St. Jozef, Zwaagdijk-Oost (1954) – St. Jacobus, Zwaagdijk-West (1929) en oude St. Nicolaaskerk in Hauwert
Het gevaarlijke water
Sedert de tijd dat het kleine Flevomeer door de natuurkrachten omstreeks de 12e eeuw langzamerhand was uitgedijd tot een uitgestrekte binnenzee, Zuiderzee geheten, hadden de bewoners van Noord-Holland, in het bijzonder die van West-Friesland, zware en langdurige zorgen om de nog overgebleven gebieden te behouden en te beschermen tegen de vraatzucht van het zeewater. Door het voortdurend aanleggen van dijken en dammen trachtte men de kracht van water en wind meester te blijven. Daarvoor had je elkaar nodig en zo ontstonden de waterschappen ‘Drechterland’ en de ‘Vier Noorder Koggen’ die we in de 17e eeuw horen noemen. Niet altijd boden de dijken voldoende bescherming: in 1825 vond een rampzalige overstroming plaats waarbij de landelijke overheid moest helpen. Een voordeel van overstromingen – als die toch plaats vonden – was dat er extra vruchtbaarheid ontstond.
Zwaagdijk
Het woord Zwaag uit de plaatsnamen Zwaag en Zwaagdijk is afgeleid van het Friese ‘Swaegh’, dat weiland betekent. En vruchtbare weilanden moeten door dijken beschermd worden. De Zwaagdijk is aangelegd vanaf Zwaag naar Wervershoof, niet als een directe zeewering maar als een extra bescherming. Langs de Zwaagdijk waren boerenhofstedes en ook enkele arbeiderswoninkjes. Van een echte dorpskern is hier geen sprake. De Noord-Hollandse monumentenbeschrijving spreekt van een ‘lintdorp ten zuidwesten van Wervershoof ontstaan als laat-middeleeuwse veenontginning’. Over een middeleeuwse kerk horen we niets. Pas in 1724 horen we spreken over Zwaagdijk als ‘statie’. Maar dan wel een statie zonder kerk. We horen spreken over zo’n 275 katholieke bewoners, bijna allemaal kaasboeren. Men kerkte in Hauwert (bijkerkje van Nibbixwoud) of in Westwoud. In 1773 moest men daar meebetalen aan een restauratie. In 1830 wordt het katholieke kerkje van Hauwert gesloten en kon men alleen nog maar naar Westwoud. Een ander keuzekerkje, dat van Binnenwijzend, was al in 1829 opgeheven. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 wordt het verlangen naar zelfstandigheid wakker. Zeer tegen de zin van de pastoor van Westwoud.
Een eigen parochie
In 1873 krijgt laatstgenoemde pastoor van de bisschop te horen dat Zwaagdijk toch zelfstandig mag worden. Pastoor Volkers wordt in dat jaar feestelijk ingehaald en doet zijn eerste Mis alhier in de oude boerderij van de familie Hokkeling ‘’t Stalleke van Bethlehem’. Er was zelfs een heel klein klokkentorentje op gebouwd. De pastoor had wel de opdracht een nieuwe kerk te bouwen. Reeds na drie jaar zelfstandigheid werd op 8 juli 1876 het hoogste punt van deze nieuwe kerk bereikt; het is een schattige kerk (zie de foto) van architect Henry van Tulder uit Drunen. Toen de kerk werd ingewijd waren de koorramen gelukkig nog niet klaar, want een enorme orkaan barstte los en de provisorische ramen vlogen in het rond. Geen goed voorteken! Later zou blijken dat de kerk erg slecht was gebouwd maar werd wel druk gebruikt. In 1943 werd nog besloten voortaan drie missen te doen op de zondagmorgen in plaats van twee. Maar het gebouw stond op instorten. Vandaar dat de kordate Mgr. Huybers in 1949, nadat in dat jaar weer een orkaan had toegeslagen tijdens een vormselplechtigheid, zei dat het tijd werd om een nieuwe kerk te bouwen. Op aandringen van Vicaris Groot werd architect De Vries gekozen om dat te doen.
Interessant om te lezen is dat men bij de bouw van de nieuwe kerk in 1952 met stomme verbazing ziet dat er lange betonnen heipalen de grond in gaan. Dat was bij het oude kerkje nooit gebeurd (vergeten?), met alle gevolgen van dien. Nadat er op 6 juli 1952 weer een priesterzoon van de parochie zijn eerste Mis had opgedragen werd de oude kerk gesloopt en op 16 juli viel de spits met donderend geraas naar beneden. De nieuwe kerk werd gebouwd op dezelfde plaats als de oude. Daarom moest men tijdens de bouw de diensten in de school houden; een heel gedoe.
Een nieuw begin
Architect de Vries bouwde de nieuwe St. Jozefkerk (Zwaagdijk 186) als een brede driebeukige kerk met een indrukwekkende voorgevel met uurwerk en een groot rond raam. Een beeld van St. Jozef van Termote siert de voorgevel. Rechts van hem een klein beeldje van Norbertus en een van Henricus aan de andere kant. Die werden aangebracht omdat Henricus de naamheilige was van pastoor Vreeswijk, bouwpastoor van de huidige kerk en Norbertus, de ordepatroon was van pastoor Volkers die de eerste kerk bouwde. Op het voorplein staat een grappige fontein die verwijst naar de wonderbare visvangst. Hij is in 1973 aangebracht ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de parochie. Het spetterende water moet als reclame voor de doop fungeren. Als je om de kerk heen loopt zie je dat er ook nog een klokkentoren is, een heel slanke achter het koor. Opvallend dat er met kunst en vliegwerk nog een derde klok is aangebracht tegen de lange pijp die de toren (meer een langgerekte klokkenstoel) bekroont.
Het interieur
Het interieur is indrukwekkend weids. Uit de oude kerk werden de kruiswegstaties (nu somber grijs ‘gekleurd’) meegenomen en het Adema-orgel uit 1901. Kort na de inwijding in 1954 werd een prachtig rozetraam, voorstellende Christus als rechter, in de voorgevel aangebracht. De gemeente Wervershoof heeft dit raam van Trautwein cadeau gegeven. De kerk dankt trouwens veel van haar inventaris aan de vrijgevigheid van de parochianen die zo’n schenking eervol vonden. Om toch te laten zien dat iedereen even waardevol was werden in 1963 de vaste plaatsen voor belangrijke en minder belangrijke parochianen afgeschaft. De parochie ontwikkelde zich verder en de foto’s van pastoors en pastorale werkers in de gang geven een mooi beeld van de ontwikkelingen van de laatste jaren.
Zwaagdijk-West
Als men de Zwaagdijk helemaal westwaarts afrijdt komt men in het kleinere Zwaagdijk-West. De St. Jacobus de Meerderekerk aldaar is iets ouder dan de huidige kerk van Oost. De kerk (Zwaagdijk-West 404) is gebouwd in 1929 naar plannen van Jos Bekkers. Als je goed kijkt zie je een klein dakruitertje op de kerk. Het is een klein, maar toch driebeukig bouwwerk. Van binnen een stoer interieur. Een balken zoldering, een gemetselde preekstoel. Een overtuigende Jacobus houdt toezicht. Er was niet genoeg geld om de geplande toren bij de ingang te
bouwen. Een toren staat er wel in het nabijgelegen eerder genoemde Hauwert bij de oude (nu protestantse) St.Nicolaaskerk). Toch een vrome plek: een oud Mariabeeld is ooit in een hoeve gevonden; nu in het Westfries museum. Wat torens betreft zijn zowel Zwaagdijk-Oost als Zwaagdijk-West karig bedeeld maar… niet erg; het gaat toch om de mensen?
Noot: Zwaagdijk-Oost kent nog enkele interessante stolpboerderijen, zoals ‘Land en Veenlust’ Zwaagdijk 194 (1881) met hoger opgetrokken middenrisaliet en eclectische details. Iets jonger is de stolpboerderij Zwaagdijk 153 (circa 1910) met dakerker en spiegel.
Heel interessant dat tussen Zwaagdijk en Wervershoof (bij de eendenkooi) niet vreselijk lang geleden 20 prehistorische grafheuveltjes zijn ontdekt! Die dateren wel van heel lang geleden toen de Zuiderzee er nog niet was!
Geraadpleegde boekjes:
Zwaagdijk Oost 100 jaar kerkdorp, A.Th. van der Buerg 1974
St. Jozefkerk 1954-1994, W. Neefjes.
Nog iets over de kerk in Zwaagdijk West: het interieur is zó gebouwd, dat er nog een stuk van het schip in de toekomst bijgevoegd zou kunnen worden.
En dan nog de toren: die zou dan vlak aan de straat komen te staan.
De dochter van de schenker van de grond had de volledige tekeningen van de architect maar door brand zíjn die, naar mijn weten, verloren gegaan.