Vanuit het ei zicht op de Peperbus
Het Museum ‘de Fundatie’, gevestigd in het voormalige Paleis van Justitie in Zwolle, heeft een zeer opmerkelijke bovenverdieping. Een enorm glazen ei bekroont het statige 19e-eeuwse pand. Van binnenuit dat ei heeft men een opmerkelijk uitzicht over alle belangrijke bouwwerken van Zwolle. Rechts de Sassenpoort, daarnaast de oude Bethlehemkerk en in het midden de grote torenloze Sint-Michaëlskerk. Die kreeg na de instorting van de toren in 1682 een prachtig ‘nieuw’ Schnitger-orgel. Geheel links de langwerpige éénschepige Onze Lieve Vrouwe kerk. Die heeft nog wel een toren. De eerste bouwfase was van 1463-1481. In 1540 werd de toren bekroond met een achtkantige platgedekte lantaarn. Later werd de toren voorzien van een uivormige spits. In 1815 sloeg de bliksem in en vloog de toren in brand. Stadsarchitect Klinker herstelde de toren in 1818 waarbij de lantaarn het huidige koepeldak kreeg, dat de toren de naam ‘de peperbus’ opleverde. Toch even serieus nemen: het carillon telt 52 klokken!
De 14e eeuw
De 14e eeuw was een top-eeuw voor de kerk in Zwolle en omgeving. Dat is vooral te danken aan de stroming die wij de ‘Moderne Devotie’ noemen. In de middeleeuwen waren de kerken nogal gecommercialiseerd. Iedere landheer ‘bezat’ meerdere parochies of kloosters. Vele kloosters waren echter centra van ontwikkeling (positief) en macht (negatief). De ‘Moderne Devotie’ protesteerde tegen de machtsontwikkeling die tot geestelijke oppervlakkigheid leidde en werkte aan de ontwikkeling van een nieuw spiritualiteit. In Deventer stichtte Geert Grote de eerste kloostergemeenschap van de ‘Broeders des Gemenen Levens’. Deze gemeenschap breidde zich snel uit langs de IJssel. In 1309 werd in Zwolle het Bethlehem-klooster gesticht door de Augustijner koorheren van de orde van Windesheim (waar het moeder-klooster van de ‘Broeders des Gemenen Levens’ stond). Buiten de stad stond het St. Agnesklooster op de Agnietenberg (toen Nemelerberg genoemd). Dit klooster kreeg vooral bekendheid door zijn beroemde kloosterling Thomas van Kempen. In dit klooster schreef hij zijn levenswerk: ‘De imitatione Christi’, de Navolging van Christus, dat tot de meest gelezen boeken van Europa, zo niet van de wereld behoort. In 1398 stelde Thomas, voordat hij het klooster inging, in de O.L.V. Kapel van Zwolle (toen nog in aanbouw), zijn leven onder de bescherming van Maria. Sinds 2006 heeft Thomas a Kempis zijn rustplaats gevonden in de O.L.V. Basiliek alhier.
De O.L.V. Kapel
De O.L.V. Basiliek is begonnen als kapel. In 1394 begon de bouw. Het kerkhof was in 1396 gereed en in 1399 wordt het koorgedeelte van de kapel samen met het in 1398 gestichte St. Antoniusaltaar door de Utrechts wijbisschop Hubertus Schenk gewijd. Een jaar voor die inwijding was de kapel, die zelfstandig naast de Sint-Michaëlskerk gaat functioneren, toegewijd aan de Heilige Maagd Maria. Naast Maria had – als gezegd – St. Antonius zijn altaar gekregen in 1398 uit dankbaarheid voor zijn hulp bij de pestepidemie dat jaar.
De 1e bouwfase was van 1394-1417. Een 2e van 1452-1454. Later kreeg de reformatie in deze streken ook aanhangers. Er waren echter teveel kerken. Daarom werd de Onze Lieve Vrouwekapel van 1591-1811 voor niet kerkelijke doeleinden gebruikt.
Weer katholiek
In de Bataafse Republiek kregen de katholieken weer vrijheid van godsdienst. Lodewijk Napoleon constateerde dat het aantal katholieken in Zwolle nogal hoog was. Ze hadden tal van schuilkerken, maar waarom zouden ze het niet verdienen de Onze Lieve Vrouwekapel, die toch niet voor de eredienst gebruikt werd, terug te krijgen? Zo geschiedde. Het gebouw was erg vervallen. Haastig werden de gaten in de muren gedicht en het interieur wit geschilderd. Een enorme altaarwand in Waterstaatsstijl werd aan de oostzijde geplaatst. Maar daarna veranderde de smaak. Onder invloed van de invloed van het St. Bernulphusgilde (de Utrechtse variant van het Hollandse neogotische Réveil van Alberdingk Thijm en Cuypers) werd halverwege de 19e eeuw het hele interieur in hoog-gothische stijl heringericht. De kerk functioneerde goed en bleek te smal. Daarom werden er zijbeuken aangeplakt, die ‘processiegangen’ werden genoemd.
De laatste restauratie
Later veranderd de smaak weer en bij een nieuwe restauratie van 1976-1981 werden die neogotische bouwsels weer verwijderd. Bijna dreigde ook de hele neogotische inrichting van het transept en het koor aan de nieuwe zuivering ten offer te vallen, maar gelukkig: de smaak veranderde alweer en er kwam waardering voor deze Beuron-stijl. De neogotische inventaris bleef behouden en alle mooie gewelfschilderingen, beeldhouwwerken en al het glas in lood werd gerestaureerd. Toen alles klaar was ging de kerk een nieuw bloei tegemoet. Tegelijkertijd ging het een andere katholieke kerk minder goed: de indrukwekkende St.-Michaëlskerk (met rijzige toren) viel onder de slopershamer. De relieken van Thomas a Kempis werden daar bewaard. Ooit was er een grafmonument voor hem ontworpen, dat er echter nooit kwam. Toen de katholieke St.-Michaël werd gesloopt kregen de relieken onderdak in de gerestaureerde O.L.V. Kerk. Als beloning voor alle restauratie-ijver en ter bevestiging van de waarde van deze nieuwe gedenkplek van de grootste man van de Moderne Devotie in deze streek werd de kerk op 18 oktober 1999 tot Basilica Minor verheven.
De moeite waard
Een bezoek aan de kerk is de moeite waard. Helaas is het voorplein van de kerk niet erg indrukwekkend. Neen, let maar niet op de nabijgelegen seks-shop, maar heft uw ogen op naar het fraaie nieuwe beeldhouwwerk: Maria als ‘Sedes Sapientiae’(troon voor de Wijsheid), dat de ingang bekroont. Het is van de hand van de Zwolse beeldhouwer Tom Waterreus. Interessant dat die wijsheid niet alleen vertegenwoordig wordt door het goddelijk kind, maar ook door een Tora-rol waarin de wijsheid vermeld staat van waaruit Jesus zou gaan leven. Het neogotische koor contrasteert prachtig met het tamelijk sobere blanke schip. Toen ik er zo’n kleine veertig jaar geleden kwam was de kerk erg donker. Dat is nu niet meer: de hele beeldende rijkdom van de koorpartij komt nu prachtig uit. Pastoor Spitzen, oud-hoogleraar van Warmond en kenner van Thomas a Kempis die hier eind 19e eeuw werkte, had er niet van kunnen dromen dat de resten van Thomas in ‘zijn’ kerk terecht zouden komen. Muzikaal is er ook altijd veel te genieten geweest. De muzikale Ponten-familie sloeg hier breed om zich heen. In een prachtige oude orgelkas uit 1697 afkomstig uit de Franciscanerkerk in Münster werd in 1896 een nieuw orgel gebouwd door Maarschalkerweerd.
Uitstekende boekjes over basiliek (A.J. Hendrikman e.a.) en orgel (G. Keilholtz) zijn in de kerk te verkrijgen. Aan deze uitgaven zijn enkele foto’s ontleend.