Joseph en Maria van Haarlem

Haarlem bisschopsstad

Het geschiedde in een van de moeilijkste tijden van de Nederlandse kerkgeschiedenis dat men vanuit Rome probeerde de onrust te bezweren door Haarlem bisschopsstad te maken. Nicolaas van Nieuwland celebreerde plechtig in de oude Bavo (vroeger aan Maria toegewijd maar op aandringen van de monniken van Egmond aan Bavo gewijd). In 1572 belegerden de Spanjaarden Haarlem. Haarlem bleef dus rooms. Maar niet voor lang. De ‘staatsen’ lieten deze belangrijke stad niet ongemoeid en op Sacramentsdag, 29 mei 1578 vielen soldaten de oude Bavo binnen en Haarlem ging officieel over op de nieuwe leer.

Haarlem, stad van de vijf kathedralen

De Begijntjes (vlak bij de plek waar de St. Josephkerk zou worden gebouwd) waren de enige die officieel mochten blijven maar de zielzorg was hun stiel niet. Die werd verricht door ondergronds werkende priesters. Veel later ontstond er onder de geestelijken van de Roomse Clerezij ruzie en werden de Rooms katholieken van de Oude Clerezij (zoals zij zichzelf noemden, nu beter bekend als ‘Oud katholieken’ ) door Rome als afgescheidenen beschouwd. Hun wijdingen bleven wel geldig. De Oud katholieken herstelden het oude bisdom in 1742 (eerder dan Rome goed vond!) in en hadden hun kathedraal(tje) aan de Koksteeg. Toen de Rooms Katholieke bisschoppelijke hiërarchie in 1853 werd hersteld werd Haarlem weer Rooms Katholieke Bisschopsstad (koning Willem I had eerder in Rome voor Amsterdam gepleit) en werd de St.Josephkerk aan de Jansstraat als kathedraal in gebruik genomen. Later werd er een nieuwe (Bavo)kathedraal gebouwd aan de Leidsevaart en de nog later bouwden de Oud Katholieken een nieuwe kathedraal aan de Kinderhuissingel. Als u alles bij elkaar optelt blijk Haarlem vijf gebouwen te bezitten die kathedralen waren of het nog zijn.

De St. Josephkerk

De huidige St.Josephkerk kan een opvolger worden genoemd van de rk. statie van het begijnhof, een van de tien schuilkerken van Haarlem. Het front zou daarom ook richting Begijnhof worden gebouwd. Tijdens de voorbereiding kwam echter de idee het front naar de Jansstraat te draaien. De angst dat de katholieken te veel lawaai zouden maken en de eredienst in de tegenover gelegen hervormde Janskerk zou hinderen werd weggewuifd. De architect werd een ingenieur van het ministerie van Waterstaat: Dansdorp. Van 1841 tot 1843 werd de kerk gebouwd, een echte Waterstaatskerk. Later zouden de neogotische bouwmeesters smadelijk zeggen: ‘wat er staat is waterstaat’ waarmee ze bedoelden dat men zich maar bij de neoklassieke mengstijl van dergelijk bouwsels moest neerleggen. De torens van de Waterstaatskerken zijn (dat geldt ook voor die van De St.Joseph) zelden imposant. Meer een soort theekoepeltjes maar dan niet in een park maar op het dak. Genoeg kwaadgesproken. Met voortvarendheid werd de bouw aangepakt en de kerk werd –als gezegd- in 1853 zelfs tot kathedraal verheven. Daarom werd het priesterkoor ras vergroot. Een degelijke roomse architect werd daarvoor aangezocht, Th.Molkenboer die juist bezig was met de bouw van de kerk van Overveen en al eerder de kerk van Vogelenzang had gebouwd (zie Samen Kerk februari en oktober 2006)

De verbouwing tot kathedraal en verdere aankleding

Bisschop van Vree en Plebaan van Luenen werkte harmonieus samen. In 1870 werden zeer joyeuze koorbanken voor de kanunniken geplaatst ontworpen door architect van den Brink. Het hoogkoor is op een vertederende wijze opgesmukt. Mozes, koning David, Jesaja en Salomo kijken op ons neer. Maar de sacrale ruimte, neen de hele kerk wordt toch overheerst door de grote schildering van Anthonie Brouwer van de 24 oudsten uit het boek van de Openbaring die rond God de Vader zijn afgebeeld. Eerbiedig buigen zij voor het Lam Gods dat op het boek met de zeven zegels staat. Kleurige glazen van Jules Dobelaere uit Brugge van Melchisedek en het Paaslam komen hier beter tot hun recht dan de ramen van dezelfde glazenier in de Bavo aan de Leidsevaart waar ze wat petieterig overkomen. Op het baldakijn boven het hoofdaltaar kijken vanaf de hoeken de heiligen Willibrordus, Bonifatius, Jeroen en Bavo op ons neer. Langs de muren van het schip is (het klinkt wat ongepast) uiterst levendige (bijna gezellige) kruisweg van Eugène Fernelmont te zien. In 1912 kreeg de Haarlemse kunstschilder Loots (woonachtig tegenover de nieuwe Bavo) opdracht de kerk wat vrolijker kleuren te geven. Een bonte polychromie was het gevolg. Geen centimeter bleef onbeschilderd. De kerkvaders van oost en west staren ons aan. Op het plafond zijn de zaligsprekingen gekoppeld aan bijzondere heiligen als Franciscus van Sales (zachtmoedig), Maria Magdalena (treurend), Neopmuk (vervolgd) etc.

Unieke persoonlijkheden

De Josephkerk kent een beroemde koor- en orgelcultuur. Nico Andriessen, die zich in 1871 in Haarlem vestigde, bracht de koorzang tot grote hoogte. Men legde zich toe (en doet dat nog steeds) op de authentieke Gregoriaanse koorzang. Daarnaast ook op de klassieke polyfonie maar die is eigenlijk naar de nieuwe kathedraal verhuisd. Het orgel werd bespeeld door Hendrik Andriessen (zoon van Nico Andriessen), Jos en Albert de Klerk die niet minder dan 64 jaar (tot 1998) op zijn post was. Een plaquette links achter herinnert aan deze unieke persoonlijkheid. Even uniek is de persoon van deken Theodorus Zwartkruis die in 1961 van Hageveld naar de Jansstraat verhuisde en nog later naar de Nieuwe Gracht. Na hem kwam deken Beemer die tot in de 21 eeuw het pastoraat aan de Jansstraat inspireerde. Op een foto van 1968 ziet men dat naast het Gregoriaans ook de beatmis de Joseph had bereikt. Maar Gemma Coebergh en Vincent van Buuren zetten de klassiekere muzikale tradities voort.

Maria in de Joseph

Sinds de late middeleeuwen wordt Maria van Haarlem vereerd. Ze hoorde bij de Begijnhofkapel maar kreeg een nieuwe ereplaats in de Mariakapel aan de Jansstraat. In 1956 is die kapel grondig gerenoveerd en het bonte raam van Trautwein aangebracht.

Een historische dag was het toen bij de ommegang met het beeldje van Maria van Haarlem in mei 2005 (de devotie was toen 500 jaar oud) men met de processie ook even de oude Bavo aandeed. De Kerkenraad en de Dominee van de oude Bavo hebben de vrome pelgrims gastvrij ontvangen. De tijden veranderen. . gelukkig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.