Het grote rode dak

Twee patroonheiligen!

Misschien is de wakkerheid van de kerkgemeenschap van Ursem te danken aan het feit dat men in de stichtingstijd maar liefst twee patroonheiligen had: St. Jan de Doper (24 juni) en St. Bavo (1 oktober). Heiligen die het midden van de zomer en het begin van de herfst markeren. Het alleroudste kerkje met die twee patroonheiligen lag aan de noordzijde van het dorp aan de Noordgouw. Aan de Schermerhornse kant was er nog een kerkje in de Mijzen waarover straks. Heiloo is waarschijnlijk de moederkerk van de Ursemse kerk die voor het eerst genoemd wordt in een kerkenlijstje van de abdij van Echternach uit 1063. Op de plek van de oude kerk in Ursem staat nu een heel bescheiden gebouwtje waarin de protestantse gemeente samenkomt. Het dateert uit 1848. Tezelfdertijd waren de Ursemse katholieken uit hun schuilkerk tevoorschijn gekomen en begonnen aan een onstuimige ontwikkeling die tot de dag van vandaag voortduurt!

 Katholieke actie

In 1858 werd er in Ursem een R.K. (toen nog R.C) kerk gebouwd als bijkerk van De Goorn. De kerk werd van daaruit ook bediend. De kerk en pastorie waren onder één kap gebouwd en vormden één geheel. Op 12 januari 1862 werd Henricus van Vassen Huyskes als eerste pastoor van Ursem benoemd. Het oude kerkje zag er (zie foto) van binnen eenvoudig en smaakvol uit. De vloer was van hout. Boven het altaar was van gips en kalk een voorstelling van de Hemelvaart des Heren aangebracht. Het aantal zitplaatsen in de kerk zal ongeveer driehonderd hebben bedragen. In 1899 werd de kerk reeds te klein en werd besloten het portaal in de kerk weg te breken en het aan de buitenzijde weer aan te bouwen. Maar dat hielp niet, in 1915 waren er al bijna 800 communicanten (!).

Bouwplannen voor een nieuwe kerk

Komend vanuit de westelijke richting naar Ursem, wordt de skyline van het dorp gekenmerkt door een hoge kerktoren en het opvallend grote rode kerkdak dat er tegenaanleunt. Het is (achteraf beschouwd) een gelukkige omstandigheid dat men bij de bouw van de nieuwe kerk de eerste contacten met architect Jos Margry verbroken heeft. Overigens wad de aanleiding droevig: de eerste wereldoorlog brak uit en bouwpastoor Wiegman die met Margry in onderhandeling was, stierf. Was Margry de bouwheer geworden dan had Ursem een hele braaf gebouw gekregen zonder veel cachet. De nieuw aangestelde pastoor van der Poel die de draad weer oppakte trad plotseling in onderhandeling met een andere architect: Kropholler, waarom weet niemand.

De kerken (en stadhuizen) die Kropholler bouwde zijn kloek, nooit saai. We beschreven al eerder de Martelarenkerk in Amsterdam en de Onze Lieve Vrouwekerk in Beverwijk. De planning in Ursem was moeilijk. Is het niet te duur een toren te bouwen? Misschien is een houten dakruitertje genoeg? De meest krenterige kerkmeesters pleiten voor een opknappen van de oude kerk. Maar gelukkig: de bouw ging toch van start: exclusief pastorie maar inclusief een stenen toren. Hoera! De eerste steenlegging plaats vond op 6 april 1920.

De Krophollerkerk

De Scheveningse bekeerling Kropholler werd door de Cuypersfamilie met enige minachting bekeken. Men vond hem ‘modernistisch’ en weinig interessant. Kropholler zelf verklaarde de vakkundige verwerking en toepassing van inheemse materialen heilig. Met eenvoudige middelen moet een waardig zelfverzekerd effect worden verkregen, ‘met nuchtere soberheid die vrolijkheid niet uitsluit’. Vrolijk verliep de bouw voor de architect allerminst. De tram naar Schermerhorn liet het regelmatig afweten. En bovendien moest hij dan nog lopen van Schermerhorn naar Ursem. Met het wisselvallige Westfriese weer niet altijd een vreugde. De bouwwerkzaamheden verliepen keurig. Er mochten geen krachttermen vallen op het werk en het loon mocht niet in een café worden uitbetaald. Het resultaat is verbluffend. Van de Omval aan de oostkant van Alkmaar af kan men bij helder weer de Bavokerk van Ursem al zien liggen. De stevige 40 meter hoge toren staat er bij alsof hij de eeuwen heeft getrotseerd.

Het interieur

We treden een 37 meter lang en 25 meter breed kerkgebouw binnen opgetrokken uit gele Friese baksteen. Wel even wat anders vergeleken met het ‘tuttige’ interieur van het oude kerkje. De sluitzijde van de apsis kende oorspronkelijke drie ramen in het midden die helaas zijn dichtgemetseld omdat het tegenlicht de pastoor stoorde. Hoeplijk gaat men die weer openbreken. De gebrandschilderde ramen in de kerk zijn gemaakt door de Haagse glazenier Lou Asperslag en verbeelden de hoofdmysteries van Christus. In de apsis zijn tijdens de tweede wereldoorlog schilderingen aangebracht van Stolhoff de Jong uit Soest over de storm op het meer en de verschijning aan Thomas. De rust van het interieur wordt daar wat door verstoord, geen centimeter liet hij onbeschilderd. Zijn kruiswegstaties zijn wat beter geslaagd. Het hoofdaltaar is van de edelsmeden Jan en Eloy Brom uit Utrecht. De beelden van de H.Bavo aan de linker gevel en van koning David met de harp boven de trap naar het zangkoor komen nog uit de oude kerk.

Een festival en verder

Deze zomer vindt van 18-21 juli een aardig festival plaats in de buurtschap de Mijzen die tussen Ursem en Schermerhorn ligt. Daar zijn nog (bij Annahoeve aan de Vrouwenweg) fundamenten gevonden van de uit de 10e eeuw (!) daterende oude Mariakapel. Graaf Albrechts vrouw bezocht die devoot. Ja er wordt in deze streken al lang gebeden en gewerkt. Helaas werd het heiligdom in 1745 afgebroken. Het houden van het Mijzer festival deze zomer op deze plek wijst op nieuwe actie in onze tijd. En die is er ook in de parochies van Ursem zelf en Schermerhorn waar de kerk in geheel vernieuwde gedaante weer in gebruik is genomen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.