Bertus Aafjes
Bertus Aafjes schrijft in zijn verhaal: ‘op het wonderlijkste dak van Nederland’ over een speurtocht met een oud opzichter boven de gewelven van de Sint Jan in Den Bosch. Ineens belanden zij op een houten vliering onder het koepeldak. ‘Daar middenin zit het oog van God, dat je vanuit de kerk aan de zoldering van de koepel ziet’ zegt zijn gids. ‘Kan ik daar bij komen?’ vraagt de jongen. ‘Ja, maar het is niet ongevaarlijk.’ En als de jonge Aafjes op zijn buik kruipend over de planken het oog bereikt ziet hij een opening ter grootte van een rijksdaalder. Hij kijkt er door: een ijzingwekkend eng gezicht: een vervormd perspectief van de vier pijlers die de koepel steunen, duizelig en luchtziek kijkt hij in een gotisch ravijn. Haastig trekt hij zich weer terug en laat het zien naar de mensheid beneden maar verder aan de Eeuwige over. Dat verhaal speelt in de Sint Jan in Den Bosch. De kathedrale basiliek van Sint Jan moeten we zeggen.
De Guide Michelin
In de Guide Michelin wordt hij beschreven als een kerk met (slechts) één ster: een omweg waard. Maar dat komt omdat Fransen natuurlijk met enig dédain op alle kathedralen buiten hun eigen land neerkijken. De bouwactiviteit in Den Bosch begon toen aan de gewone parochiekerk in 1366 een kapittel werd verbonden. Er moest toen iets groters komen. Braaf heeft de architect toen de plattegrond van de kathedraal van Amiens gekopieerd. Gelukkig werd het resultaat na meer dan een eeuw bouwactiviteit, een wat huiselijke Brabantse stadskerk. Dat vredige effect wordt vooral bereikt omdat de oude Romaanse lage toren is bewaard. Erg gezellig werd de kerk ook door de eindeloze hoeveelheid beeldjes op de luchtbogen. De middeleeuwse beeldhouwer kon hier zijn fantasie botvieren.
Hoogmoed komt voor de val
De protserige, meer dan 100 meter hoge toren die eerst op de viering stond is ‘gelukkig’ in 1584 (precies 25 jaar nadat de Sint Jan kathedraal was geworden) ingestort. Een veel intiemer vieringtoren werd er ter vervanging op geplaatst. Toen ik als kind de Sint Jan bezocht met een oude tante die in Den Bosch woonde, was de kerk van binnen helemaal zwart van de walm van de talloze kaarsjes die toen nog in de kapel van de Zoete Lieve Vrouw mochten branden. Zo’n vijfentwintig jaar geleden is de hele kerk schoongemaakt. Verbijsterend waren de plenzen licht die toen de kerk binnenvielen. Vele Bosschenaren moesten wel even wennen omdat de kerk haar mystieke duisternis was kwijtgeraakt en plotseling een bijna Hollandse heldere kerk was geworden. Een voordeel van deze schoonmaak was wel dat er talloze geschilderde figuurtjes, bloemen, planten en monstertjes werden ontdekt op de gewelven, ontdaan van de zwarte walmlaag die hen jarenlang aan het oog onttrokken had. Tijdens de restauratie werd het priesterkoor opnieuw ingericht.
Een bijbels programma
Een nieuw hoofdaltaar (het enige in Nederland dat door een Paus werd ingewijd) werd midden onder de vieringtoren met het oog in het plafond geplaatst. Plebaan van der Camp heeft een schitterende Bijbels programma ontworpen dat langs de randen van het nieuwe vierkante liturgische centrum werd uitgevoerd. In zijn toelichtingboekje uit 1988 lezen wij dat een jood (rabbijn Aschkenazy) en een protestant (dominee Kroon uit Amsterdam) hem hebben geïnspireerd. Niels Steenbergen, een waardige eigentijdse opvolger van de middeleeuwse steenhouwers, voerde bijbelse programma het uit. Ook hier, net als op de luchtbogen, vele personages. Ze zijn gegraveerd in steen in zgn. glyptieken, ondiep beeldhouwwerk zoals we dat op Griekse vazen aantreffen. De figuren lijken een beetje op de Wajangpoppen van een oosters schimmenspel. We zien een feestend gezelschap bezig in Kana: de beste wijn is voor het laatst bewaard! Rechts daarvan spreekt Ezechiël tot de mensen die zonder hoop zijn over opstanding en de bevrijding. We zien elders koning David, die de ark van God in Jeruzalem opwacht. Overal mensen op zoek of op weg. De stoeten toeristen en pelgrims herkennen zich het gemakkelijkst in de Joden die wegtrekken uit Egypte. Hoe zwaar het zwoegen daar was wordt ook afgebeeld, is het leven niet soms een tranendal? Maar de engel van God houdt de arme kinderen Israëls de soldaten van het lijf. En er is nog een ander stoet: de bevrijde ballingen uit Babel. ‘Toen God ons thuisbracht uit onze ballingschap was het alsof wij droomden’ lezen we letterlijk in psalm 126.
Wij moeten verder
Al die zoektochten naar het geluk voltrekken zich onder het waakzame toezicht van het oog van God boven in het gewelf, die met welgevallen naar Zijn mensen beneden kijkt. De siddering die kinderen soms beving bij het zien van de voorstelling van het alziend oog van God is verdwenen. Mensen ervaren Hem tegenwoordig als de Vriend die met hen meetrekt, het Licht dat ons aanstoot in de morgen, de God die met vriendelijkheid naar ons kijkt. Maar Hij is wel een Vriend en Herder, die grote dingen van ons verwacht. De restauratie van de Sint Jan maakt daar onderdeel van. U treft daar foto’s van aan uit 2012. Opvallend de detauilfoto waarin men ziet dat niet alles mooi is wat er aan natuursteen blinkt. De kern van het gebouw bestaat uit gewone baksteen. In het museum naast de kathedraal krijgt men een indruk van wat er allemaal gedaan is. Zeker ook even naar binnengaan maar… het bezoek aan Onze Lieve Vrouw van Den Bosch blijft toch het allerbelangrijkste.
Verwezen wordt naar het verhaal ‘Op het wonderlijkste dak van Nederland’ uit de Bertus Aafjes omnibus blz. 9. Gebruik is gemaakt van de gegevens in de Mededelingen van de van der Leeuwstichting aflevering 67.