Een stad op de berg..

Zicht op Vézelay

Men ziet het van verre liggen: Vézelay! Van welke kant men ook komt.. het blijft een fascinerend gezicht. De exotisch klinkende naam betekent: ‘hoge berg’ (de zelfde etymologische roots als die van ‘Vesuvius’ klinken mee!). In het vriendelijk glooiende Bourgondische landschap is er plotseling de verrassing: de stad op de berg. Het is dezelfde ervaring die de pelgrims hebben bij het zien van de heuvel van Laon als die uit de korenakkers van Noord Frankrijk oprijst, of van de merkwaardige rotsbult van Mont Saint Michel, die in Normandië uit de zee omhoog komt en je kilometers lang blijft begeleiden. Een stad op de berg kan niet verborgen blijven. Je kunt er niet langs… je moet er iets mee: je moet er naar toe. Drommen autobussen, personenauto’s, ronkende motoren en zwetende fietsers doen dat… een enkele voetganger met rugzak daartussen. Je moet denken aan de psalmtekst waarmee de Mis vroeger begon: ‘Ik zal opgaan naar het altaar Gods, naar God die mijn jeugd verblijdt’.

 Naar boven

Boven op de berg wordt er orde aangebracht. Bussen beneden, auto’s ietsje hoger, voetgangers mogen echt hoog komen. Boven spreken de monniken van Jeruzalem graag over de mystiek van de hoogte. Net als Origines vroeger (wiens werken men in de boekwinkeltjes langs de hoofdstraat kan kopen). Hij sprak graag over de berg van Jesus’ verheerlijking. De zes dagen dat Jesus daar verbleef corresponderen met de eerste zes scheppingdagen. Een inleiding voor de openbaring van Jesus’ glorie. We klimmen verder en staan dan voor de kerk.

Het voorportaal

De voorgevel is niet oud meer, Violet le Duc (de Franse Cuijpers), bouwde die. Laten we daarom maar gauw naar binnen gaan. We komen in het gedeelte dat ‘Galilea’ heet. Naar de landstreek waar Jesus veel preekte en ooit zei: ‘gelooft in het Koninkrijk Gods en bekeert u.’ Op dertig kapitelen wordt dit thema toegelicht. David, die door de profeet Nathan wordt bestraft voor zijn zonde, kijkt ons aan. De pelgrim weet, dat David de psalm ‘miserere’ (psalm 51) schreef en kan hem voor de kerk binnen te gaan ook nog even bidden. Ook vader Benedictus wordt bekoord. Jozef (de Oudtestamentische) staat afgebeeld als de man, die de verleidelijke vrouw van Potifar weerstaat. Het menselijk leven wordt in al zijn ruwheid afgebeeld. Duiveltjes staren ons aan van meerdere kapitelen (de beeldhouwers moeten het ook een beetje leuk gevonden hebben om ze te maken denk ik).En dan ga je langs de grote Gastheer Jesus van het middenportaal de kerk in.

Binnen

Het licht straalt je toe. Het licht dat op 24 juni, de zonnewende, een lange keten van sterren vormt op de grond, precies in het midden van het schip.

In de verte glorieert het koor, maar eerst moeten de kapitelen van het schip bekeken worden. Zeventig gebeeldhouwde kapitelen die ons tot goede gedachten brengen. Men kan niet langs de ‘mystieke molen’ heen: Mozes en Paulus samen druk doende. Mozes schudt het koren in de molen, Paulus maalt het aandachtig. Zo wordt het brood des levens bereid uit een prachtige Oud- en Nieuwtestamentische coöperatie. Daarna verschijnen Abraham, Izaäk en Jakob. Met veel nadruk op Jakob, die ook Israël genoemd wordt. Hij wordt door zijn vader gezegend (dankzij Rebekka’s list), hij droomt van God en ziet de ladder met de engelen van de aarde af omhoog gaan, hij vecht met de engel. Ook de geschiedenis van de Messiaanse koning David wordt uitgebreid vermeld. Zijn misstap zagen we al in het portaal. Nu is hij bevrijder en overwinnaar. Hij hakt de kop van Goliath af, straft de moordenaar van koning Saul (hoewel die David zelf aan de troon bracht). Absalom, zijn zoon die naar de macht wilde grijpen, blijft met zijn lange zestiger jaren-haren in de boom hangen. De Messiaanse vrede lijkt (net als in onze dagen) nog ver. Het leven is een strijd. De wapens worden nog al eens gehanteerd. Kaïn wordt door een pijl zelf gedood (de Bijbel vertelt daar overigens niets over, maar ja een moordenaar komt slecht aan zijn einde). Mozes slaat met zijn zwaard een Egyptische bewaker neer, Judith hakt het hoofd van Holofernes af. Allemaal heel wreed. Neen dan onze tijd. Hoewel, de hele geschiedenis heeft niet zoveel moorden opgeleverd als de twintigste eeuw. Dus kalm blijven. Daniël kijkt vanuit zijn leeuwenkuil ons aan: het kwaad is overwonnen.

De liturgie

Dan gaat de liturgie beginnen. Een menigte heeft zich verzameld in het schip. Er worden hekjes geplaatst om te brutale fotografen even te temmen. De zang weerklinkt in oosterse stijl. De geschiedenis dringt zich op. Als de kyrielitanie weerklinkt denk ik aan de kruistochten. Bernardus heeft op de noordhelling van de hoogte hier zijn kruistochten aangeprezen. ‘Goed voor de gewone mensen’ dacht hij, om dichter bij God te komen. Maar toen hij merkte hoe slecht dat voor de joden en de moslims, die werden uitgemoord was, schrok hij. Ook in Vézelay zelf is gemoord: een abt, slachtoffer van de jalousie van de anderen. Kyrie Eleison. Maar daarna kwam gelukkig het Gloria. En ik dacht weer aan de Christus in het grote portaal.

Allen welkom

Om hem heen alle volkeren der aarde. Aan zijn rechterhand (!) zijn de joden afgebeeld in een talmudische discussie. Onderaan pygmeeën, die met een laddertje op een paard klimmen. Ook onbekende volkeren, ja zelfs wezens van andere planeten zien we. Iedereen mag meedoen. Pythagoras en Ganymedes (in het schip afgebeeld). De tekenen van de dierenriem rond het voorportaal herinneren ons eraan dat wij deel uitmaken van een heelal. De dienst loopt naar zijn einde. Cameramensen staan ongeduldig te wachten om weer mooie plaatjes te gaan schieten. Maar of zij werkelijk de boodschap verstaan die hier klinkt? De monniken zijn tolerant tegenover de toeristen, de Tv-mensen en de talloze fotografen. Misschien zullen hun geestelijke ogen en oren ooit geopend worden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.