Inleiding over het Romaans

Mijn Sabbat-jaar in 2000

Wat een zegen dat het sinds enkele jaren mogelijk is voor priesters, diakens en pastorale werkers/sters een Sabbatperiode op te nemen. Je moet wel zeven jaren aan een stuk gewerkt hebben om daarvoor in aanmerking te komen. Na 34 jaren pastoraat was ik daar aan toe. De Sabbat-DAG is een rustdag die ingevuld gaat worden door de ruimte die je (ook) inruimt voor bezinning en gebed. Een Sabbat-PERIODE is er om mensen zoals ik, die altijd maar in de parochies bezig zijn tijd te gunnen (drie maanden inclusief vakantie) opdat ze zich geestelijk gaan verrijken. Die kans heb ik onlangs aangegrepen en daar ging ik dan: op naar Frankrijk. Op naar het Romaans!

Belangstelling voor het Romaans

Een vraag vooraf: Wat is toch de reden van de steeds toenemende belangstelling voor de Romaanse architectuur?

Zeker, de dom van Keulen is indrukwekkend, de Notre Dame van Parijs mag niet gemist worden. De Sint Pieter in Rome maakt indruk op iedereen die binnengaat, maar… diep in het hart van de bezoekers leeft toch een voorkeur voor het Romaans. De kleinere kerken op menselijke maat met hun mystieke sfeer trekken mensen aan. De met beeldhouwwerk opgesierde gevels, de ronde gewelven waaronder men zich geborgen voelt, de kapitelen met daarop allerlei vertrouwde figuren. Jozef zien we, met zijn ezeltje dat Maria en het kind draagt. Jesaja de profeet houdt met een sierlijk gebaar zijn schriftrol vast. Daniël zit triomfantelijk tussen zijn leeuwen als was hij in een dierentuin. Maar ook minder vertrouwde, vreemde figuren staren ons aan. Een vrouw met een hoofd en twee lijven, een bloot kereltje, dat met een monster speelt. Vreemde vogels met grote kromme snavels, een mannetje met een vierkant hoofd. Leuke grapjes van de beeldhouwers? Dat is toch niet aan te nemen. Zouden de monniken (de opdrachtgevers, die zelf ook bouwden en beeldhouwden) dat toegestaan hebben? Het is niet aan te nemen. Neen, al deze figuren en figuurtjes zijn daar aangebracht, omdat ze ons iets willen vertellen. Maar wat?

Ronde bogen primitief?

Wanneer zijn al deze kerken gebouwd? Hoe dachten de mensen toen, hoe voelden ze zich? Waarom bouwden ze hun kerken zoals ze ze bouwden? Met die dikke muren en de ronde bogen. Neen, om alvast een gedeelte van het antwoord te geven: ze waren niet primitief. En ook de spitsboog van later zou in hun ogen niet als een verbetering gezien worden. De ronde boog is immers een halve cirkel. En de cirkel is het symbool van God. De eenentwintigste-eeuwse kijker moet zich wel realiseren, dat de kerken er vroeger veel gezelliger uitzagen dan nu. Ons treft soms de soberheid van de muren maar… dat was vroeger niet zo. Men liet vaak geen vierkante centimeter onbenut. Muren en gewelven, beelden en kolonetten (ook aan de buitenkant van de kerk) waren beschilderd. Soms in onze ogen kakelbont. Binnen in de kerken zijn de meeste van die oude fresco’s verdwenen (behalve het geheel beschilderde 50 meter lange gewelf van St. Savin in de buurt van Poitiers (waarover later meer).

Een nieuw millenium

De Romaanse kerken verrezen in de twee eerste eeuwen van het vorig millennium. Misschien is het begin van ons nieuwe millennium een mooie tijd om ons een beetje te verdiepen in de leefwereld van de mensen aan het begin van het eerdere nieuwe millennium. Aansluitend op een van de belangrijkste theologische ontdekkingen van onze tijd: de verbondenheid van het christendom met het jodendom is de invalshoek van de manier waarop we de kerken gaan bekijken, de manier waarop het Oude Testament is verbeeld. Oud zal dan niet versleten blijken te zijn, maar kostbaar. En ook voor de mens van nu van grote waarde. Zei Jesus zelf (Lc.5,39) niet: ‘de oude wijn is best.’

Romaanse hoogtepunten

Uitbundig wordt in de Romaanse periode de Bijbel bestudeerd. Het Scheppingsverhaal is een kernverhaal (zie de bijbel van Moutier Grandval uit 850). Gevels worden bedekt met bijbels beelhouwwerk (Poitiers). God is dichtbij. Daarom worden relieken gekoesterd. In Charroux vind men de restanten van een zeer eigenaardige bedevaartskerk rond de relieken van de ‘Saint Prépuce’ (!). De relieken van Magdalena die in Vezelay zouden zijn trokken duizenden pelgrims. De eenheid tussen Oud en Nieuw Testament werd existentieel beleefd. In Vezelay schudt Mozes het koren in een molen. Vol eerbied haalt Paulus het er als koren uit. Hete plafonds worden volgeschilderd (Saint Savin sur Gartempe) met de heilsgeschiedenis van Oud en Nieuw Testament als één grote hymne aan Gods liefdevolle omgang met de mensen. Bernardus van Clervaux houdt zijn eindeloze hoeveelheid preken over het Hooglied. De relieken maken het Heilige ‘knuffelbaar’ maar de schilderingen en beeldhouwwerken zijn belangrijker. De kernboodschap: God is liefde!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.