Vier kerken en een kapel

Lang Zwaag

Als er ergens sprake is van lintbebouwing dan is het wel in Zwaag. Het zeer langgerekte veenontginningsdorp wordt nu grotendeels omsloten door Hoornse nieuwbouw. Een opvallend nieuw gebouw is ook de penitentiaire inrichting (in de volksmond ‘de glasbak’ genaamd) maar die valt buiten de interesse van de kerkengek.

Halverwege Zwaag ligt een beetje achteraf de, ook weer zeer langgerekte oude protestantse kerk. Een flinke toren uit 1500 met bakstenen spits staat aan de westkant. Daar tegenaan een lang schip uit dezelfde eeuw en een driezijdig gesloten koor dat 100 jaar ouder is. Het is zeer eigenaardig om de knik tussen schip en koor te zien die in het bouwwerk zit: het koor lijkt bijna af te breken. Dit geheel is de oude Martinuskerk. Binnen een degelijke protestantse inventaris en enkele zeer oude sarcofaagdeksels uit de 12e eeuw van Bremer zandsteen versierd met kruis- en zigzagmotieven (net als die in Oosterblokker). Toen de kerk onlangs gerestaureerd werd, genoot men gastvrijheid bij de Roomse buren even verderop. In de los van de kerk gelegen Lourdeskapel wel te verstaan. Een plaquette in de kapel uit dankbaarheid aangeboden herinnert aan dat feit.

De drie schuilkerken

De geschiedenis van West Friesland is een geschiedenis van kleinere protestantse gemeenschappen en grote groepen katholieken die de oude leer trouw bleven en in de reformatietijd hun toevlucht namen tot schuilkerken. Het is nu precies 350 jaar geleden dat De ‘Roomsche Statie tot Swaegh’ werd opgericht onder pastoor Willem Sybrandi. Nederland had in die dagen geen eigen hiërarchie maar de protestantse overheid gedoogde wel dat een Vicaris (die een gewijde bisschop was) de zogenaamde Hollandse Missie bestuurde. Deze zetelde tot 1723 in Utrecht en verhuisde na de afscheiding van de zgn. Oud Katholieken naar Brussel. De benoeming van pastoor Sybrandi betekende een hele verlichting voor de buurtpastoors van de beide Blokkers en Wognum. Het was ook een tactische clericale zet want anders moesten de mensen van Zwaag naar de Franciscanen in Hoorn.

Tussen de reformatietijd en 1659 hadden zes wakkere katholieke kerkvoogden de parochie gerund. De meest schilderachtige was de ‘zingende predikant’ de Brabander Dirck Volkerdsz de Klerck die de Westfriezen (toen al) Gregoriaans leerde. Kostbaar zilverwerk (anno 2009 nog in gebruik) was aanwezig: vazen, wierookvaten enz. De pastoor trof een gunstige situatie aan. De parochieherder wist dat je om een schuilkerk te kunnen bouwen belastingbetaler moest zijn en landerijen of huizen moest bezitten. Een protestantse buurman van de pastoor zat in het complot en zo kon men al spoedig een flink huis benutten als (schuil)kerkje. Het stond op de plek waar nu nog steeds de kerk staat. De omgang tussen katholieken en protestanten was gemoedelijk: de katholieken helpen mee om de protestantse Jan Dekker die in Marokkaanse (!) slavernij terecht was gekomen van de sultan vrij te kopen. In 1791 wordt het kerkje van pastoor Sybrandi afgebroken en een nieuwe schuilkerk gebouwd. Die houdt het tot 1859. Officieel mocht je niet zien dat het een kerk was, maar toen begin 19e eeuw de godsdienstvrijheid kwam, werd er een duidelijk zichtbaar kruis opgezet. Na wat schermutselingen met het bisdom verrees de derde Roomse kerk, eigenlijk de 4e als je de oude, nu hervormde, Martinus meetelt. Het was een keurig Waterstaatskerkje van architect A. B.Mentz met gezellige beelden in de gevel en een lollig torentje. Het moet in 1933 wijken voor de wat kil aandoende enorme Martinuskerk van architect Bekkers, die ook Vredeskerk in Amsterdam op zijn naam heeft staan. Van binnen oogt de kerk wat vriendelijker en vooral als het oude zilverwerk gebruikt wordt is het er goed toeven.

De kapel

In 1882 werd ter gedachtenis van de eerste zegenrijke bedevaart vanuit Nederland naar Paray le Monial (de H. Hartplaats bij uitstek) en Lourdes o.l.v. pastoor P. F. Masker een zeshoekige kapel ingezegend, een zeer opmerkelijk bouwwerk recht tegenover de kerk. Hoewel de architect niet bekend is, is het zeer waarschijnlijk dat de Hoornse architect A. C. Bleijs de bouwmeester is (of zijn Zwaagse leerling Jan Kooter). De zeshoekige (hexagone) kapel is overwelfd door een koepelvormige constructie met netvormige ribben, een zeshoekige lantaarn en een kruis als bekroning. In een houten bijgebouw staat een kopie van de grot uit Lourdes met een beeld van Maria die de rozenkrans (een rozenkrans met ZES tientjes) voorbidt. Boven de ‘grot’ wordt herinnerd aan de 16e verschijning van Maria in 1858. Toen maakte zij zich bekend als de Onbevlekte Ontvangenis. In de grot is een stukje rots ingemetseld uit de echte grot van Lourdes. In vier van de zes gevels bevinden zich gebrandschilderde ramen. Ze dateren uit 1879 en zijn in 1933 uit de oude dorpskerk gehaald. De glazenier J. H. Geurtsen uit Oosterbeek zorgde voor het art deco-achtige onderstuk. De kapel heeft meerdere malen als noodkerk gefunctioneerd. In 1885 toen in de oude kerk het plafond vernieuwd moest worden en enkele jaren terug toen de Protestantse gemeente van Zwaag er kerkte.

Bijzonder fraai is de zeshoekige ster boven in de ‘koepel’. Deze ster staat voor de poolster of noordster die elke pelgrim als oriëntatie op zijn tocht nodig heeft. Uiteraard denken we ook aan de Joodse betekenis: de beide driehoeken die elkaar overlappen staan voor de hemel op zoek naar de aarde en omgekeerd. Een orgeltje uit 1947 uit de gereformeerde kerk in Schagen afkomstig is (omdat het door het balkon dreigde te zakken) in 2003 naar de grote kerk verplaatst. In vroeger tijden stond de kapel wat achteraf, door slootjes en greppels moeilijk bereikbaar maar sinds de grote restauratie van enkele jaren terug is dat verholpen: de kapel is optimaal bereikbaar. Hij is ook optimaal bruikbaar. De kapel wordt nu gebruikt voor bijzondere vieringen en kan zo’n 80 mensen herbergen. Zwaag boft maar met zo’n intieme bijkerk!

Gebruik is gemaakt van een studie van pater Ben Beemster Sz.: ‘Het Roomsche Preeckhuijs’, geschiedenis van de schuilkerken der katholieken te Zwaag uit 2007. Over de kerk zie het artikel over architect Bekkers in het tijdschrift Ons Amsterdam april 2006.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.