Een oude parochie
Over het ontstaan van de parochie Hoogwoud zijn de wildste verhalen in omloop. Een oude (zeer fantastische) legende vertelt dat de woeste Friese koning Radboud (Redbad, 679-719) zich door de Heilige Wulfram in Hoogwoud zou hebben willen laten dopen. Omdat hij vreesde dat hij zijn familie niet in de christelijke hemel zou aantreffen zag hij er van af. Het verhaal is onwaarschijnlijk; bovendien was de naam Hoogwoud in die tijd in gebruik om een vesting die later Medemblik zou heten aan te duiden. De tweede legende houdt in dat graaf Floris de Vijfde (1254-1296) op plek waar hij het overschot van zijn vader Willem had teruggevonden, een kapel (sacella) ter ere aan de Maagd Maria heeft gesticht waarin een priester Missen voor het zieleheil van Willem kon lezen. Of de parochie zo oud is? Een nieuwe datering van de doopvont in de protestantse kerk van Hoogwoud uit het eind van de dertiende, begin veertiende eeuw (eerder was aangenomen dat de vont zou stammen uit de vijftiende eeuw) leert ons dat hier toch al heel vroeg gedoopt is.
De pastoors
De eerstbekende “Pape” van Hoogwoud wordt zonder naam genoemd in de zogenaamde ‘Uitspraak’ uit het jaar 1320. West-Friesland heet nog “Westeliglant” in het in 1318 gesloten verdrag van de bisschop van Utrecht en de Domproost-aartsdiaken Florens van Jutfaes. Vanaf het midden van de veertiende eeuw worden pastores van de parochie Hoogwoud met naam en toenaam genoemd, o.a. Jan Volpertzoon (13..-1353), Claes Vlaanderman (1353-1354), Willem Pietersz. Grove/Gronen, Dirk Voppenz. de jonge (1353-1359), Reinier Hillinc (1361) en Petrus van Nederswoude. De kerken van Hoogwoud, Aartswoud, Opmeer en Lambertschaag worden in 1395 voor het eerst genoemd in de rekeningen van de Dom van Utrecht, waar het gaat om het inzamelen van geld door “questierders”, ten behoeve van de bouw van de Dom daar. In hetzelfde jaar wordt de “cureyt” (pastoor) van Hoogwoud genoemd, in verband met het verkopen van een stuk land, dat voor turfwinning gebruikt kon worden, vermoedelijk uit geldgebrek. Een pastoor was niet altijd de werkelijke zielzorger ter plaatse. In 1435 is sprake van een dominus Petrus, curatus van de kerk van Lambertschaag, waarvan het kerkgebouw in de Hoogwouderban staat.
De middeleeuwse kerk
De oude (nu protestantse) kerk van het oude Hoogwoud is een brede eenbeukige kerk met een vijfzijdig gesloten koor en een toren van drie geledingen met balustrade en naaldspits. De twee onderste torengeledingen verrezen kort na 1472, de derde geleding en de omklamping van de twee onderste geledingen zijn uit 1886. De patroon Sint Jan de Doper, die volgens B. Voets in het begin van de 14e eeuw op verzoek van de Hoogwouders is gekozen i.p.v. Maria, gaat m.i. minstens terug tot 23‑24 juni 1476. In die tijd zou de kerk zijn heringewijd na een flinke verbouwing tot kruiskerk, vermoedelijk naar aanleiding van het instorten van de toren op 18 juni 1472, niet zo’n lange tijdspanne na het vermoorden van een parochiaan door pastoor Dirck Bartholomeeusz. Nog lang bleef een oud Mariaaltaar in de, inmiddels protestants geworden, kerk bij de katholieken in trek. Dat de naam St. Jan werd gepreciseerd in ‘St. Jan geboorte’ gebeurde waarschijnlijk in de tijd van de eerste twee bisschoppen van Haarlem (1561-1587, Nieuwland en van Mierlo). De toren van de kerk had in de middeleeuwen twee kleine klokken, waarvan er ééntje wel dienst zal hebben gedaan ten behoeve van het Angelus Domini-gebed. In 1649 besloot de vroedschap die door Hemony over te laten gieten tot “een goede suffesante nieuwe klock”. Nadat de oude toren en een deel van de kerk in 1674 door storm was verwoest (de klok overleefde het) kreeg de huidige kerk in 1680 zijn vorm naar plannen van Thijs Jansz.
De katholieke schuilkerk en daarna
Vermoedelijk heeft in de buurt van Koningspade 31 een katholieke schuil- of schuurkerk gestaan, getuige de vermelding in een notariële akte uit 1668, terwijl er beslist ook in 1644 een stond aan het Zuideinde (in de omgeving van de huidige R.K. kerk). In 1729 waren er 230 communicanten in “Hoogwout”, 12 gedoopten en 10 overledenen. Op 24 april 1821 werd de eerste steen gelegd voor een nieuwe stenen kerk, waarvan de kerkwijding op 24 oktober van hetzelfde jaar plaatsvond, ter vervanging van het van hout opgetrokken en voor de gemeente te bekrompen kerkje met pastoorswoning, daar deze “versleten en vervallen” was. De geschiedenis van de parochie in die tijd is niet of nauwelijks meer na te gaan, want een belangrijk deel van de oude archieven is zoek. Vast staat wel dat Hoogwoud al voor de katholieke emancipatie van 1853 een bloeiend katholiek parochieleven had. Het huidige kerkgebouw is gesticht onder het pastoraat van pastoor Cornelis van Staveren, die van 1861 tot 1880 parochieherder van Hoogwoud is geweest. De eerste steen werd gelegd op 16 december 1863. De architect was Th. Molkenboer. Nadat die tijdens de bouw was overleden, ontwierp zijn zoon W.B.G. Molkenboer de toren (1865). Molkenboer jr. bouwde ook de nabijgelegen kerk van De Weere (pas in 1905). Op 17 juli 1865 werd de kerk geconsacreerd. De R.K. St.–Joannes Geboortekerk is een driebeukige pseudobasilikale kruiskerk met vijfzijdig gesloten koor en een toren van drie geledingen met achtkantige lantaarn en naaldspits die verdacht veel lijkt op die van Vogelenzang uit 1861. Mgr. Wilmer consacreerde deze kerk op 17 juli 1865. In september 1965 kreeg de torenspits van de katholieke kerk van Hoogwoud een feestelijke “rode hoed”, door haar te beslaan met roodkoperen platen. Vóór die tijd waren er leien als bedekking. Van binnen is er veel te zien! Allereerst de ramen achter het hoogaltaar met de klassieke voorstellingen van Isaak die het hout draagt (links) corresponderend met Jesus de zijn kruis draagt (rechts) en Mozes met de koperen slang (links) en Jesus hangend aan het kruis (rechts). In de blinde muren van het schip staan de zaligsprekingen vermeld, boven alle (acht) deuren aardige reliëfs met evangelische motieven. Komisch is dat boven de middendeur aan de torenkant te lezen staat: ‘gaat in tot het Koninkrijk Gods’ en daaronder het bordje UITGANG. De in 1980 gerestaureerde kerk bevat een Ypma-orgel uit 1873 en mooi geschilderde kruiswegstaties van F.L.H. de Fernelmont (1882). De kerkhofkapel (1908) is in 1990 tot columbarium verbouwd. De parochie viert in 2015 het 150-jarig bestaan van de kerk. De parochie is actief en ik ben jaloers op het enorme aantal tuinlieden waarover ik in het parochieblad ‘Sjalom’ las. Chapeau!
Gebruik is gemaakt van de zeer uitgebreide en goed gedocumenteerde gegevens van Louis Groen, medewerker Westfries Genootschap.
Ik ben bezig met een Hoogwoud quiz en vraag mij af of u weet wat de hoogte van de St.Jans Geboorte kerktoren is.
Ik kan het nergens terug vinden, en mijn hoop is even op u gevestigd
Bij voorbaat dank
46 meter