De vorst in de wintermaand februari heeft geen vat gekregen op de voortgang van de restauratie van de kathedraal. Terwijl het werk aan de buitenzijde stil lag, kon het werk in de crypte en kelder wel doorgang vinden. Daar zijn dan ook grote vorderingen gemaakt. De ruimten zijn voor zover nodig uitgediept en vervolgens zijn de vereiste lagen beton aangebracht. Op het ogenblik wordt nog beton aangebracht in het middengedeelte en aan de randen rond de muren en de pilaren. Hoe de ruimte wordt, is nu al prachtig waar te nemen. Twee grote ruimtes worden multifunctioneel ingericht en zijn vooral bedoeld als verkleed en gebruiksruimten voor de koren van het Muziekinstituut. Aldaar verkleden zij zich en komen dan rechtstreeks via een nieuwe te maken trap in de kooromgang boven vlakbij de plek, waar zij plegen te zingen. De afwerking van die ruimten zit in de huidige opdracht aan de aannemer. Het gereedmaken van de ruimte voor het nieuwe kathedraal museum kan nog niet worden opgedragen, omdat het geld daarvoor niet bijeen is. Een klus voor de komende tijd!
Rond Pasen
Rond Pasen werd de koepel vanaf de onderkant van de koepel – tamboer genaamd – tot aan de nok van de daken van de transepten weer zichtbaar. Het metselwerk en het werk aan het natuursteen is voltooid. Inmiddels hebben wij na vijf jaar procederen eindelijk vergunning gekregen om voorzetramen te plaatsen voor de glas-in-loodramen in de transepten en het hoogkoor. Alleen in de tamboer mogen die ramen niet aan de buitenkant worden aangebracht, maar weer wel aan de binnenkant.
Onderwijl blijft de kathedraal ons verrassen met name op het gebied van de kleurrijke uitmonstering zowel binnen als buiten. De vorige keer vertelden wij u dat de voegen rond de baksteen in de doopkapel blauw zijn geweest. Daar hebben we menig restant daarvan teruggevonden. In die kapel brengen we de blauwe kleur in de voegen ook weer terug. Volgens het bouwbestek van de kathedraal moesten de voegen in het transept ook blauw gekleurd worden. Daar hebben echter nog geen enkel restant van teruggevonden. We hebben aan mevrouw Judith Bohan, die het kleurenonderzoek tot nu toe heeft uitgevoerd, gevraagd daar ook naar te kijken. Dat doet zij ook bij de kas van het transeptorgel, dat vroeger ook anders was gekleurd en enige versiering gekend heeft. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek wordt besloten die kleuren al dan niet terug te brengen.
Het angelustorentje
Verder blijkt er in het torentje waar de angelusklok hangt, een klokkenstoel gestaan te hebben voor twee klokken. Vanaf 1898 tot 1930 was deze toren de enige toren van onze kathedraal, vandaar. De kokkenstoel van ijzer is echter zo vergaan, dat de angelusklok niet meer geluid kan worden. Nu zorgt de plebaan er hoogst persoonlijk voor dat om 12 uur één van de klokken in de torens wordt geluid. Als niemand hem kan vervangen op dat tijdstip, moet Haarlem het zonder doen. Omdat de grote torens na 1930 ruimte genoeg boden voor klokken, is er later geen behoefte of geen geld geweest in deze kleine klokkentoren weer een tweede nieuwe klok terug te hangen. Nu gaan we dat wel doen. De deskundigen hebben bepaald welke toonsoort die klok moet hebben, gelet op de andere zes klokken ( B1 voor de kenners!). Vervolgens is de zoektocht gestart naar een tweedehands klok en naar het geld daarvoor. Inmiddels is er uitzicht op financiering en is er ook een klok van de gewenste toonsoort gevonden. Als de klok geplaatst kan worden, zult u dat letterlijk en figuurlijk nog gaan horen!
De bisschoppelijke sacristie
Dat we langzamerhand naar het einde van dit onderdeel van de restauratie toe gaan werken, blijkt aan het feit dat de werkzaamheden aan de koperen koepel al zijn opgeleverd, net als die van het interieur van de bisschoppelijke sacristie. Daar zijn de oorspronkelijke glas-in-loodramen weer te bewonderen, die tijdens de Schatkamerperiode waren afgedekt. Ook de parketvloer is weer piekfijn in orde gemaakt. Na Pasen kwam de parochiesacristie aan de beurt om gerestaureerd te worden en die is inmiddels ontruimd. Achter de schermen wordt volop gewerkt om te voorkomen dat de restauratie van de kathedraal stil komt te liggen, nu de in uitvoering zijnde onderdelen gereed zijn gekomen. Omdat de subsidie van de rijksoverheid dreigde te stokken, is er een brandbrief uitgegaan naar de staatssecretaris en de leden van de Tweede Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Dat mocht echter niet baten. De staatssecretaris schreef dat hij geen geld voor de kathedraal kon geven en dat we nu onze hoop op de provincie Noord-Holland moesten stellen. Hij had namelijk het toekennen van monumentengeld voor gebouwen als kerken aan de provincies gedecentraliseerd. Vervolgens zijn we natuurlijk met de provincie gaan praten. Gelukkig ziet het ernaar uit dat er een oplossing voor dit probleem gevonden wordt.
De komende maanden
Naar het zich laat aanzien zal in oktober de restauratie van de transepten en koepel aan de binnenkant voltooid zijn. Daar zijn we blij mee, want hoe netjes de houten bovenbouwen over het suppedaneum ook vormgegeven zijn, we krijgen er toch een beetje genoeg van. Wat de financiering betreft, weten we binnenkort meer. In ieder geval moeten we bewerkstelligen dat we ons eigen aandeel op weten te hoesten. Kortom: er valt nog heel wat te regelen en op te halen. Dank aan allen (o.a. Kardinaal Simonis) die ons ondersteunden daarbij, want dat is echt nodig. Naar het zich nu laat aanzien, zal de restauratie van hoogkoor en schip aan de binnenzijde even op zich laten wachten. Zo kan de liturgie weer in volle luister opbloeien. Maar de restauratie gaat door.. aan de buitenzijde. Te beginnen met het hoogkoor. Als die voltooid is, zullen koepel, transept en hoogkoor lekvrij zijn (nieuwe goten e.d.) zodat de vochtplekken in de kerk rustig kunnen drogen voordat we de binnenzijde opnieuw gaan bijschilderen.