Heemstede is ouder dan men denkt! Al in de 11e eeuw is het dorp ontstaan. Op een strandwal achter de duinen kwamen kleine buurtschappen tot ontwikkeling. De heer van Heemstede bouwde in 1290 bij de monding van het Buiten Spaarne een kasteel. Daar omheen ontwikkelde zich een bescheiden dorpskom met een kerkje uit 1347, bijkerk van de Haarlemse Bavo. De eerste bisschop van Haarlem, Nicolaas van Nieuwland, overnachtte daarnaast ten huize van Peter van Aap de nacht voor 1 februari 1562, de dag waarop hij de zetel van Haarlem in bezit zou nemen. In 1623 werd het in 1573 zwaar beschadigde middeleeuwse gebouw door de huidige (Hervormde) kerk vervangen. Langs de strandwal ontstonden in de 17e en 18e eeuw allerlei buitenplaatsen. Vooral na 1900 werd het een geliefde woonplaats voor welgestelde renteniers en forensen. Een door J. Stuyt en Jos Cuypers (de beide bouwmeesters van de Haarlemse Bavo) opgesteld uitbreidingsplan kwam er in 1912. Diezelfde Jos Cuypers die we straks als bouwheer van de O.L.V. kerk zullen ontmoeten, bouwde ook nog het raadhuis. En Stuyt werd de bouwheer van het Seminarie Hageveld.
De katholieke kerken
Als we naar de katholieke kerken kijken, moeten we de Bavo aan de Herenweg eerst noemen. Architect Margry tekende ervoor. De kerk verrees in 1877 en verving een waterstaatskerkje uit 1818. Vandaag behandel ik echter de andere, nieuwere kerk: de O.L.V. Hemelvaartkerk aan het Valkenburgerplein. Die staat dichter bij het oude dorp dan de Bavo. De bouwheer van de kerk, pastoor Nieuwenhuis, had ingewoond in de pastorie van de kathedraal. Daardoor was hij goed bekend met de Cuypers-stijl. Zijn kerk moest door dezelfde Jos Cuypers worden ontworpen. Hij werd geholpen door zijn zoon Pierre, genoemd naar opa Cuypers die het Rijksmuseum en enorme Neogotische kerken had gebouwd. Zo moest het dus wel lukken.
Komend vanaf Hoofddorp valt de kloeke toren op van de Lieve Vrouwekerk, bijna 37 meter hoog. Hij kwam in 1925-1927 tot stand. Vader Jos en zoon Pierre volgden een expressionistisch ontwerp en hadden een kerk met een toren en een rijzige koepel voor ogen. Wegens geldgebrek is de koepel een beetje laag uitgevallen en verdient die naam eigenlijk niet meer. Hooguit kun je spreken van ruime stenen tent: een zeer bijbels gegeven. De kerk werd gebouwd aan een plein dat sinds 1922 genoemd is naar Johanna Valkenburgh, die hier ooit een buitenplaats verwierf die in 1790 werd gesloopt. Er kwamen negenenzestig huizen voor in de plaats. Voor de kerk werd eerst nog gedacht aan een locatie dicht bij het toen net gebouwde Hageveld, maar de voorkeur ging uit naar het centraler gelegen plein waar veel tramverkeer was. De kerk kreeg als titel Beata Maria Virgine Assumpta, dezelfde titel die de middeleeuwse Heemsteedse kerk gedragen had. Op 25 maart 1927 werd de kerk ingewijd.
Een kerk in nieuwe stijl
De Neogotiek werd gezien als de ideale bouwstijl voor katholieke kerken. Meer nog dan het Romaans werd de Gotiek gezien als de bouwstijl van de katholieke glorietijd: de 13e eeuw. In de katholieke kerkelijke bouwkunst zijn het vooral de ’jonge’ Cuypers (Jos) en zijn medewerker Jan Stuyt die staan voor vernieuwing. Waar het de architectuur betreft, wilde men af van de pastiches van de Gotiek. Zonder hatelijk te zijn kan ik zeggen dat de Bavo aan de Herenweg daar een voorbeeld van is. Net zoals de grote Bavo aan de Leidsevaart een kerk is waarin de vernieuwing in de architectuur en de decoratie zichtbaar is, zo is dat ook bij nieuwe O.L.V. kerk het geval. Kenmerkend zijn: centraalbouw en indrukwekkende ingangspartijen (westwerken). Daarnaast zijn er Berlagiaanse en Jugendstilelementen. Interessant is om de Heemsteedse kerk te vergelijken met de kerken die Stuyt en Jos Cuypers elders samen bouwden: de Antonius in Utrecht, de Sint Jacob in Den Bosch en de Amsterdamse Obrecht. Die laatste is eerder in deze rubriek behandeld.
Als u de kerk betreedt vanuit de majestueuze ingangspartij (let op de mooie tegelvloer) ervaart u de centraalbouw pas bij binnenkomst. Aanvankelijk vonden kerkelijke commissies de plaats van het hoofdaltaar niet nadrukkelijk genoeg en was men erg bang voor de parabolische vormen van de bogen. Pastoor Nieuwenhuis blijft geloven in zijn ontwerp en de architecten verwijten de commissie gebrek aan deskundigheid. Uiteindelijk wordt het ontwerp goedgekeurd. Dat was een goede zaak, want men was zijn tijd meteen vooruit en na het tweede Vaticaanse concilie hoefden er nauwelijks aanpassingen te worden gemaakt.
De kerk maakt een ’schone’ indruk: geen afleidende frutsels, maar schoon metselwerk overal. Het huidige altaar, vervaardigd door edelsmid Joost van Vlijmen, werd bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de parochie in 1977 door bisschop Zwartkruis ingezegend. De kromming in de bronzen poten weerspiegelt de vele boogvormen in de kerk. Vorig jaar kwam er een ambo bij in dezelfde vormentaal. Het priesterkoor heeft een mooi vloermozaïek, opgebouwd uit tegeltjes in de vorm van een krakeling. De preekstoel draagt een serie panelen met scènes uit de vroege christelijke heilsgeschiedenis: de geboorte van Maria (!), het huwelijk van Maria en Jozef, de Annunciatie, het bezoek van Maria aan Elisabeth enz. Indrukwekkend zijn de wandschilderingen van Han Bijvoet uit 1945. Hij is bekend van zijn ramen in de kathedraal en zijn wandschilderingen in diezelfde kerk en in Heiloo. In Heemstede zijn ze in een bijna Giotto-achtige stijl. De ten Hemelopneming van Maria wordt in een paradijselijke sfeer (goed passend bij het fraaie Heemsteedse landschap) afgebeeld. Er zijn ook stadse elementen: koepeltjes van het nieuwe Jeruzalem. Het hele priesterkoor had beschilderd moeten worden. In het Noord-Hollands archief liggen de ontwerptekeningen. Beneden had Eva nog zichtbaar moeten zijn en alle apostelen die van Maria afscheid nemen. Men is echter van boven af begonnen; alleen wat zich in de hemel afspeelt is geschilderd. Toen was het geld op. Vermeldenswaard zijn ook de kleine, maar pittig gekleurde afbeeldingen in de ramen van Frans Balendong: Mozes en Melchisedek in het hoogkoor, het scheepje van Jezus en de ark van Noach in de transepten, het Gouden Huis en de Mystieke Roos uit de Loretolitanie aan de ingangskant en zo meer.
Altijd beweging
De parochie is een levendige gemeenschap geweest en is dat nog. Bij het 40-jarig parochiejubileum sprak de bekende, onlangs overleden, theoloog Schillebeeckx de parochie bemoedigende woorden toe. De pastoors hadden hun eigen stijl. Dat gold voor pastoor Nieuwenhuizen in zijn eerder genoemde discussie met de esthetische commissie van toen, voor de pastoors H. Drost en IJs Tuijn, oud-leraar aan Sancta Maria, van 1985-1997 parochieherder en inzegenaar van talloze huwelijken. Van 1997-2002 werkte hier de toen nog zeer jonge pastoor Matthieu Wagemaker, opgevolgd door oud bisschoppelijk vicaris en kanunnik Guus Hendriks. ’Dat er maar steeds mensen door de patrones van de kerk bij de hand genomen zullen worden om ’te doen wat Hij hen zeggen zal’.
Gebruik is gemaakt van het boekje uit de serie Haarlemse miniaturen nr. 85 van De Vrieseborgh, uitgegeven b.g.v. het 75 jarig bestaan van de parochie in 2002.