Vlak bij de oude toren
Het is genoeglijk wandelen in het winkelcentrum achter de oude Laurentiuskerk. Het is moeilijk voor te stellen dat men hier op een strandwal loopt waarop al in 1063 bewoning kwam. Twee oude kastelen waren er: Assumburg in het noorden en Marquette aan de zuidoostkant. De torenonderbouw van de oude kerk is mogelijk 13e eeuws. De top, daterend uit het eind van de 15e eeuw past er goed bij: hij lijkt ouder dan hij is. We waren al eerder in Heemskerk toen we de nieuwe Laurentius (uit 1890!) behandelden: de kerk met de hoogste dakruiter van ons bisdom. Nu gaan we naar de westkant van het dorp. Op de geest tussen de duinrand en het dorp ontwikkelde zich een tuinbouwgebied. En aan die kant vinden we de Onze Lieve Vrouwekerk, een modern bouwwerk van architect Jos Bijnen met futuristische trekjes vind ik. Dat geldt vooral voor de klokkentoren die sterk contrasteert met de oude dorpstoren en de dakruiter van Tonnaer op de katholieke kerk aan de andere kant van het dorp. Maar nog opvallender zijn de ramen!
Gekrakeel in Heemskerk
Wat een tumult was er in de zestiger jaren van de vorige eeuw even voor de inwijding van de nieuwe Heemskerkse Mariakerk. Het ging allemaal om die ramen. Met grote ijver had de kunstenaar Jon Martins, laatstelijk woonachtig onder de vuurtoren van IJmuiden, zijn werk ter hand genomen. Een visioen stond hem voor ogen bij de vervaardiging van het unieke vierentwintig meter lange grote raam aan de achterwand van de kerk. Hij bracht wel wat verbazing teweeg toen hij die visioenen in glas verbeeldde. Maar de kunstenaar moest verder. ‘Het moet afgelopen zijn met de bekoringen’ zei hij anders komen de pelgrims nooit in de Eeuwige Stad aan.’ Alle figuren in het grote raam zijn imaginaire personen op weg naar de lichtende stad: Jeruzalem. Sommigen met de handen devoot gevouwen anderen in een wat gestileerder houding. Maar veel parochianen vonden het één groot carnaval. De kunstenaar weer: ‘denkt u zich in: God, de mens, dieren, onweer, kreten van vreugde en smart, zon aarde, maan en sterren, insecten bloemen allemaal bij elkaar.’ De kunstenaar zag het universum als een geheel. Hij zag juist geen verschil tussen een bloem, een mens of een mooie veer. Het was immers de verlichte tijd van provo en van al het andere vernieuwende denken.
De Eeuwige stad visionair en braafjes verbeeld
Het totaalontwerp van Jon Martins was ooit goedgekeurd maar toen het op betalen aan kwam van het inmiddels voltooide grote achterraam gaf de opdrachtgever niet thuis. Een gang naar de rechter was nodig om zijn honorarium binnen te krijgen. De bouwpastoor zei hatelijk: ‘de enige reden dat wij die ramen laten zitten is omdat het zoveel zou kosten om zo’n glaswand te verwijderen.’ Na de voltooiing van de grote achterwand werd de opdracht voor de andere ramen Martins uit handen genomen. Voor het venster van de oostmuur werd een andere kunstenaar gecharterd: Eugène Laudy uit Heemstede die een wat traditioneler stijl hanteerde. In 2002 werd het rechtervak van de kerk afgeschot zodat de ramen van Laudy opeens in plaats van in de kerk in de koffiezaal terechtkwamen. We zien in zijn ramen een traditioneel uitgevoerde voorstelling van de Eeuwige stad Jeruzalem en een wat huiselijke voorstelling van Maria’s ten hemelopneming. Jesus tilt haar galant over de drempel. De stad zelf is voor de gewone gelovige duidelijk herkenbaar, een oosters stadje met een mooie rode zon aan de andere kant. Over de hele gang van zaken ontevreden besloot Martins zich nimmer meer met glas-in-lood-kunst te bemoeien ook al had hij talrijke opdrachten in het hele land uitgevoerd. Naderhand kwam toch een verzoening tot stand tussen de kunstenaar en de parochie. Helaas twintig jaar te laat. Inmiddels waren er nog nieuwere ramen gekomen in 1998 van de Heemskerkse kunstenaar Robert Smit. Weer met een diepzinnig motief! Het werd een verhaal over het neerdalen van het Goddelijke op deze aarde in de schoot van de Moeder (Maria). Het tweede motief verbeeldt het Kind (Jesus) dat lijden zal en het derde motief is de Vader die het Kind bij Zich opneemt.
Een verdere rondgang door de kerk
De kerk is een zeer brede ruimte waarvan nu de rechterkant is afgeschot. Het dak van de kerk is (net als in de Pastoor van Ars-kerk in Haarlem) schuin overdwars aangebracht. Het kerkgebouw rust als het ware op twee zuilen, die tevens zorgen voor een onopvallende scheiding tussen de grote kerkzaal en de dagkerk (aan de linkerkant). De zuilen symboliseren tevens de twee hoofdsacramenten van de kerk: Doop en Eucharistie. Aan de zuil in het midden in de kerk is het doopvont van musselkalksteen bevestigd. Het levengevende water stroomt er dag en nacht. Naast de ramen achterin met hun moderne vormentaal zijn ook de stenen reliëfs (toch weer van Martins) aan de koorwand interessant. Op hoogst originele wijze worden daar de kroning van Maria (in het bovenste tafereel) en het bezoek aan Maria daaronder uitgebeeld, beter gezegd aangeduid.
Het volk Gods trekt verder
Heemskerk boft met zulke interessante kerken. De Laurentius heeft een kleurige moderne schildering (van de eerder genoemde Rober Smit) in de triomfboog van een laatste oordeel als een bevrijdend gebeuren. De Mariakerk haar unieke eveneens kleurige raamwand over de pelgrims naar Jeruzalem, de stad van het licht. Beide kunstwerken vullen elkaar aan. En dan is er nog de intieme oude dorpskerk. De oecumene bloeit in Heemskerk en voor kleinere diensten of bijeenkomsten is laatstgenoemde kerk heel geschikt. Bij het verlaten van de Mariakerk valt weer op hoe mooi de ruimte is. De altaarwand is rustig en door de zuidelijke raamwand schijnt de zon. Zelfs in februari toen ik de kerk voor het eerst bezocht fonkelde het licht mij tegemoet. Het volk Gods onderweg vindt troost en bemoediging in deze ruimte. En de pelgrims zoals Marten ze verbeeldde zoeken nog steeds hun weg naar het Eeuwige Jeruzalem. Wanneer zullen we daar ooit aankomen?
Gebruik is gemaakt van o.a. het artikel uit ‘weekeinde’ uit 1988 over de ramen van Heemskerk van de hand van Ron Couwenhoven en de extra uitgave van het interparochiële blad Helm van maart 2002.