ter ere van het 650-jarig bestaan van de stadsrechten van Stede Broec. De Eerste communiekinderen hadden met bloemen Noachs ark versierd en zo viert men (altijd met veel bloemen) levendig en actief Gods aanwezigheid onder de mensen.
Waardevolle informatie over de streek is te vinden in het boek ‘Stede Broec’ van de priester-historicus Bertus Voets, Stolphoevereeks Westfries Historisch Genootschap 1979.
Amsterdam, 13-3-2015
Hoogeerwaarde plebaan Van Ogtrop,
In ‘Samen Kerk’ van maart 2015 staat in uw geweldige rubriek ‘Kerkengek’ een klein foutje zowel in de tekst als bij de foto van kardinaal Willebrands.
Er staat: “Kardinaal Jo Willebrands celebreerde hier op 17 mei 1934 zijn eerste H. Mis.” Dat moet 27 mei zijn. Kardinaal Willebrands is gewijd op 26 mei, de zaterdag na Pinksteren (20 en 21 mei). De dag na de wijding was de eerste H. Mis.
.
Met vriendelijke groet,
Dhr. G. de Wit