Oud Purmerend
Purmerend is ouder dan je denkt maar je ziet het er niet direct aan af. Het ligt aan de oever van de Where, een watertje dat het Purmermeer met het Beemstermeer verbond. Wie over de brug aan de westkant de stad binnenrijdt passeert links een onmogelijk parkeerterreintje. Een bordje geeft aan dat hier het slot Purmersteijn stond, dat in 1470 gebouwd werd door Willem Eggert. Het stadje bestond al eerder: in 983 wordt de Purmer al genoemd (toen Pulmeri geheten) en in 1369 wordt het stadje Purmerend voor het eerst genoemd. Het slot Purmersteijn (niet het oudste bouwwerk van Purmerend) stond op een strategische positie aan het Beemstermeer. Een flink stuk geschiedenis overslaand ga ik direct naar het einde van het kasteel. Na de ondertekening van de Vrede van Munster in 1648 werden vreugdeschoten gelost door net geplaatste grote nieuwe kanonnen. Het gebouw zakte als een pudding in elkaar en men moet het nu doen met een prachtige maquette in het Purmers Museum (zeer de moeite waard!) en het bordje.
De kerk
De kerk was er eerder dan het kasteel. De eerste parochiekerk dateerde uit 1417. Midden in het oude stadje ligt de koepelkerk. Hij is niet rond maar achthoekig. De huidige kerk aan de kaasmarkt vervangt de gotische hallenkerk. De kerk was vergelijkbaar met de grote kerken van Edam en Monnikendam. Een sierlijke westtoren sierde het gebouw met een aardig carillon. Maar de Purmerendse bodem is niet ideaal om monumenten te dragen. De kerk hield het niet en moest in het begin van de 19e eeuw gesloopt worden. Van 1851- 1853 werd de huidige (toen protestantse) kerk gebouwd op de plaats van de oude kerk door architect W. A. Scholten. Het is een hoge achtzijdige middenruimte met acht lagere zijkapellen, vier rechthoekig en vier vijfzijdig. Er staat een grappig achthoekig torentje op het dak. Van binnen zijn er stucdecoraties en een open kap.
Ontwikkelingen
Al was, zoals overal in Noord Holland, het protestantisme de officiële godsdienst, de katholieken in Purmerend waren steeds duidelijk aanwezig. Eerst uiteraard weer in de schuilkerk maar vanaf begin 19e eeuw in betere kerken. Eerst een waterstaatskerkje dat later vervangen werd door een kerk in de naoorlogse basiliekstijl. Ik heb die kerk nog wel eens bezocht maar hij was vrijwel onvindbaar verborgen in de steegjes. In de tweede helft van de twintigste eeuw had de gemeente het oog gericht op de locatie van de katholieke Nicolaaskerk (daar zou een theater gaan verrijzen). Tel daarbij het feit dat de ‘koepelkerk’ voor de Hervormde Gemeente te groot werd en het plan lag voor de hand: de katholieken konden de grote kerk in. Zo ontstond de unieke situatie, dat Purmerend de enige plek in Noord Holland is waar de katholieken hun kerk weer terugkregen als was het inmiddels een ander bouwwerk geworden.
Kerken in een protestantse kerk
Het is verassend als men nu de kerk als katholieke kerk in gebruik ziet. In tegenstelling tot de middeleeuwse kerken die een katholieke sfeer ademen is dat hier niet het geval.We zijn duidelijk in een protestantse kerk op bezoek. De grote tien gebodenborden, een marmeren epitaaf ook uit de 17e eeuw en het enorme orgel zorgen voor een reformatorisch sfeer. De preekstoel uit 1643 is tijdelijk in Purmerland. Het hoofdaltaar staat er wat verloren bij. In de kapel links van het grote liturgisch centrum heeft men zijn schade ingehaald. Allerlei voorwerpen afkomstig uit de oude katholieke kerk afkomstig vormen een soort huiselijke enclave in de strak gestileerde kerk.
Purmerend architectenstad
In zijn jonge dagen woonde de familie van de bekende architect Jan Stuyt in deze stad. De befaamde architect heeft als kind vaak bewonderend opgezien naar de koepelkerk. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze koepelkerk zijn latere bouwwerken (de koepelkerken van Lisse, Den Bosch en ook de Haarlemse Bavo waar hij aan meewerkte) heeft beïnvloed. Van een heel ander kaliber is architect Oud, stadsbouwmeester van Purmerend, beroemd door zijn strakke nieuw zakelijke stijl. In het tegenover de kerk gelegen museum kan men een folder over een rondgang door Purmerend vinden langs zijn interessante bouwwerken.
Het orgel en de restauratie
Rudolph Garrels bouwde tussen 1739-1742 het inmiddels befaamde orgel. Het stond nog in de oude Hallenkerk en werd in 1853 overgeplaatst naar de koepelkerk van Scholten. Toen de hervormden die kerk in 1971 verlieten en nadat de gemeente Purmerend het gebouw had aangekocht, functioneerde het gebouw van 1978 tot 1980 als cultureel centrum onder de naam ‘Koepelkerk’. Het Garrels orgel was in 1976 al gedemonteerd en elders opgeslagen, de lege orgelkas bleef in het gebouw achter.
Door middel van de eerder genoemde gebouwenruil betrok de katholieke parochie van de H. Nicolaas en Catharina in 1989 de kerk aan de Kaasmarkt die inmiddels ‘de Nicolaaskerk’ heet. Wegens verzakking van de fundering (een typisch Purmerendse kwaal!) onderging het kerkgebouw in 1989/99 een grondige restauratie zodat de katholieken weer met een gerust hart op de stoelen (en in de ouderlingenbanken!) kunnen zitten. Ook het hoofdorgel kwam terug en werd in 2003 met een lange reeks feestelijke concerten, weer in gebruik genomen. Inmiddels was er in 2000 een ander (koor)orgel in de kerk gekomen, dat in 1864 door C. G. F. Witte gebouwd was voor de vroegere Doopsgezinde kerk. En dan is er ook nog een derde (kabinet)orgel van de hand van Baetz uit 1777.
De toekomst
Purmerend heeft een ‘vrijzinnige’ traditie, waar het het protestantse deel van de bevolking betreft. De katholieken hebben dat ook een beetje. Purmerend is de stad waar een bloeiende oecumenische gemeente bestaat. De samenwerking tussen de verschillende kerkelijke groeperingen wordt als belangrijk ervaren en dat is goed. Alleen is maar alleen. En wat geweldig dat de kloeke reformatorische orgels de volkszang kunnen ondersteunen!
Gebruik is gemaakt van het boekje van de Stichting Garrelsorgel Purmerend, waarin tevens de geschiedenis van de kerk ter sprake komt.