Van Nieuwmarktbuurt, via Kalverstraat naar Amsterdam west

Het oude Franciscanerklooster

In 1228 kwam de eerste groep Franciscanen naar de Nederlanden (in Den Bosch) en in 1462 kwam er een klooster in Amsterdam, vooral door de bemoeienissen van het beroemde spreekwonder Jan Brugman (“praten als…”, luidt immers de uitdrukking). Het klooster lag eerst nog buiten de stad, in de huidige Nieuwmarktbuurt; het werd een stadsklooster toen die buurt bij de binnenstad getrokken werd. Amsterdam werd drukker en drukker, vooral dankzij het Eucharistisch wonder van 1345: er kwamen steeds meer kloosters en ook kloosterlingen. Die brachten (jammer voor de stad) geen geld binnen, want ze hoefden geen belasting te betalen. Sommige namen van straatjes in de huidige Wallenbuurt (Monnikenstraat, Bloed­straat) herinneren ons nog aan dat vrome verleden.

De schuilkerktijd

Eind 16e eeuw werd Amsterdam plotseling een protestantse stad. In 1566 vond de beelden­storm plaats in de Oude Kerk (een schilderij dat toen gered heet te zijn hangt in onze Haarlemse Bavopastorie). Op 26 september van dat jaar werd het Franciscanerklooster geplunderd. Even leek het tij te keren toen de Spanjaarden het katholicisme trachten te handhaven met een ‘bloedraad’. De inquisitie nam zijn intrek in een van de gebouwen van het klooster, maar in 1578 was dat over. Amsterdam had zich, mede op aandrang van de koop­lieden, aangesloten bij opstand tegen Spanje. De nog overgebleven monniken werden met andere Amsterdamse kloosterlingen op twee dekschuiten vanaf het Damrak afgevoerd. Twee broeders keerden de volgende dag al terug, maar het klooster was niet meer te redden. Na een brand werd het gesloopt. In 1580 werd de katholieke eredienst verboden, maar Amsterdam was een verdraagzame stad en zo kon het katholieke pastoraat toch weer opbloeien – mits men de overheid wat (veel) toestopte. De twee in burgerkleren teruggekomen Franciscanen namen hun pastoraal weer op. Op geheime locaties werden missen opgedragen en de bekende Amsterdamse schuilkerken ’t Boompje, de Zaaier, de Duif, de Posthoorn, de Krijtberg en het Haantje (nu bekend als O.L.H. op zolder) werden in gebruik genomen. De eerste Francis­caan­se schuilkerk “’t Boompje” aan de Kalverstraat stamt uit 1628. Dat werd een succes-plek. Op het hoogtepunt van haar bestaan telde de schuilkerk 14.000 parochianen (!). In vijftig jaar tijd werden buurpanden aangekocht en werd de kerk vergroot. Vermogende katholieken en coulante overheden maakten dit mogelijk. Toen de vrijheid van Godsdienst aan het begin van de 19e eeuw werd afgekondigd hoefde de kerk zich minder te verstoppen en werd een door­braak gemaakt naar de Rokinkant, alwaar een indrukwekkende gevel werd opgetrokken. De kerk heeft het lang volgehouden en aan het begin van de 20e eeuw heeft de architect A.J. Kropholler nog een hymnische beschrijving gegeven van de oude schuilkerk als een oord van waardigheid en soberheid. Na de terugkomst van de bisschoppen in 1853 werd een nieuwe parochie-indeling gemaakt en werd ’t Boompje een bijkerk van de Mozes. Zo werd besloten deze oude kerk, waar Vondel en Alberdingk Thijm nog hadden gekerkt en waar Rembrandt zijn Franciscaner contacten had te sluiten; dat geschiedde op 17 januari 1911. Het gebouw werd aan V&D verkocht en gesloopt. Twee prachtige oude gevelstenen die nog aan de oude Boomkerk herinneren, zijn te zien in het straatje tussen pastorie en kerk.

De toekomst

De Boomkerk is enkele jaren geleden tot rijksmonument aangewezen en in september 2012 kwam het bericht dat er geld komt voor de restauratie. Die is in september 2013 bij de toren begonnen.

Gebruik is gemaakt (ook voor de foto’s 2, 3, 4 en 5) van het in 2011 uitgegeven boek van Loek Hieselaar: 100 jaar Boomkerk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.