Het vrome verleden
Neen het waren geen kleine kerken, die van Werenfridus in Oude Niedorp, Martinus in Nieuwe Niedorp en Lucas in Winkel met 300, 700 en 600 communicanten in 1515. Oude Niedorp (er rest nog een ruïne) had zelfs vijf zijkapellen en een supersjieke doopvont. Van de oude kerk van Nieuwe Niedorp staat de toren fier overeind en in Winkel hebben ze nog een uurwerk uit 1420. In de reformatietijd namen de katholieken hun schutspatroon Martinus mee naar de schuilkerk (toen) van ’t Veld. De actieve katholieke geloofsgeschiedenis krijgt in Nieuwe Niedorp zelf een impuls als op het kapittel van de Minderbroeders Franciscanen in Weert in september 1904 wordt besloten om in Noord- Holland een klooster te stichten.
Het klooster
Waar is het een ideale plek voor een klooster? Typisch een vraag van niet kloosterlingen. Een klooster stichten kan overal. Vooral als je een orde bent met missionair élan als de Franciscanen. Men dacht aan de minderbroeders van vroeger, de broeders uit Alkmaar die in Enkhuizen waren opgehangen. Het beste eerbetoon aan hen zou zijn een nieuwe vestiging in een door katholieken vrijwel verlaten streek. En zo geschiedde. De pastoor van ’t Veld en de provinciaal van de minderbroeders Vitalis Keenen legden gebroederlijk de eerste steen op 17 september 1906. Men ging voortvarend te werk: op 9 september 1907 betrok de eerste Gardiaan het klooster, naar de geschiedenis vertelt: ‘nog niet helemaal op stel.’ De Haarlemse bisschop Callier kwam op 23 september de kerk consacreren mits de kloosterkerk zou worden beschouwd als bijkerk van ’t Veld. De paters mochten ook geen missen lezen voor een lager stipendium dan de buren. Slechts 135 zielen mochten door de paters ‘hun parochianen’ worden genoemd. Het waren moeilijke tijden.
De kerk
De kerk was in sobere Franciscaanse stijl gebouwd. Opvallend is toch het fraaie rijke metselwerk. Het was er in de herfst en wintermaanden koud. Er was geen elektrisch licht en ook geen verwarming (!). De klok durfde men niet te luiden uit angst andersdenkenden te storen. Toen men het in 1916 wel probeerde was dat van korte duur. De kroon was verroest en brak in de kerstnacht van 1907 af. Het enige comfort werd geboden door de kroeg die naast de kerk stond en het was prettig voor de mensen die van verre wilden komen dat de kerk vlak langs de trambaan Wognum Schagen lag. De paters die elders gingen assisteren werden meestal toch met paard en wagen afgehaald. De duisternis bleef. In 1920 raakten enige kerkgangers na de nachtmis te water. De relatie met de buurt werd beter. De kroeg (nu notariskantoor) was een plaats waar men elkaar kon ontmoeten. In 1923 kreeg het klooster grote bekendheid door de conferenties voor niet katholieken die er werden gegeven. Afgeladen vol! In 1926 wordt een terreintje gekocht om een katholieke school te bouwen. Pas in de 50-er jaren gerealiseerd maar bloeiend tot in onze dagen. In 1930 kreeg de Gardiaan toestemming om een fiets te kopen: de tram was opgeheven. Pas in 1933 wordt de ons allen bekende provinciale weg aangelegd. In 1939 wordt de kerk echt verfraaid door een serie Maria-ramen van W.Wiegman. De Apocalyps wordt gebruikt: ‘er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon met twaalf sterren.’ Onderaan is Michaël in gevecht met de draak. Een ander raam (boven het oxaal) gaat over de marteldood van de monniken van Alkmaar. Niemand vermoedde echter dat de grote draak kort daarna werkelijk in actie zou komen. De oorlog kwam! En de erfgenamen van de martelaren van Alkmaar gaven nu gastvrijheid aan vluchtelingen uit de omtrek. De paters konden het als een blijk van waardering zien voor hun actie alle jaren doordat de Haarlemse bisschop Huibers op 30 december 1943 de kerk verhief tot een zelfstandige rectorale kerk. Er hadden 1196 mensen voor korte of langere tijd in klooster (en bierbrouwerij!) gastvrijheid genoten. Wat de verlichting betreft verviel men in 1944 weer in de oude slechte toestand. Enkele autolampen op accu’s geplaatst zorgden voor licht. De klok was ook geroofd. Wonder boven wonder kwam in december 1945 bericht dat de klok was teruggevonden op de bodem van het IJsselmeer. Het gebeurde regelmatig dat schepen die klokken moesten vervoeren midden op zee vergingen. Ze op te hijsen was voor de bezetter te lastig.
Van Franciscus naar Clara
Na de oorlog werd er een nieuws start gemaakt me het Apostolaatswerk. Mgr.Willebrands installeert in 1956 het bestuur van de Stichting Apostolaat N.H. Noorderkwartier. In volle actie viert men op 4 juli 1957 het 50-jarig bestaan van klooster en kerk. Tot ieders schrik –denk ik- wordt dan verteld dat de Franciscanen zullen verhuizen naar Hoorn. Gelukkig komen er kloosterlingen terug: de zusters Clarissen en uiteraard zullen enkele paters de kerk blijven bedienen. De geschiedenis van Franciscus die een huisvesting bouwde voor Clara herhaalde zich. In april vertrekken de paters uit het klooster. Aan de kerk is wat verbouwd omdat de slotzusters uit het zicht moesten zitten: de sacristie wordt de plaats van waaruit de dertien zusters de vieringen kunnen meemaken. Maar ook de zusters verhuisden (o.a. naar Megen en Someren). Het klooster kreeg nieuwe bewoning door de mensen van het Neocatechuminaat die hun steentje bij kwamen dragen aan de zielzorg in de regio.
Goede avond,
mijn hobby is de studie van romaanse en gotische doopvonten.
Weet u iets meer over het supersjieke doopvont van de Werenfriduskerk in Oud Niedorp ?
Ik vind er niet over.
Dank bij voorbaat.