Van zout naar zoet water

Een bijzondere hobby

In een van de oude doopboeken van Akersloot zijn eigenaardige notities te vinden. Getallenraadsels en optel- en aftreksommen van de maten van de ark van Noach, de tempel van Salomo enz. Met de jaartallen erbij voorspelt de schrijver belangrijke gebeurtenissen, de komst en ondergang van koninkrijken, de komst van de Antichrist en zelfs het einde der wereld. Het gaat om notities van pastoor Snellé die in zijn dagen mag meemaken dat de Fransen in 1795 ons land binnenvallen en hopelijk een einde zullen maken aan de religieuze onvrijheid van de katholieken. Hij verwacht een ommekeer van de geschiedenis en had ook berekend dat het oude onrecht, de onteigening van de oude Akerslootse kerk door de protestanten, zal worden teniet gedaan: het katholieke schuurkerkje kan dan verdwijnen!

Al vanouds een belangrijke plek

Akersloot, voor de meeste voorbijgangers bekend door het grote motel dat die naam draagt, heeft oude papieren! De naam Akersloot (verbastering van Axmeriscota) betekent: ‘aan de zeeboezem gelegen’. Toen het dorp de eerste missionarissen (rond 738) ontving was het nagenoeg van alle kanten door zee, meer en moeras omgeven. Op de plek van de heilige eik werd een rieten gebouwtje neergezet. Het eerste parochiecharter dateert van 1175 en toen zette men al vlug een stenen kerk neer. Pastoor Van der Berg die 34 jaren van de vorige eeuw in Akersloot verbleef zette die kerk, met veel fantasie, op het doek. De eerste kerk had nog geen toren maar alleen een klokkenstoel. In de tijd van de kruistochten waren er in Boekel, vlak in de buurt, en in Akerloot zelf belangrijke kastelen. In 1958 werd nog een Mariakapelletje gebouwd uit kloostermoppen van de oude Akerslootse burcht.

Onder de hoede van Jacobus de Meerdere

Akersloot werd een steeds belangrijkere plek. De kerk werd in 1254 verrijkt met een flinke toren en toegewijd aan Jacobus, visser en schipper op het meer van Genesareth. Heel passend op deze locatie. Het waren goede tijden. Het aanstellen van de pastoor was om beurten zelfs voorbehouden aan de Paus en het Utrechtse kapittel… zo belangrijk was Akersloot! Na 1400 kwamen de woelingen van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, oproer tegen de zware lasten van het grafelijke bestuur in die tijden. De Schermer en de andere meren waren voor 1400 al van de zee afgedamd. De zoutwinning, voorname bron van inkomsten, hield op. De adellijke geslachten gingen ten onder en heel Akersloot zakte in een geestelijk moeras. Van die laatste gloriedagen van de Jacobusparochie in de middeleeuwse kerk maakte pastoor Van der Berg (weer met veel fantasie) een prachtig schilderij. De reformatie kwam toen langzaam door en de oude dorpskerk kreeg een andere gebruiker. De katholieke gemeenschap bleef groot en had markante herders zoals de aan het begin genoemde pastoor Snellé en Nicolaas Stenius. De laatste was zo beroemd dat Frans Hals hem schilderde. In 1878 werd dat portret zwaar verwaarloosd op de pastoriezolder teruggevonden.

Lotgevallen van de kerkgebouwen

In de Franse tijd probeerde men de oude dorpskerk weer terug te krijgen, maar door vertragingstactieken van de tegenpartij was de Bataafse Republiek al tenondergegaan voor de kerk weer katholiek kon worden. Zowel de oude kerk, waar de protestanten in kerkten als de katholieke schuurkerk raakten in diep verval. In 1834 werd de oude hervormde dorpskerk gesloopt en vervangen door een klein kerkje van architect Dansdorp, dezelfde die de Sint Josefkerk in Haarlem bouwde. In 1853 werd het bisschoppelijk bestuur in Nederland hersteld en bouwde Pastoor Grijskamp rond 1870 de nieuwe kerk. Hij huurde architect Asseler in die ook de kerken in Schoorl en Bergen (allebei nu weg) en de Ursula van Warmenhuizen bouwde. Alleen de laatste staat er nog. In het grote boek van Cuypers en Kalf uit 1906 wordt het ‘een kerk zonder enige architectonische betekenis’ genoemd. Met name de toren die hoger moest en zou worden dan die van de hervormde kerk maakte een sprieterige indruk. Al met al geen verlies dat de kerk tegen de vlakte ging. Gelukkig gingen soortgelijke plannen in Uitgeest, met een veel fraaiere rk. kerk gezegend, niet door.

De nieuwe kerk

Rond 1970 werd met voortvarendheid een nieuwe kerk gebouwd. Een kerk met wijds zicht op het altaar. Het kostte de architect heel wat moeite het idee om de Jacobusschelp als plattegrond te nemen, uit te voeren. Veel lekkage was in het begin het gevolg. Toch leende de vorm zich wonderwel voor een sfeervolle ruimte waarbij de gelovigen rondom het liturgisch centrum gegroepeerd zitten. De inventaris met de prachtige kazuifels, de 15e eeuwse koorkap en de Lodewijk XIV monstrans, bleef behouden. De aardige ramen uit de oude kerk zijn op listige wijze in de zijmuren verwerkt. Oude spullen zijn er nog en wat ons zeer interesseert is de deur van het oude tabernakel. Daar staat de openbaring van de Enige afgebeeld in het brandende braambos. Een van de schoenen die Mozes uit moest trekken dient als afsluiting van het sleutelgat. Als je er aan draait gaat het deurtje open. De kinderen vinden dat prachtig! Even serieus: Mozes mag daar de naam van God vernemen: IK ZAL ER ZIJN. Dat de nieuwe kerk nog lang een actieve gemeenschap gastvrijheid mag bieden op deze historische plek!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.