Komt de Bavo ooit af? Ontdekkingen bij de restauratie van de kathedraal III

Op zaterdag 27 en zondag 28 juli 1930 werd plechtig gevierd dat onze Bavokathedraal klaar was. De aanleiding was het gereed komen van de twee westtorens. Nu was de klus geklaard. Was die viering wel terecht? Mijn vader vond de torens lelijk: onaf. In zekere zin had hij gelijk: op een van de ontwerptekeningen staan er grote spitsen op: 40 meter hoog… minstens. Men heeft daar toch van afgezien. Terecht? Er zijn meer dingen in en buiten de kerk die je onaf kunt noemen.

Glorie
Binnen in de koepel – er liggen beneden spiegels zodat je je nek niet verrekt bij het kijken – zijn nog allemaal kale stukken. Om te beginnen in de hoed van de koepel. Daar waren mozaïeken gepland van de aanbidding van het Lam (Openbaringen 14) in het hemelse Jeruzalem. De omwalling van dat nieuwe Jeruzalem op de bovenste galerij kwam er wel: in goudkleurige keramiek zien we die. De twaalf poorten staan dag en nacht open, iedereen is welkom. Daaronder een prachtig bewerkte sierrand met Arabische motieven. Iets meer naar beneden is het een rommeltje. Uit de muur komen twaalf consoles tevoorschijn, elk met een baldakijntje erboven. Daar hadden de twaalf apostelen moeten staan. Waar de koepel overgaat in het rechthoekige midden van de kerk, zijn de pendentieven (de driehoeksvlakken tussen de rechthoek van de middentoren en de ronde trommel van de koepel) onbeschilderd. Daar hadden de vier evangelisten zichtbaar moeten zijn. Elders in koor en schip zijn bovenin nog grijze (hier en daar rood geschilderde) tekststroken met niets erin. Het hele Te Deum had daar gepast, maar alleen het plechtige Sanctus-gedeelte kwam er. Daarin wordt gesproken over de ‘gloria majestatis tuae’: de glorie van Uw grote majesteit. De oorspronkelijke tekening van Cuypers volgend is die tekst in 2002 in de koepelring aangebracht. Grote paniek bij de deskundigen: hadden we dat wel mogen doen? We schreven eerder over de actualiteit van de maatschappijkritische boodschap van Jesaja 6 waaraan de tekst ontleend is. Daarin wordt het koningschap van God geproclameerd, dat dwars tegen alle aardse regimes in wil gaan. Toch wel een waardevolle boodschap voor onze tijd, bleek na deze ‘voltooiing’. Maar de onvoltooide zaken blijven intrigeren.

Aan de buitenkant zijn er nog veel opvallender onvoltooidheden. Aan de buitenkant van de koepel zijn weer consoles en baldakijnen te zien met daar tussenin langwerpige steenklompen. Een beeldhouwer die tijd over heeft, zou meteen aan de gang kunnen om de bedoelde beelden vorm te geven. En dan zijn er ook nog de vormeloze steenklompen op de luchtbogen waaruit misschien ooit nog een mooi beest tevoorschijn had moeten komen. Wat een onaffe boel en wat vreemd dat men in juli 1930 de voltooiing van de kathedraal vierde: hij is helemaal niet af. Tijdens een van de laatste bouwvergaderingen opperde een kunsthistorica dat er wellicht opzet in het spel was. Er horen stukken onvoltooid te zijn. Dat deze kerk niet af is, is eigenlijk niet zo erg. Dat er objecten buiten en binnen onaf zijn gelaten, wil ons een gevoel van betrekkelijkheid bijbrengen en een verwijzing naar de eeuwigheid suggereren. Een kathedraal hoort helemaal niet voltooid te zijn.

De bouwplannen
In de Bijbel vind je een verhaal dat onze gedachten kan ordenen. In Babel wilden ze een toren bouwen, hoger dan alle bouwwerken op aarde, opdat men zich een grote naam kon maken boven alle andere naties en steden. Het verhaal gaat dat als iemand van de steiger viel en stierf, niemand op- of omkeek, maar o wee als er een hamer of een beitel viel. Dan jammerde iedereen: ‘Wie zal die gaan halen.’ De dingen gingen daar boven de mensen. Jezus vertelde ook eens een verhaal (Lucas 14,28-29) over een torenbouw die spaak liep. Er was geen goed plan gemaakt. Hij beveelt ons daarom aan om goede bouwplannen te maken opdat ons bouwproject voltooid kan worden. Is dat kritiek op onze Bavo? Dan ook op de onvoltooide middentorens van de kathedraal van Chartres en de hoogkoortorso van Beauvais, de Notre Dame van Parijs (de torens zijn zielige stompen), de Dom van Siena (die alleen uit het transept bestaat), de Sagrada Família in Barcelona die nooit af lijkt te komen en zeg maar bijna iedere grote kerk. Over wat voor een bouwproject spreekt Jezus in het Lucasevangelie? Neen, hij heeft het niet over een wolkenkrabber of een kathedraal, maar over het grote geestelijke bouwwerk van zijn kerk als een tempel van liefde onder de mensen.

Een nieuwe stad
En weer terug naar onze Bavo. Ik keek nog even in de spiegels beneden en zie boven mijn hoofd de stadsmuren van het Nieuwe Jerzalem. En ik ga associëren. Alle torens van onze Bavo, ja alle torens – plat of niet plat van boven – zijn bedoeld als omwalling van Gods nieuwe stad onder de mensen. We lezen daarover in het boek van de Apocalyps. In het 21e hoofdstuk droomt Johannes, die gevangen zat in een donkere grot op Patmos, dat het nieuwe Jeruzalem van God uit de hemel neerdaalt. De stad had (vs. 11) de heerlijkheid van God en haar uitstraling was als die van kostbare edelstenen. De stad was van zuiver goud en werd verlicht door de heerlijkheid Gods. Het meest raadselachtig is het zinnetje (in Ap.21,22) ‘maar een tempel zag ik er niet, want God zelf is alles in allen.’ Daarin wordt uiteindelijk verwezen naar een tijd waarin alle kerkgebouwen overbodig zijn. Dat is geen droevig vooruitzicht; alle bouwers van de kathedralen van alle eeuwen hadden dat grote ideaal voor ogen: we verwijzen naar een andere wereld, een geestelijke wereld waarin Gods liefde regeert.

Onvoltooid is goed
Niemand heeft ooit de euvele moed gehad Schuberts ’Onvoltooide’ (zijn achtste symfonie) na het vredige adagio nog van een menuet en een finale te voorzien. Moeten we nou nog gaan collecteren voor die hoge spitsen op onze kerk? Neen, ik denk niet dat Jezus dat wil. Ook de onvoltooide kathedralen hebben een eigen schoonheid doordat ze, zo onaf als ze zijn, verwijzen naar een werkelijkheid die alle gewone dingen te boven gaat: die van het Koninkrijk Gods dat zo spoedig mogelijk onder ons gestalte dient te krijgen. Dat kan – als wij meewerken – eerder zijn dan wij denken. Johannes heeft vertrouwen in onze Heer die zegt (Ap.21,20): ‘Ja ik kom spoedig’. En Johannes, die lijdt onder de onvoltooidheid van Gods Koninkrijk, roept dan uit: ‘Amen, Heer Jezus, kom!’ Ondertussen zal iedere generatie opnieuw als prioriteit moeten hebben samen Gods nieuwe wereld te helpen komen en te bouwen aan vrede en recht. Vrede en recht voor allen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.