Een fiere kerk in het vlakke land

De Weere won!

Wie naar het hoge noorden rijdt en Hoorn gepasseerd is kan de toren van de kerk van De Weere niet missen. Toch is dit niet de oudste cultusplek. Tot 1817 kerkten alle bewoners van de Weere, Twisk en Abbekerk in het kerkhuis van Lambertschaag. Elke zondag trokken de gelovigen in lange linten langs de beroemde kerkepaden daar naar toe. Omdat uit de bevolkingsgegevens bleek dat in de Weere meer katholieken woonden dan elders werd in 1817 een aan Lambertus gewijde kerk in De Weere gebouwd. De katholieken uit de omtrek moesten ver lopen, met name die uit Twisk. Op een fraai schilderij uit 1834 zien we ze aankomen langs lange paden en sloten, weteringen of weeren genaamd. De naam De Weere is daarvan afgeleid.

Het begin

Tevoren had Willibrord, voorzien van kelken en liturgische gewaden, gereedschap, voedsel en drank in het jaar 690 met twaalf gezellen de riskante reis ondernomen vanuit het Ierse klooster Rathmelsigi naar de Friese landen. Het bekeringswerk had succes. De Frankische heersers steunden hem omdat zij in hem een vriend zagen die hen zou steunen in hun strijd tegen de woeste heidense koning Radboud. Na de bekering van de Friezen verschijnen er geleidelijk aan kleine kerkjes op de terpen en de hoger gelegen gronden. De heilige die goed was voor de bescherming van het vee heette Lambertus. Op een van die terpen (‘scagi’) werd het kerkdorp Lambertschaag gesticht. Een (hervormd) kerkje met een klok uit 1495 staat daar nog. Zoals hierboven gezegd kerkten de katholieken ook lang op die plek tot De Weere de nieuwe verzamelplek werd. In 1817 werd daar, in plaats van een vroeger schuilkerkje, een echte gebouwd. Parochianen doneerden enthousiast. Een 1820 werd een ‘schoon orgel’ gegeven en in dezelfde tijd een mooi tabernakel. Waarschijnlijk is dat hetzelfde dat nu nog gebruikt wordt.

Een preekstoel met scènes uit het leven van Lambertus werd in 1878 geplaatst. Een nog schoner orgel werd in 1884 door L. Ijpma uit Alkmaar geplaatst. Dit orgel is in de huidige kerk nog te zien.

De nieuwe kerk

Een fraaie pastorie (die er nog staat!) werd in 1855 gebouwd. De kerk werd met regelmaat vernieuwd en uitgebreid maar op een gegeven moment waren de mogelijkheden uitgeput. Met grote luister werd in 1896 het 12e eeuwfeest van Lambertus gevierd. In 1904 wordt men de situatie zat en wordt over nieuwbouw gesproken. De oude kerk gaat tegen de vlakte. Men kerkt even in een boerderij aan de overkant (de ‘koeienkerk’) en dan gaat men met architect N.Molenaar uit Den Haag, aan de slag. De stenen voor de nieuwe kerk worden vanuit de haven van Medemblik via de dijkgracht van Abbekerk en de Veken aangevoerd. De bouw liep voorspoedig en getuigt van groot vakmanschap gezien de talloze geslepen steenvormen en kleuren. Orgel, kruiswegstaties, tabernakel, godslamp, Mariabeeld en preekstoel gaan mee de nieuwe kerk in die in mei 1907 wordt ingewijd. In 1915 werd het hoofdaltaar voltooid, ontworpen door de fa. Brom uit Utrecht, bekend van de preekstoel en het koorhek in de Haarlems kathedraal. Interessant zijn de koperen reliëfs die onder de altaartafel werden aangebracht in 1924 met voorstellingen van Abraham die tienden offert aan Melchisedek, Elia die brood krijgt aangereikt door de engel Gods en Mozes en de Israëlieten die het Pesach vieren. Op een fragment van de oude communiebank (grotendeels in 1963 verbrand) is Mozes nog te zien op zoek naar Manna in de woestijn. Het nieuwe liturgische altaar van 1982 is opgesierd met fragmenten van de oude, bij de brand beschadigde preekstoel. Augustinus, Gregorius, Hiëroymus, Franciscus van Sales en Ambrosius doen allemaal hun best om de bevolking van De Weere op te roepen tot trouw aan hun roeping tot christen.

De nieuwe tijd

Een hele klap was de al meerdere malen genoemde brand in 1963. Bij de boktorbestrijding sloeg de vlam in het dak. De energie die er daarna is opgebracht om de kerk van De Weere te herstellen wekt nog steeds door. In oude kronieken lezen we dat bisschop Huibers de pastoor van De Weere smeekt om een kapelaan te nemen. ‘Het is wel een beetje duur’ (zegt de bisschop) maar ‘u hebt er zoveel profijt van bij het doen van huisbezoeken.’ De tijden zijn definitief veranderd. De regiovorming kwam en de parochianen zijn in volle actie met hun pastorale werker en de vrijwilligers, bijgestaan door een wakkere buurtpriester. De drie klokken afkomstig uit de Ludgeruskerk in Utrecht roepen de parochianen samen. De oude Fremyklok uit 1695 doet dienst als Angelusklok. Van de oude patroon Lambertus (638-705) wordt in de verslagen van zijn wonderen gezegd dat hij, indien nodig, ter plekke zorgde voor water voor het vee en dat vurige kolen hem niet konden deren. Het is de moeite waard om deze kerk met haar rijke inventaris, die brand of geen brand behouden bleef, eens te bezoeken. Water is er genoeg, het heilzame vuur van de Geest wordt door de parochianen samen brandend gehouden.

Dank aan pastor Verbruggen die mij enthousiast rondleidde.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.