Een oud bedevaartsoord
Neen, er zijn in Beverwijk niet meer bevers aanwezig dan in de rest van Nederland. Wel is er ooit een zeer vroege devotie tot de heilige Agatha ontwikkeld, een vrome maagd en martelares uit Sicilië die op 5 februari 251 stierf. Haar verering begon al kort na Karel de Grote. Zijn zonen waren geen goede bestuurders en de Noormannen maakten daar listig gebruik van. Toen een lief meisjes, Altruda genaamd, in de buurt van het huidige Beverwijk wandelde werd zij lastig gevallen door woesteling Rorik. Toen ze dacht ontsnapt te zijn en bij een watertje verkwikking zocht verscheen de woeste Rorik weer. Na aanroeping van de H.Agatha werd de slechtaard door een lichtflits gedood. Dit voorval uit 867 maakte indruk en in het dorpje Aagtenkerke en de pelgrims die er op afkwamen gaven het dorpje de nieuwe naam: Beevaartswijk, later afgekort tot Beverwijk. In 1276 horen we in een brief van Floris V voor het eerst de nieuwe naam Beverwijk noemen. In 1400 geeft de bisschop van Utrecht toestemming het kleine kerkje ter plekke te vervangen door iets groters: dat werd de huidige grote kerk met haar karakteristieke toren en het prachtige Mueller-orgel, een kleiner zusje van dat in de Oude Bavo in Haarlem.
Katholieken ondergronds
Zoals overal elders moeten in de reformatietijd de katholieken hun kerken afstaan en in schuilkerken gaan bidden. Zo ook in Beverwijk. De OLV-kerk staat op de plaats van het oude katholieke schuilkerkje ‘De Vogelsanck’. Het was in de eerste helft van de 17e eeuw gesticht en verving de oude Agatha die in reformatorische handen was overgegaan.
De O.L.V. van Goede raad kerk
In 1913 werd een begin gemaakt met de kerk, die sinds 2001 als monumentaal gebouw te boek staat. De kerk werd aan ‘Onze Lieve Vrouw van Goede Raad’ toegewijd. Een hooiveldje gelegen aan de Arendsweg hoek Galgenweg werd het bouwterrein.
Men durfde Alexander Cornelis Kropholler, geboortig uit Amsterdam, uit te nodigen de nieuwe kerk te bouwen. Hij was een volgeling van architect Berlage. Wie de toren van de beurs van Berlage in de hoofdstad bekijkt, merkt dat die bouwer niet van overdadige versiering houdt. Kropholler dus ook niet. Hij heeft uitgesproken vernieuwende ideeën waarover hij uitgebreid schrijft: ’de katholieken leverden in hun nieuwe gebouwen vaak een mengelmoesje van Gothische versiersels op grondvormen uit het jaar nul.’ Kropholler zelf leverde dus geen gotiek maar heeft Nederland opgesierd met een aantal fraaie kloeke kerken: de Beverwijkse kerk als eerste! Later de Petruskerk in Leiden, de Paschaliskerk in Den Haag en in ons eigen bisdom het abdijcomplex van Egmond (zeer verkleind uitgevoerd), de kerk aan de Linnaeushof in Amsterdam (zie Samen Kerk april 2004) en de kerk van Ursem met het grote rode dak. Hij bouwde ook profane bouwwerken zoals het stadhuis van Medemblik en het Hoge Huis in Alkmaar. Hij gebruikte bij voorkeur de Hollandse rode baksteen aan de buiten- en binnenkant. De architect was wars van foefjes en vond dat de constructie van het gebouw in één oogopslag te overzien moest zijn. Dat heeft tot gevolg dat men in al zijn kerken enorme kapconstructies kan ontwaren (geen gewelven tussen dak en vloer). De kerken moesten ook lekker breed worden opdat iedereen het altaar goed kon zien. Zijn eerste tekening voor Beverwijk toont ons een ’gewone’ toren met een spits maar later wordt het ontwerp veranderd en krijgt de Beverwijkse kerk zijn westtoren met zadeldak.
Europa in de war
De bouw van de kerk, begonnen op 1juni, lag op 1 augustus 1914 al weer stil in verband met de mobilisatie. Gelukkig ging men in oktober al weer verder en op de 21e werd de ceremoniële eerste steen (er lagen er al duizenden natuurlijk) gelegd. De kerk werd in etappes gebouwd en was pas in 1927 toen de toren klaar was, helemaal voltooid: laat de klokken maar luiden. Een nieuwe oorlog kwam maar de kerk werd in die tijd van binnen verrijkt met kruiswegstaties van Han Bijvoet. Een mystiek licht omstraalt de scènes. In 1941 arriveerde een grote polyptiek (een veel-luik) van Charles Eyck achter het altaar. De glazenier Schoonbrood toog aan het werk en de glorievolle geheimen van de Rozenkrans werden uitgebeeld in de ramen alsmede de Koninginne-aanroepingen uit de Litanie van Loreto. Een groot rond medaillon ter ere van OLV van Goede Raad verving krachtig Kropholler beeldhouwwerk. De restanten daarvan zijn op het kerkhof teruggevonden en liggen nu links van de hoofdingang. In 1948 kwamen er weer nieuw klokken ter vervanging van de vier die de Duitse bezetter had geroofd. De kerk had een hele complete inventaris gekregen, de kandelaars en het liturgisch vaatwerk nog niet eens noemend. Nog in de vijftiger jaren wordt de kerk verfraaid met een schildering op de triomfboog. De patroonheiligen van het toenmalige pastorale team zijn daar afgebeeld: Petrus, Henricus, Cornelis en Arnoldus aangevuld met de geloofsverkondigers van deze streken Willibrordus, Engelmundus en Adelbertus. De kerk werd met enige problemen gesloten en op kerstmis 2014 was er een laatste viering in de toen bijna 100 jaar oude kerk.
De Agathakerk
Naast het schuilkerkje ‘De Vogelsanck’ aan de rand van Beverwijk werd aan de Peperstraat in het begin van de 19e eeuw een nieuw katholiek Agathakerkje gebouwd. Het kon helaas niet tippen aan de oude Agatha met de grote toren. Oude foto’s tonen een kerk met een wat onnozel klokkentorentje met een rechthoekige plattegrond. Dat kon niet zo blijven. De nieuw gebouwde OLV-kerk uit 1914 aan de Arendsweg was niet groot genoeg om alle Beverwijkers te ontvangen, dus werd een herenhuis (nog steeds als pastorie in gebruik) met grond aan de Breestraat aangekocht. De familie Cuypers werd ingeschakeld (de nieuwere generatie) om Beverwijk aan een grote nieuwe kerk te helpen die nu met de kloeke oude toren van de Grote kerk, het silhouet van Beverwijk bepaalt.
Cuypers actief
Joseph Cuypers (zoon van Pierre Cuypers van het Rijksmuseum) die ook de Bavo aan de Leidsevaart in Haarlem bouwde werd de architect met zijn zoon, die (wat verwarrend) weer de naam Pierre droeg. Jos Cuypers kon zijn liefhebberij, het bouwen van koepels, ten volle uitleven. Had de Haarlemse kathedraal nog een lang schip, een hoogkoor en transepten + koepel, de Beverwijkse kerk werd alleen maar koepel: een volmaakte centraalbouw. Mgr. Callier kon in 1923 deze bijzondere kerk inwijden. Op de koepel stond in die tijd een heel klein mutsje dat in 1954 werd vervangen door een groot klokkenhuis waardoor de kerk zijn wat eigenaardige aanblik heeft gekregen. De verrijking van dit klokhuis met een welluidend carillon maakt dat men de vreemde vorm van het geval voor lief neemt. Van binnen kan men zich vergapen aan de majesteit van de 22 meter hoge koepel en ook is er veel te genieten van fraai metselwerk en kleurige stenen ornamenten. De kerk heeft weinig beelden en enkele jaren helemaal geen versiering tot vanaf 1928 mozaïeken en kleurige kruiswegstaties van Lambert Lourijsen (die ook de mozaïeken in de Sacramentskapel in Haarlem ontwierp) de kerk gingen opfleuren. In 1963 werd een nieuw zwaar marmeren altaar precies midden in de kerk gezet.
De nieuwe tijd
Beverwijk had ooit maar liefst vijf katholieke kerken: de Agatha, de St.Jozef de OLV van Goede Raad de noodkerk van De Twaalf Apostelen en de Regina Caeli. In de 90’er jaren kwam het plan om alleen de OLV en de St.Jozef open te houden. De Agatha lag niet centraal genoeg en werd te duur in het onderhoud maar bleek een te karakteristiek monument om te slopen. In 1992 werd de stichting ‘vrienden van de Agatha’ opgericht. In 1995 werd de kerk op de monumentenlijst gezet en werd de restauratie voorbereid.
Er zijn grote dingen gebeurd
Begin 2001 werd een zogenaamde ‘kanjersubsidie’ toegekend en men kon aan het werk. De lantaarn met de klokken van 1958 bleek onstabiel en werd hersteld. De dakpannen van de koepel (een van de grootste van Nederland) werden vervangen. Binnen werden muurschilderingen en mozaïeken (zie de foto) schoongemaakt en gerepareerd. Het degelijke ‘middenaltaar’ van 1963 werd verwijderd (de plaatsing bleek niet praktisch). Een nieuw altaar kwam weer iets dichter bij het oude hoogaltaar te staan dat nu prachtig als een soort retabel dienst doet.
De schepping verbeeld
De nieuwe altaartafel is niet van marmer. Het is een kostelijk gedecoreerde tafel geworden. De Schepping is daarop te zien: de sterren, het water, de aarde. God schiep het licht opdat de aarde het toneel kon worden van een goede geschiedenis. Zijn volk trok door het water heen op weg naar het beloofde land. De regenboog staat over de aarde uitgestrekt als vriendschapsteken: God en Zijn mensen blijven met elkaar verbonden.
Gebruik is gemaakt van de publicaties: De Agathakerk een levend monument en De Agathakerk, het verhaal van de restauratie in woord en beeld. De kerk is (in de regel) open woensdag en zaterdag van 12-16 uur.
Wie heeft eigenlijk de wijkertoren ontworpen(architect)
Graag zou ik enige duidelijkheid krijgen over een mozaïek in de mariakapel van de St. Agatha kerk in Beverwijk. Dit altaarstuk is in 1946 gemaakt door Antoon Molkenboer en in het Haarlems dagblad van 02-02-1946 vond ik een afbeelding hiervan. Maar ik vond ook een verwijzing naar een mozaïek van Antoon Molkenboer in de O.L.V. van Goede raad kerk in Beverwijk (via RKD in Den Haag 01-02-1946),
Mijn vraagen zijn:
– gaat het om hetzelfde mozaïek of bezitten beide kerken een mozaïek van Antoon Molkenboer.
– zijn er ergens foto’s te vinden van deze mozaïeken van Antoon Molkenboer.
Met vriendelijke groeten,
Bart Maltha